2006: Camino Frances
10-9-2006: Verslag in het Kerkblad van Zaandam
In aansluiting op mijn eerste verslag kan ik u vertellen dat mijn voetreis van Zaandam naar Santiago de Compostela, na 3240 km gelopen te hebben, ten einde is. Op 21 augustus ben ik in Santiago aangekomen en daar verwelkomd door Gery, mijn vrouw, en Marnix, mijn zoon. Het lopen in Spanje was wel heel anders dan de maanden in Frankrijk daarvoor. In Frankrijk liep ik overdag meestal alleen en ’s avonds ontmoette je daar dan je medepelgrims, waar je dan dikwijls heel indringende gesprekken, maar ook veel plezier mee had. Maar meestal waren dat er niet meer dan tien tot twaalf tegelijk. In Spanje is alles veel massaler: de eerste nacht bijvoorbeeld in de refugio van Roncevalles in de Pyreneeën sliep ik in een zaal met honderdveertig bedden! En dat is dan een cultuurschok op dat moment. De sfeer is dan natuurlijk ook totaal anders. Later went dat dan ook wel weer en vind je ook refugio’s die wat kleiner zijn, zodat je weer toekomt aan gewone contacten met je medepelgrims. Soms hoorde de refugio waar we sliepen bij een kerk of een klooster. Na het eten ’s avonds kwamen dan alle pelgrims weer samen voor de pelgrimsmis. Dat waren dikwijls indrukwekkende momenten.
Over de aanleiding om de tocht te ondernemen wordt onderling gepraat. In eerste instantie zegt bijna iedereen dat de reis gemaakt wordt, omdat men er nu tijd voor heeft of omdat men belangstelling heeft voor cultuur en kunst. Of gewoon voor het sportieve element erin. Maar als je dan wat langer doorpraat, blijkt er bijna altijd een dieper liggende oorzaak of aanleiding te zijn. Vooral in de dagen vlak voor het Cruz de Ferro wordt daar veel over gesproken. Het is gebruik om een steentje of iets dergelijks mee te nemen van huis en het daar bij het Cruz de Ferro neer te leggen. Het symboliseert dat je de last of de zorg die je meedraagt, daar achterlaat. En gedurende de dagen vlak voor de aankomst bij dat kruis, denkt men daar uiteraard over na en wordt er met elkaar over gesproken. Ik heb daar ook een steen neergelegd die ik meegenomen heb van het grafje van ons zoontje Ernest. En dat was heel emotioneel om te doen. Maar door de symboliek gaf het me achteraf toch een goed gevoel.
De aankomst in Santiago was leuk. Je ziet elkaar weer, want niet alleen Gery en Marnix waren daar, maar je ziet ook weer veel andere pelgrims die je onderweg ontmoet hebt. Dat is goed om afscheid te nemen. In Santiago heb ik ook mijn compostela in ontvangst genomen. Dat is een bewijs dat ik de pelgrimstocht gemaakt heb op de manier zoals de Katholieke Kerk dat voorschrijft. Daarna ben ik doorgelopen (nog 85 km) naar het ‘einde van de wereld’, dat is Fisterra. Dat was voor mij het echte einde van de reis. Zoals veel pelgrims doen, heb ook ik mijn kleding verbrand op het uiterste puntje van de kaap. Terwijl ik daar mee bezig was, gaf de vuurtoren achter mij een saluut als een daverend slotaccoord van een mooie symfonie. Daarmee kwam er een einde aan een spirituele voetreis met veel hoogtepunten. Ik zal er nog veel aan terugdenken.
Weer thuis
Je behoort zaken echt af te sluiten, dus daarom nog even een verslag van de thuisreis.
Op maandagmorgen 28 augustus ben ik om vijf over negen op de trein gestapt die mij van Santiago naar Hendaye aan de Franse grens moest brengen. Ik wilde beslist niet met het vliegtuig, omdat dat me te snel zou gaan. Nou, St. Jacobus heeft hier beslist gehoor aan gegeven: de trein moest om vijf over half negen in Hendaye aankomen, maar helaas, de remmen liepen vast en we stonden stil midden op de meseta. Vijfendertig graden en geen schaduw, geen drinken en geen airco meer in de trein. We mochten er in eerste instantie niet uit, want de zaak zou snel gerepareerd worden. Dat viel kennelijk tegen, want na een uur was er nog geen beweging in de trein te krijgen. Degenen die dat wilden, mochten toen wel uit de trein en daar stonden wij toen met zo’n tweehonderdvijftig passagiers in de middle of nowhere te wachten op een andere locomotief, die de onze eerst moest meenemen en dan weer terug moest komen om ons op te halen. Kortom, we hebben daar ongeveer drie uur stil gestaan. Dus kreeg ik alle tijd om mij te realiseren dat ik echt onderweg naar huis was. Het gevolg was wel dat wij te laat in Hendaye zouden arriveren voor de TGV naar Parijs die om elf uur ’s avonds zou vertrekken. Maar ziedaar, die trein stond nog te wachten toen wij uiteindelijk in Hendaye aankwamen. Overigens, zonder dit oponthoud, was het best een leuke reis geweest want de trein komt langs een reeks plaatsen waar ik ook al geweest was.
Maar goed, we arriveerden exact op tijd, om zes uur, in Parijs zodat ik nog vijfenvijftig minuten had om van het Gare d’ Austerlitz met de metro naar het Gare du Nord te komen. Op het Gare du Nord vraag ik aan iemand in een loket waar de Thalys naar Amsterdam staat. Hij legt het uit, maar in de haast loop ik verkeerd. Galmt het ineens heel hard over het enorme station door de luidsprekers: “Saint Jacques, à droit s.v.p.!!” Hij herkende waarschijnlijk de schelp op mijn rugzak en wist dus dat ik in Santiago was geweest. Iedereen kijken natuurlijk wie daar verkeerd liep. Het voordeel was dat de controleurs voor de Thalys wisten dat ik er aan kwam. Dus ben ik snel ingestapt en een plaats gaan zoeken. Helaas, daar zit al een meneer op mijn stoel. Ik vraag beleefd of hij wel zeker weet dat dit zijn plaats is en ja hoor, het klopt. Ik kijk nog eens goed naar mijn biljet en wat blijkt? Bij de reservering is een fout gemaakt: twee biljetten zijn gedateerd op 28 augustus 2006 en het derde van Parijs naar Amsterdam is gedateerd op 28 september 2006. Het was mij niet opgevallen, maar het was inderdaad zo. Uiteraard geeft dat dan weer discussie met de conducteur die de kaartjes controleert, maar nadat wij samen tot de conclusie waren gekomen dat het de Spanjaarden waren die er een bende van hadden gemaakt, mocht ik een plaats uitzoeken en blijven zitten tot Amsterdam.
En zo kwam ik dan om elf uur dinsdagochtend aan op station Sloterdijk. Vandaar ben ik gaan lopen naar de pont en daar ben ik om half een gearriveerd in de stromende regen. Aan de Zaanse kant zag ik al mensen staan. Gery en Marnix uiteraard en veel familie en vrienden. Geweldig dat die de moeite hadden genomen om in dit noodweer hierheen te komen. Ik kreeg een geweldige ontvangst met bloemen en zelfs een sjerp.
Daarna ben ik naar het Kunstcentrum gewandeld. Het was heel leuk iedereen weer te zien en ik zag natuurlijk weer de kans schoon mijn credencials met alle stempels te laten zien. Ja, jullie kunnen wel zeggen: “De opschepper”, maar ik ben daar apetrots op. Ook de Compostela komt dan steeds weer tevoorschijn natuurlijk.
Vervolgens ben ik naar huis gelopen. Daar hadden de buren de boel versierd met slingers en een bordje voor de deur gezet met een richtingaanwijzer waarop stond: ‘de laatste stempelpost’. Ook was er een spandoek en appeltaart die door de buren gebakken was. Bovendien een gouden medaille voor de prestatie. Het was overweldigend allemaal.
Nu is het allemaal voorbij en ik probeer weer in het gareel te komen. Dat valt niet mee. Enerzijds heb ik veel te doen, maar anderzijds komt er niets uit mijn handen. Het is ook zo druk ineens en eigenlijk zou ik de rust van de camino wel willen behouden. Maar of dat gaat lukken?? Ik betwijfel het. Maar ja, het zal allemaal wel weer wennen, hoop ik.
In ieder geval wil ik iedereen bedanken voor de reacties op de weblog, brieven, kaarten, telefoontjes, etc.
De tocht was een droomwens die meer dan dertig jaar geleden ontstond en nu gerealiseerd kon worden. Natuurlijk vooral ook omdat Gery me hierin zo ontzettend gesteund heeft. Het is veel meer geweest dan een lange wandeling, het is uiteindelijk een echte pelgrimage geworden, die mij meer heeft gegeven dan ik ooit gehoopt of verwacht heb.
Ik denk dat ik nog wat tijd nodig zal hebben om te bevatten wat deze ervaring mij opgeleverd heeft.
Voor nu: het ga jullie goed, en nogmaals BEDANKT!!!
Het thuisfront
Aan het einde van de pelgrimstocht willen Marnix en ik jullie graag laten weten dat het ook voor ons een heel fijn gevoel is dat Theo deze tocht heeft mogen en kunnen maken. We hebben heel veel plezier gehad aan het bijhouden van de website en alle mooie, grappige, hartelijke en ontroerende reacties hebben ons de afgelopen maanden heel erg geholpen de tijd door te komen. Wij zijn natuurlijk erg trots op Theo, maar het is veel meer dan dat. Blijdschap dat één uit ons gezin dit heeft gedaan en wij zodoende alledrie de toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien. En te weten: we horen bij elkaar, in kwade en in goede dagen.
Dank jullie allemaal! Wie Theo op dezelfde manier wil begroeten als we op 8 april vaarwel hebben gezegd: Op 29 augustus om 12.30 uur steekt Theo met de pont over en loopt naar het Kunstcentrum voor de koffie. Daarna loopt hij naar huis. Wie mee wil lopen, is weer welkom. Hopelijk regent het niet zo hard als toen hij vertrok!
We zullen vast nog wel iets van ons laten horen na thuiskomst, maar voor nu: Alle goeds voor jullie allen!!
Marnix, Gery
Finisterre, einde van de wereld, einde van de camino
41,32 km – 58.888 stappen
TOTAAL KM 3240,79
TOTAAL STAPPEN 4.550.469
De allerlaatste dag van mijn camino heb ik nog even het record van de dagafstand verbeterd en meer dan 40 km gelopen. Het paard rook zeker de stal……. Alhoewel…..
Gisteravond hebben we met zo’n twintig pelgrims samen soep en brood gegeten in een oude boerderij. Heel gezellig. Daarna was het de laatste nacht in een albergue. Vanmorgen heb ik lang kunnen slapen, want de zon komt hier steeds later op en het wordt pas tegen half acht licht nu. Daarna moest ik bijna twee uur lopen voor ik een ontbijt kon scoren. Het regende heel erg hard en voordat ik aankwam in het café was ik al doornat. Als het mooi weer was geweest, was het misschien wel een mooie tocht geweest, maar nu was het zicht niet meer dan 100 meter. Ik liep over een heide met heel veel bloemen en echt paars zoals een heide hoort te zijn. Jammer genoeg was het niet overal zo, want heel veel was ook verbrand. Kilometers lang heb ik door een verbrand bos gelopen. Daar word je dan niet blij van. Daarna kom je aan de kust en dan zie je al meer dan 10 km van tevoren de vuurtoren van Fisterra. En dan is het nog erg ver. Maar het einde vergoedt veel, want Gery en Marnix verwachtten mij tegen zes uur bij de kaap.
En dan is het toch een ander gevoel van aankomen dan in Santiago. Hier is echt het einde van de reis. In Santiago was het doel bereikt, maar hier is het echt het slotaccoord.
Ook hier heb ik alle rituelen uitgevoerd die van pelgrims verwacht worden.
Na de foto bij het kruis koos ik in mijn geval maar niet voor het verbranden van mijn schoenen. Ik koos voor het verbranden van het T-shirt, dat van mijn vader is geweest en dat ik al die tijd gedragen heb.
Bijna symbolisch was de mist die boven zee hing toen ik daar was. Je kunt niet in de toekomst kijken, maar de misthoorn bleef wel blazen als waarschuwing.
De pelgrimage is ten einde.
Soep en brood
34,38 km – 48.839 stappen / totaal 3199,47 km – 4.591.581 stappen
Gisteravond was er geen restaurantje in de buurt, dus ik moest naar de supermarkt. Daar heb ik een guiche gehaald, die ik in de keuken van de refugio heb opgewarmd. Toen hij eenmaal heet was, liet ik hem vallen. Ik heb hem wel zo goed mogelijk opgeraapt natuurlijk en wat nog eetbaar was, opgegeten.
Vanmorgen ben ik weer op weg gegaan en kon toen na twee uur pas een ontbijtje scoren, dus dat was hongerlijden. Van schrik moest ik toen om elf uur al mijn lunch nuttigen, want daarna zou er niets meer komen. Dus jullie begrijpen dat ik nu honger heb. Maar in de refugio hier in Olveiroa is ook niets te vinden. De eigenaar is bereid om soep te koken voor ons, dus vanavond wordt het soep en brood, ook geen vetpot. Jullie zien, het blijft afzien tot het eind. Nou ja, afzien??? Ik vind het nog steeds elke dag fantastisch, ook nu nog. Het grappige is dat hier op de hele route maar drie refugio’s zijn, dus hoe je overdag ook loopt, je komt elkaar ’s avonds allemaal weer tegen en dat is gezellig. Er is nog een Franse meneer, die uit Lyon vertrokken is, verder is iedereen uit Spanje zelf vertrokken, dus ik ben als enige overgebleven, die vanaf het begin gelopen heeft. Waar ik nu kom en mensen die ik nu spreek, zeggen dan ook: “O, bent u dat? Ik heb al van u gehoord!” Een levende legende, zal ik maar zeggen en dat past wel bij zo’n pelgrimsroute. Eerlijkheidshalve moet ik dan wel bekennen dat ze over iedereen praten, die ze ontmoet hebben, dus de stralenkrans verbleekt alweer behoorlijk.
Ook vandaag heb ik heel veel door verbrande bossen gelopen en ik heb me voorgesteld hoe angstig dat moet zijn geweest, als je het vuur tot op 10 meter van je huis ziet naderen.
Marnix en Gery houden ondertussen vakantie en schijnen zich prima te vermaken, dus eind goed, al goed. Nu was het goede begin al het halve werk en daartussenin heb ik ook erg genoten, dus niets te klagen. Morgen ga ik kijken hoever ik kom. Het is nog 40 km naar Cap Finisterre en dat betekent dus een heel lang stuk of twee korte stukken. Het hangt van het weer af. Als het regent, worden het twee korte dagen. Als het mooi weer is, probeer ik het in één dag. We zien het wel!
Weer op weg
25,65 km – 36.646 stappen / totaal 3165,09 km – 4.542.742 stappen
Vanmorgen ben ik weer van het plein voor de kathedraal vertrokken, nagezwaaid door Marnix en Gery. Ik vond het heerlijk weer aan de wandel te gaan.
Eerlijk gezegd dacht ik dat ik nu niet meer hoefde te klimmen, maar af zou dalen naar de zee. Dat had ik dus goed mis. Het was weer een steile route met heel veel klimmen, dus ook het laatste stuk krijg ik niet cadeau. Zo hoort het ook natuurlijk, afzien tot het einde, nietwaar? Al een paar kilometer buiten Santiago kwam ik de eerste verbrande bossen tegen en dat is de hele weg zo gebleven. Een bijzonder triest gezicht en je ziet hele verbrande stukken vlak langs de huizen, tot zelfs de bomen in de tuinen van de huizen die verbrand zijn. Het moet behoorlijk angstig geweest zijn voor de mensen. Opvallend is dat je bomen ziet, die van onderen helemaal verbrand zijn en van boven alleen erg verschroeid, het blad zit er nog aan.
Ook opvallend is trouwens dat er ineens geen Spanjaard meer te zien is. De route is heel rustig en alle pelgrims die je ziet, zijn buitenlanders.
Ik zit nu in een refugio in Negreira met een stel Duitsers, een paar Amerikanen, een Frans meisje en ik. Maar geen enkele Spanjaard. De stemming is ook anders, ik zou bijna zeggen: erg relaxed. Iedereen heeft zoiets van: we hebben het al gehaald, dit is een extra toegift. Een toegift, waar ik weer erg van geniet, ook al is het luxe leventje weer even voorbij. In plaats van een ligbad sta ik nu weer in een doucheruimte met vier douchekoppen en allemaal tegelijk eronder. Maar daar staat tegenover dat ik vannacht slaap voor € 5 en dat doen Marnix en Geer me vast en zeker niet na!
Een dag voor mij en voor jullie
Vandaag was een dag voor mij en een dag voor jullie, voor allen die mij zo trouw hebben gevolgd en hebben meegeleefd tot aan mijn aankomst.
Vanmorgen ben ik weer naar de kathedraal gegaan om mijn hand op de pilaar te leggen, waar duizenden, waarschijnlijk miljoenen pelgrims voor mij hun hand hebben gelegd en waar in het marmer een hand is uitgesleten. Of je het nu onzin vindt of niet maakt niet uit, het heeft op mij weer veel indruk gemaakt, juist omdat al die mensen voor mij hier ook hebben gestaan. Symbolisch betekent het een soort dank aan Jacobus omdat hij je tijdens de reis heeft geholpen.
Vervolgens ben ik, ook samen met duizenden anderen achter langs het beeld op de graftombe van Jacobus omhoog geklommen, waar je dan de handen op de schouders van het beeld kunt en mag leggen. In de kathedraal zelf zie je al die mensen voorbijtrekken en steeds twee handen om het beeld.
Daarna was het tijd voor jullie om de beloofde kaarsen te branden:
Dat viel nog niet eens mee, omdat er in de kathedraal zelf geen kaarsen zijn, maar alleen elektrische lichtjes. Dat vond ik niks, dus eerst maar buiten kaarsen gekocht en voor alle mensen die daarom gevraagd hebben, aangestoken en gewenst dat het jullie allen goed mag gaan!
Daarna zijn we op ons gemak door Santiago gewandeld. Natuurlijk zijn er veel toeristen, maar het is een prachtig Middeleeuws centrum en overal komen de pelgrims aan of lopen rond.
Dat maakt toch dat er een andere sfeer heerst, dat het stadje doortrokken is van het doel van ontstaan: een pelgrimsoord. Eerlijk gezegd had ik een soort Lourdes verwacht en natuurlijk kun je er de meest vreselijke souvenirs kopen die je maar kunt bedenken, maar tegelijk is het een vrolijke stad en zie je overal in de straten muzikanten. Gisteravond om elf uur hebben we nog staan genieten van een hele groep zangers en iedereen was blij en vrolijk. Deze stad heeft toch sfeer.
En toen ben ik dus vanmorgen ook mijn post gaan halen op het postkantoor. Volgens de beambte was er niets voor mij, maar inmiddels ben ik wijzer geworden. Dus ik zei dat ze onder Otter moesten kijken en niet onder Den. Nee, daar was ook niets te vinden volgens hem. Maar dan komen er weer anderen bij en blijkt dat de man onder Mattheus heeft gezocht. En toen moest ik met alle kaarten en briefjes en goede wensen eerst maar eens even uitgebreid op een terras gaan zitten.
Het was weer geweldig en ik kon het weer niet droog houden, maar mijn troost was dat Gery daar ook moeite mee had. Ook post van de mensen die ik niet ken, maar de website gevolgd hebben. Jannie en Jaap, Janneke van het Kunstcentrum, Bep, Heleen en Stephen, Peter, Jan den Otter, Arij en Ellen, Rina en Andries, Bas en Caty, Joke uit Australië, het was fantastisch!!! Heel hartelijk dank en hiermee tegelijk ook aan alle mensen die me gesteund hebben op welke manier dan ook: met sms-jes, met vragen aan het thuisfront, enz.
Morgenochtend vertrek ik voor het laatste stuk naar Cap Finisterre. Ik heb hier bij de VVV een route gekregen. Volgens de vrouw daar stond de route verder altijd goed aangegeven. Stond, want nu na al die branden is het niet zeker dat het er allemaal nog is. Maar ik kom er wel……….aan het eind van de wereld.
Gery en Marnix vertrekken morgen ook in die richting en zoeken dan in de buurt van Cap Finisterre een hotel. Niet zeker is of ze dan een internetcafé vinden, maar ze zullen het zeker proberen zodat jullie tot het allerlaatste op de hoogte blijven. Mocht het niet lukken, zondag zijn we nog een dag in Santiago om het enorme wierookvat te zien zwaaien en dan komt er alsnog een bericht op de website. Tot de volgende keer!
De blijde intocht
5,72 km – 8169 stappen / totaal 3139,44 km – 4.506.096 stappen
Nou ja, blij, het had nog heel wat voeten in de aarde voor we elkaar gevonden hadden. Ik kom aan op het plein voor de kathedraal en verwacht mijn familie daar te zien, maar nee hoor. Dus ik wacht en ik wacht en sms en sms, krijg bericht terug dat ze allang op me staan te wachten. Alleen……… bij een zij-ingang in plaats van bij de hoofdingang. Ach ja, ze zijn ook niks gewend als ze in het buitenland zijn.
Maar alles kwam goed en het ongelooflijke is waar: Ik ben gearriveerd in Santiago de Compostela!!!! Na meer dan 3100 km gelopen te hebben en na viereneenhalf miljoen stappen gezet te hebben, heb ik mijn doel bereikt!!!!
Het geeft een heel dubbel gevoel: Fantastisch dat ik het heb gehaald en ik heb een fantastische voettocht gehad, maar wat jammer dat het nu voorbij is.
Eerst maar een kopje koffie gedronken en daarna zijn we met zijn drieën naar de mis gegaan. Een mis met twaalf heren, zoals dat heet. Het was wel indrukwekkend, al werd het grote wierookvat niet gezwaaid. Dat doen ze alleen op zon- en feestdagen.
En toen naar het bureau van de pelgrims om mijn Compostela te halen. Ik was niet de enige, er stond een rij vanaf onderaan de trap tot bovenaan toe, allemaal pelgrims.
Maar hier is ie dan toch, de felbegeerde Compostela!
Ja, en nu wordt het dus een paar dagen ‘vrije tijd´. Vandaag en morgen blijven we in Santiago de Compostela en dan ga ik woensdagochtend door naar Cap Finisterre. Gery en Marnix komen me dan daar ophalen en dan kunnen we zondag ook nog het wierookvat zien zwaaien voor we de thuisreis aanvaarden.
En wanneer ik thuiskom? Ja, ook dat moest geregeld, al wil ik er niet aan. Ik vertrek maandag 28 augustus om tien over vijf ’s middags met de trein om dan de andere dag, 29 augustus, om half één ’s middags ongeveer in Amsterdam-Sloterdijk uit de trein te stappen. En dan gaat voor de laatste keer de rugzak om de schouders, want dan kom ik verder teruglopen naar huis. Net zoals ik gekomen ben: over de pont en wellicht met halverwege een kopje koffie bij het Kunstcentrum.
Maar eerst nog even uitstel: op naar Finisterre!







