Categoriearchief: 2006: Camino Frances

Slapen in de kou

25,07 km – 36.334 stappen / totaal 1197,89 km – 1.720.137 stappen

Toen we vanmorgen opstonden, was het 3 graden boven nul, dus ijs- en ijskoud. Dus een goed ontbijt tegen de koude en om negen uur op weg. We moesten een poosje zoeken om de goede weg te vinden, maar na een tijdje dachten we hem te hebben. Helaas, 3 km later bleken we toch verkeerd te zijn, dus moesten we dwars door de weilanden, waar pa stier, moe koe en kind kalf ons erg interessant vonden (weer eens een ander soort dan Charolais-koeien) om weer op de juiste route te komen. Na 14 km stijgen (en zowaar ook dalen) arriveerden we in Issy l’Eveque, waar we net op tijd waren voor de lunch van één uur tot half drie. Volgens Geer kun je veel sneller een broodje eten, maar wij vonden dat we dat wel eens verdiend hadden. Na de lunch kwamen we twee dames tegen, die ons honderduit vroegen over onze tocht en wie schetst onze verbazing toen we op weg naar Grury, ons einddoel voor vandaag, ineens een huis zagen dat in het Hollands ‘Onze vesting’ heette. Er kwam een meneer naar buiten en het bleken Hollanders uit Naarden te zijn, vandaar de naam van het huisje. En wat doe je dan als Hollanders onder elkaar? Je gaat aan de koffie! Het was heel gezellig en we zaten op het terras in het zonnetje, zodat we ook weer een beetje konden opwarmen.
Om half zes waren we in Grury. Grury heeft één hotel, alleen was dat dicht. Wat nu? Eerst maar even naar de epicerie om raad te vragen. De eigenares vertelde dat er nog wel een gîte was, maar wel 2 km verderop en dat zagen we niet meer zo zitten natuurlijk. Geen nood, de vrouw liep met ons naar buiten en wees ons het huis van de vrouwelijke burgemeester van het dorp. Bij de tennisbaan was een gebouwtje en als we het haar vroegen, mochten we daar vast wel slapen. Dus op naar ‘Madame le Maire’. Die ontving ons heel vriendelijk en ging meteen aan het telefoneren om de sleutel te vragen. Helaas, geen gehoor. Vervolgens laadde ze ons in de auto om naar de mairie te gaan. Helaas, ook daar was geen sleutel. Toen is ze maar doorgereden naar de tennisbaan. De hal van het gebouwtje was open en dat betekende een wc, een wastafel en een tegelvloer om op te slapen. Dat hebben we maar geaccepteerd en toen moesten we weer snel terug naar de epicerie om boodschappen te doen. Het hele dorp bleek inmiddels op de hoogte te zijn gebracht. We hebben buiten aan de picknicktafel gegeten, maar echt weer om te picknicken was het niet. Het was ijskoud en natuurlijk heb ik net mijn warme trui aan Gery meegegeven. “Toch niet meer nodig”, dacht ik. Om acht uur hadden we het zo koud, dat we de tent van Suzanne op het grasveld hebben neergezet, zodat we tenminste een beetje ‘binnen’ waren, en alle kleren die we hadden over elkaar aangetrokken. Nu maar gauw gaan slapen, dan lijkt het minder koud.

31-5-2006: Het thuisfront

Na een onderbreking, die iets langer duurde dan verwacht, zijn we weer ‘in de lucht’. Om me heen liggen nu allemaal stukjes papier, waarop ik het een en ander opgeschreven heb om alles toch een beetje bij te kunnen houden.
We hebben een paar leuke dagen gehad. Het was wel een eind rijden, zeker als je bedenkt dat Theo dat hele stuk gelopen heeft, niet te geloven gewoon. En onderweg kregen we herhaaldelijk sms-jes in de trant van: Hoe ver zijn jullie? Komen jullie wel vooruit? Halen jullie het nog vandaag?, steeds gevolgd door de locatie waar Theo zich op dat moment bevond. Maar uiteindelijk reden we hem dan toch achterop op de D977bis. Het eerste dat ik zag, was dat hij een ontzettend bruine kop heeft gekregen en het tweede dat mij opviel, was dat hij mank liep. Dat kwam omdat hij last van zijn heup had en dat kwam weer volgens hem omdat de glucomotion op was. We hebben nog in de pharmacie gezocht naar een nieuwe voorraad, omdat ik maar één doos had, maar ja, dat wordt moeilijk als je op dat moment niet de Franse woorden weet voor ‘heup’ of ‘gewrichten’. Ja, nu ik weer thuis ben, schieten ze me weer te binnen.
En toen was er voor Theo geen ontkomen aan: zaterdag was rustdag. We sliepen in een chambre d’ hôte bij een Engelsman, een schitterend huis van buiten, maar somber van binnen en Mr. Langdon maakte nou ook niet zozeer een gelukkige indruk. En wat de prijs aangaat, hadden we beter een hotelletje kunnen nemen, dus dat weten we weer voor de volgende keer.
Hoewel we de glorieuze aankomst van Theo in Vezelay gemist hebben, zijn we nog wel naar de basiliek gegaan. Er was net een dienst aan de gang en dan staan voorin de kerk aan de ene kant ‘n stuk of acht monniken en aan de andere kant nonnen te zingen, aan één stuk door. Indrukwekkend vond ik dat en ik kan me goed voorstellen dat dat een enorme indruk maakt als je bent komen lopen. Niet dat ik nu bekeerd ben tot lopen, ook niet als ik dat zo zie. Dan heb ik iedere keer de neiging om te zeggen: “Theo, ik breng je wel een eindje” en vandaag gaf de Arbodokter me de raad te gaan fietsen. Nou, ik schrok me rot! Maar het is heerlijk te zien hoe geweldig enthousiast Theo nog steeds is.
Zondagochtend hebben we Theo en Suzanne afgezet bij het Lac de Settons en Ton en ik zijn weer teruggereden naar onze plichten met een kapotte filmcamera in de auto. Daar ben ik maandag meteen mee naar de winkel teruggegaan, waar ze me vertelden dat ze hem op moesten sturen en dat duurt vier tot zes weken. Dus ik heb het hele verhaal verteld en ik ga nu ongegeneerd reclame maken voor BBC in Zaandam, want die hebben alle begrip getoond en gedaan wat ze konden om te helpen. Vooral Peter Ladru, die ervoor gezorgd heeft dat ik vandaag een gloednieuwe leencamera op kon komen halen. Zoveel service vind je niet vaak meer!
Vandaag heb ik ook de nieuwe schoenen voor Theo opgehaald en nu rest mij dus nog een probleem: Hoe krijg ik schoenen en camera nou bij Theo? Iemand van de lezers zin in een tochtje naar Midden-Frankrijk soms???? De schoenen kan ik wel opsturen, maar dat durf ik niet echt met de camera, dus iemand nog een ander ludiek idee?????

filmcamera-web schoenen-web

Marnix woont inmiddels in zijn nieuwe huis, dus dat is deze week nog even helpen met opruimen en dan is het geklaard. Ik ben eerst maar eens met een auto vol troep naar het grofvuil gereden, omdat de hele gang volstond. Op de terugweg kwam Marnix op het idee dat hij nog een kast nodig had, dus die zijn we gaan kopen en tegelijk ook maar een paar tafeltjes en toen was er gelukkig weer iets in elkaar te zetten, met als gevolg dat de gang nu weer net zo vol staat met lege dozen, enz. Dus morgen nog maar een keer gezellig naar de vuilstort. Ach ja, het thuisfront mocht zich eens gaan vervelen!

Klimmen, klimmen, klimmen

23,77 km – 34.443 stappen / totaal 1172,82 km – 1.683.803 stappen

We hebben heel veel gelopen vandaag. Eerst vanmorgen natuurlijk naar de bakker om brood te halen en toen weer terug. Nou, we kregen melk, confiture, boter en koffie, ze moest wel drie keer lopen. Dus we hebben goed ontbeten en zijn voor het geheel in totaal € 32,60 kwijt. We zijn onderweg niemand tegengekomen, in deze streek lopen veel minder pelgrims en de streek zelf is erg dun bevolkt. Maar dat geeft niet, want we vermaken ons wel, we lachen wat af. Ik heb me als een man gedragen door Suzanne tegen een grote hond op een boerderij, waar we langskwamen, te beschermen. Dat is tegenwicht tegen die spartelende beentjes van een paar dagen geleden. We verbazen ons over het feit dat we alleen maar klimmen, klimmen en nog eens klimmen. Ik bedoel maar, eens moet dat toch ophouden, je kunt toch niet alleen maar klimmen steeds? Je zou toch ook eens moeten afdalen? Nou, mooi niet, we klimmen alleen. Geer zegt dat het de Jacobsladder van St. Jacques is en dat dat erbij hoort. Mooi gezegd, maar zij hoeft niet te klimmen! Maar we zijn weer een stukje verder en zitten nu comfortabel in een hotel in Luzy, dus wie doet je wat?

Hoezo, ‘complet’?

26,04 km – 37.749 stappen / totaal 1149,05 km – 1.649.360 stappen

We hebben vandaag stevig gelopen. Vanmorgen regende het, maar vanmiddag was het droog en hadden we zelfs af en toe zon, dus het was lekker.
Wel vermoeiend, Suzanne was bekaf, maar na een poosje rusten is ze alweer helemaal fit.

Suzanne-web

We hebben niemand echt gezien of gesproken, we kwamen alleen een groep wandelende Nederlanders tegen, die zelfs te beroerd waren om gedag te zeggen. Dat is dan wel even een groot verschil met de Fransen hier, die zo belangstellend zijn, maar ja, de wereld bestaat niet alleen maar uit vriendelijke mensen, zullen we maar zeggen.

In St. Leger sous Beuvray hadden we een adres van iemand die chambres d’ hôte had, dus daar aangebeld. “Non, non”, er was geen enkele mogelijkheid, ze was helemaal ‘complet’. Dus Suzanne wilde zich al omdraaien, maar ik ken de Fransen langer dan vandaag, dus ik bleef doorzeuren, zo van: “O, wat erg, weet u dan een ander adres? Ja, als u vol zit, wordt het natuurlijk moeilijk, maar ja, waar zouden we dan heen moeten?” en meer van dat soort blabla en het einde van het liedje is dat we nu een heel appartement voor onszelf hebben. Er zit geen ontbijt bij, dat is veel te veel werk natuurlijk, maar als ik nu morgenochtend eerst naar de bakker ga, dan wil zij wel koffie zetten en misschien heeft ze ook nog wel een beetje confiture. Ja, zo gaat dat dan op z’n Frans. Heerlijk toch? Aan de overkant is een restaurant waar we hebben gegeten, maar we konden na het eten het restaurant niet uit, zo’n wolkbreuk was er. Het wil nog niet echt zomeren, maar ik hoor van Geer dat het in Nederland ook slecht weer is, dus dat troost weer een beetje.

Vuurdoop voor Suzanne

23,5 km – 34.000 stappen / totaal 1123,91 km – 1.611.611 stappen

Gisteren was het rustdag geblazen, hebben we de basiliek in Vezelay met zijn drieën bekeken en ’s avonds lekker gegeten in een Logis de France op de weg naar Clamecy.
Vanmorgen hebben Ton en Gery ons naar Le Settons gebracht, daar hebben we nog een kop koffie met zijn allen gedronken en vervolgens zijn Ton en Gery richting Nederland vertrokken en Suzanne en ik richting Anost. Nou, Suzanne heeft vandaag meteen wel de vuurdoop gehad. Het heeft werkelijk de hele dag geregend en we hebben constant met de poncho moeten lopen. Ik wilde elegant over een boomstam klimmen, maar helaas viel ik er overheen en zag Suzanne alleen nog twee benen spartelen. Dat was lachen natuurlijk (nou ja, vooral voor Suzanne). Er zaten drie grote heuvels in de route, dus het was steeds fors klimmen geblazen en het pad was af en toe gewoon onbegaanbaar. We zijn door het bos geploeterd door grote plassen en kolkende rivieren, die eigenlijk lieflijke beekjes horen te zijn. En wat ook erg was, was dat we voor de lunch alleen maar chocoladekaakjes hadden. Kortom, het was afzien. Het enige levende wezen dat we onderweg zijn tegengekomen is een ree op nog geen 5 meter afstand, die in het prikkeldraad vastzat en zich op het laatste moment nog net kon losrukken. Maar…we zijn er gekomen en zitten nu in Anost in een gîte van een tot hotel omgebouwde boerderij en we zijn weer schoongespoeld. De poncho’s hebben we met warm water onder de douche schoongemaakt, er kwam pure bagger af. Aan de overkant hier is een restaurant en daar hebben we weer lekker gegeten, dus alle leed is weer geleden. Tijdens het eten hebben we gepraat met drie Duitse vrouwen, die ook naar Santiago gaan, maar dat waren wel erg zweverige types en dat is toch niets voor mij, merk ik. Ik loop hier gewoon voor de lol, zelfs als het de hele dag regent, en zweven was er echt niet bij vandaag!

Bezoek

18,93 km – 27.439 stappen / totaal 1100,41 km – 1.577.611 stappen

Vanmorgen aan het ontbijt kreeg ik van Jacques koude koffie te drinken met een sigaar erbij. Dat is een slechte combinatie, dus eenmaal aan de wandel ben ik eerst maar ergens een ontbijt gaan scoren met warme koffie. Onderweg naar Lormes kwam Jacques me weer met zijn vriendin achterop gereden, ze moesten toch naar het postkantoor en ik kon toch meerijden? Ach ja, de mensen bedoelen het allemaal zo goed, dan valt het niet mee om nee te zeggen. In afwachting van Gery, Ton en Suzanne heb ik hen steeds gemeld waar ik liep, eerst de D17, maar toen waren ze er nog steeds niet (je zou toch zeggen, met een auto ben je er zo), dus toen ben ik maar doorgelopen over de D977bis in de richting van Ouroux. En jawel, daar reden ze mij achterop en zo zat ik wederom comfortabel in een auto. Voor degenen die nu denken dat ik weer kilometers smokkel (er zijn altijd mensen die argwanend zijn natuurlijk) kan ik mededelen dat ik weliswaar comfortabel in die auto zat, maar dat die auto wel reed waar ik al gelopen had, namelijk terug naar Vezelay! Daar hebben we kamers gehuurd, dus morgen wordt het alweer een vrije dag. Het schiet niet op zo. Maar aan de andere kant is het wel heerlijk dat ze er zijn natuurlijk!

St Jacques in Lormes

14,69 km – 21.291 stappen / totaal 1081,48 – 1.550.172 stappen

Jacques-web Lormes-web

Er overkomt me toch ook iedere dag weer iets anders. Ik vertrok vanmorgen uit Avallon en het is slecht weer. Maar goed, ook dat hoort erbij. Dan kom ik op een kruispunt en daar staat een fietser. Die vraagt: “Als u die kant opgaat en u komt iemand tegen, wilt u dan zeggen dat ik hier sta te wachten?” Natuurlijk wil ik dat. Een eindje verder zie ik een man wandelen, dus ik vraag hem: “Heeft u een afspraak met iemand op het kruispunt?” “Nee, ik loop hier gewoon te wandelen”. Om het gesprek op gang te houden, vraag ik: “Weet u toevallig of er in het volgende dorp een overnachtingsmogelijkheid voor me is?” “Nou, ik weet het niet zeker, maar ik geloof niet dat er een mogelijkheid is. Maar je kunt wel bij mij komen slapen”. Nou, graag doe ik dat, want zulk lekker weer is het ook niet om te wandelen en dan weet ik tenminste zeker dat ik vannacht kan slapen. Dus we lopen samen terug naar zijn huis en hij vraagt: “Wat ben je aan het doen en waar ga je eigenlijk naar toe?” Ik vertel hem dat ik naar St. Jacques de Compostela onderweg ben en dan zegt hij: “Nou, ik ben Jacques!” En hij heet ook echt zo.
Hij heeft me in zijn huis geïnstalleerd, ik mag overal aankomen en in kijken en vervolgens is hij weer vertrokken om zijn wandeling voort te zetten. Hij is de voorzitter van Amnesty in de regio en gepensioneerd hoofdonderwijzer en woont alleen sinds tien jaar geleden zijn vrouw is overleden. Dus jullie zien dat Jacques zich hoogstpersoonlijk over mij ontfermt! Morgen hoef ik geen slaapplaats te zoeken, want Ton, Suzanne en Gery hebben kamers gehuurd bij een Engelsman, dus dan zien wij elkaar bij Mr. Langford.

Per taxi kan het ook

Daar ben ik weer op de cyber-autoroute. Ik heb net alle commentaren weer eens doorgelezen en het is ongelooflijk hoe zo’n eenvoudige wandeling gevolgd wordt door jullie. Want het is toch echt niet meer dan het ene been steeds weer voor het andere zetten. Zoals Bep steeds zegt: “Alles stapje voor stapje”. En dat is het dus.
Het meest fascinerende vind ik steeds die onverwachte ontmoetingen. Komen die nu in het dagelijkse leven ook zoveel voor of hebben we er dan geen aandacht voor of geen tijd om daar aandacht aan te besteden?
Dankzij de Belgische engelen die me gestuurd zijn, is mijn buik weer zowat beter en met de (Belgische) Paul heb ik gisteren onze gebruikte calorieën weer aangevuld. Dat is een hoogst noodzakelijke bezigheid waarvoor hij van zijn diëtiste een heus formulier had met wat te eten op een dag tijdens de wandeling. En ik garandeer jullie dat ik echt nog lang niet genoeg eet als je dat leest. We gebruiken gemiddeld vijftienhonderd calorieën over 20 km per dag plus natuurlijk wat je normaal al verbruikt. Als je dat alles bij elkaar telt, kunnen we zoveel eten als we willen. Nooit genoeg dus.
Gisteren was de aankomst in Vezelay voor mij een geweldige gebeurtenis. Je stijgt over een heel steile weg naar de basiliek en net als je denkt: “Dit trek ik niet meer”, zie je de muren van de kerk en ben je bijna boven. Echt een aanrader voor wie het aandurft.
Overigens: Judith moet er maar eens over denken om dit te gaan doen met Leo. Als je het handig indeelt, hoef je niet eens met een al te zware rugzak te lopen, dus heb je een probleem minder.
Leuk werk trouwens, al die post ophalen. Er stond daar een grote bak met allemaal post voor pelgrims. Wel even formaliteiten doen natuurlijk, want zonder veel papieren gaat hier niets. Maar ja, dat geeft wel ‘jus’ aan het leven.
Vanmorgen heb ik een taxi genomen van Vezelay naar Avallon om naar de schoenmaker te gaan in het Centre Commercial. Nou niet allemaal gaan zeggen dat dat niet kan, want ik smokkel echt geen kilometer, hoor. Maar de zolen van mijn schoenen zijn los en de schoenmaker had natuurlijk eerst geen tijd, maar ik ken Frankrijk zo’n beetje, dus heb ik geprezen en geprezen en nog eens geprezen en verteld waarom ik ze nodig had en nu gaat hij zijn best doen de schoenen vanavond klaar te hebben.
Ik heb een luxe kamer genomen in een hotel en morgen zie ik wel weer verder. Pelgrim Theo leert ‘los te laten’ en dat lukt steeds beter. Maar ja, zorgeloosheid is ook niet goed altijd. Wat kan het leven toch ingewikkeld zijn…..
Nou allemaal, het is bijna twaalf uur, dus tijd voor een restaurant: je moet toch wat op zo’n gedwongen rustdag……..niet?
Groeten aan iedereen en ULTREIA
Een PS-je van het thuisfront: Maandag ben ik weer terug met nieuwe berichten. Mocht de website ineens wegvallen, dan ligt het niet aan jullie, maar onze provider gaat dit weekend verhuizen en dan zal de stekker er toch even uit moeten. Geen nood, we komen weer terug! Groeten van Gery.

Ik sla mijn ogen op en zie …..

17,31 km – 25.098 stappen / totaal 1066,79 km – 1.528.881 stappen

Is het niet fantastisch? Ik ben in Vezelay! Wat ik ooit gezegd heb: “Dat wil ik ooit ook: lopend in Vezelay aankomen en van ver de basiliek al op de heuvel zien staan”, is vandaag gebeurd!!.
Arlette en Etienne was ik vanmorgen uit het oog verloren, die liepen ver voor me uit. Toen ik omstreeks de middag in een of ander gehucht kwam met maar twee, drie huizen, zag ik ineens voor de deur van een van die twee huizen twee rugzakken staan. De deur stond open en toen ik voorbij wilde lopen, zag ik Etienne en Arlette binnen zitten, die zeiden: “Kom erbij!” En zo zaten we plotseling bij mensen in huis, die ons voorzagen van water, brood en kaas. We hebben er uitgebreid zitten praten, ze hadden een gastenboek waar iedereen iets in schreef die langs en dus ook binnenkwam. Er stonden echt mensen in van over de hele wereld. Wij moesten er uiteraard ook iets in schrijven. We zaten een poosje gezellig te praten, toen er na een minuut of twintig een meneer aankwam die vroeg of dit de familie Benoit was. Hij zei dat hij hen kende, want de zwager van zijn zus was er ook geweest. Uiteraard werd dat opgezocht in het gastenboek en jawel, de betreffende persoon vonden we terug. Zo zaten we daar dan met zijn vieren en toen we weggingen, liep het echtpaar een paar honderd meter mee om ons de plek te wijzen vanwaar je de basiliek van Vezelay kon zien liggen.
En steeds als je een eindje verder liep, zag je de basiliek liggen. vezelayy-web

Ik vond dat heel erg indrukwekkend en precies zoals ik me dat had voorgesteld. We gingen omhoog aan de achterkant van de basiliek over de oude pelgrimsweg. Het was een sensationeel gevoel daar naar boven te sjouwen (want het was geen makkelijke weg) en dan te denken aan miljoenen voetstappen, die hier sinds 800 of daaromtrent zijn gezet van al die mensen. Te weten dat al die mensen letterlijk en figuurlijk ieder met hun rugzak hier hebben gelopen, ieder met zijn eigen sores en zijn eigen pakje in het leven. De dag van vandaag was letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt en heel bijzonder.
Het was mooi zonnig weer; in de basiliek werd ik heel hartelijk ontvangen en kreeg ik mijn stempel. In deze schitterende basiliek heb ik vervolgens mijn kaarsjes gebrand en ben afgedaald naar de crypte, waar juist een dienst gehouden werd. Crypte-Vezelay-web

Kortom, alles werkte mee om van deze dag een dag met een gouden rand te maken. En ik moest denken aan wat de vrouw bij de fysiotherapeut zei: “Als St. Jacob wil dat u pelgrim wordt, dan wordt u ook pelgrim, hoor!” En nu stond ik hier dan toch.
Toen ben ik naar het postkantoor gelopen, waar een stapel post op me lag te wachten! Geweldig was dat ook, ik werd er emotioneel van. Fantastisch bedankt Ton en Nora, alle collega’s van het Kunstcentrum Zaanstad, Arij en Ellen, Rina en Andries, Jan en Olga, Leen en Ineke, Bep! Het heeft me geweldig veel goed gedaan!
Nu zit ik samen met Paul uit Overijsse (bij Brussel) in de lange straat die naar de basiliek toeloopt in een huis van de zusters. We slapen op een zaal met vier bedden, waar wij samen dus het rijk alleen hebben. In de zaal naast ons slaapt een groepje Japanners met een gids, die Engels spreekt. Die gids vroeg me wat we aan het doen waren en waarom. Dus ik vertel het en de gids vertaalt dit voor zijn groep. Begonnen die Japanners voor ons te buigen!
Straks gaan Paul en ik uit eten, want we hebben zojuist besproken dat we gaan bezuinigen, want het kost al met al behoorlijk wat. We gaan dus bezuinigen, maar ja, je moet toch goed eten, anders kom je nergens. En we slapen nu al goedkoop, dus kunnen we wat we daarop besparen toch heel goed in de pot voor het eten doen?
Ik heb een fantastische dag gehad!

Belgische pillen

14,69 km – 21.293 stappen / totaal 1049,48 km – 1.503.783 stappen

Kijk, Jacobus heeft overal zijn discipelen zitten. Gisteravond heb ik bij het Belgisch echtpaar, Etienne en Arlette, gegeten en toen ik opmerkte dat ik buikpijn had, kreeg ik van hen een kuurtje voor vijf dagen, dat ze bij zich hadden. En… dat helpt. Zo zie je maar weer, een pelgrim heeft geen dokter nodig, pelgrims helpen elkaar. Arlette vroeg of ik priester was, omdat degene die hen had uitgezwaaid, bevriend was met een priester, die ook ging lopen en die priester bleek Hans te zijn, die ik een paar dagen geleden heb ontmoet.
We hebben een stuk met zijn drieën gelopen en tussen de middag met elkaar gegeten voor € 11,50 de man inclusief wijn. Vanmiddag is het hevig gaan waaien en toen we op de camping aankwamen in St. Moré stond er een stevige storm. Ik kreeg op de camping weliswaar een idyllisch plekje, vlak bij de beek, maar dat heeft ook zijn nadelen. Door de hevige wind woei mijn grondzeil iedere keer zowat de beek in. Het kostte heel wat moeite mijn tentje overeind te krijgen. Toen hij eenmaal stond en ik languit lag, hoorde ik ineens een hevige knal en was er op nog geen 5 meter afstand van mijn tentje een hele grote tak naar beneden gekomen. Kortom, een zware storm. Toen Arlette erachter kwam, dat je ook caravans kon huren, was het snel besloten en nu zitten we gedrieën comfortabel in een caravan.
Morgen hoop ik in Vezelay aan te komen, dan is de eerste mijlpaal bereikt.

Gelukkig weer aan de wandel

20 mei: rustdag
21 mei: 30,8 km – 44.643 stappen / totaal 1034,79 km – 1.482.490 stappen

Ziezo, de rustdag is weer voorbij en eigenlijk vind ik zo’n rustdag niks. Auxerre is een prachtige stad en er is veel te zien, daar niet van, maar eigenlijk loop ik liever. Je schiet niet op op zo’n dag. Bovendien krijg ik mijn film niet meer uit de camera en hier weten ze niet wat het is, dus kan ik niet filmen en dat is heel erg jammer. Daar zal dus een oplossing voor moeten gezocht, desnoods moet Geer hem maar meenemen en thuis laten maken.
Toen ik vanmorgen wegging, was ik bij het ontbijt met de receptioniste van het hotel aan het praten over wat ik aan het doen was en zo. Er zat nog een echtpaar, die deden natuurlijk beleefd of ze niet meeluisterden, maar toen ik wegging, vroegen ze of ik in Santiago een kaarsje voor hen wilde branden, voor de ‘onbekenden van Auxerre’. Leuk toch?
Verder ging ik vandaag weg met regen, maar het werd onderweg steeds zonniger en het werd mooi weer, alleen de wind was koud. Een Frans echtpaar, dat op een zondagmiddagwandeling was, heeft voor de gezelligheid een aantal kilometers met me mee gelopen, dus dat was erg gezellig, En nu staat mijn tentje weer stevig en vast op de camping in Accolay. Op de hele camping is verder alleen nog een Belgisch echtpaar aanwezig, verder is alles leeg, dus ze struikelen niet over mijn scheerlijnen. Ik heb in het dorp nog geen restaurant gezien, maar het echtpaar heeft al gezegd dat zij nog wel een stuk kip voor me hebben als ik niets kan vinden en ik heb nog een aantal Marsen, dus ik zal niet van de honger omkomen.
Ik heb al een paar dagen een branderige pijn in mijn onderbuik, dacht eerst dat het schraal was, maar er is niets te zien, dus ik weet niet wat het is. Ik voel me verder kiplekker, maar ‘dokter’ Geer is van mening dat ik naar de dokter moet, omdat het wel een blaasontsteking zou kunnen zijn. Nou, ik zal wel kijken morgen of er een dokter in dit dorp is en anders doe ik dat wel in Vezelay, als het tenminste dan nog niet over is. Ja, dat krijg je ervan als je hebt beloofd alles eerlijk te zeggen, dan word je meteen naar de medische sector gestuurd. Maar ach, een pelgrim mag ook wel eens klagen. En ik heb het zo goed naar mijn zin, dat ik er niet aan denken moet door iets stoms af te moeten haken, dus misschien, ik herhaal misschien, volg ik haar wijze raad wel op.

20-5-2006: Het thuisfront

verf-web Ja, ik weet het, ik kreeg moppers omdat er niet elke avond stipt op tijd iets nieuws op de website stond, maar ik kan er niets aan doen. Soms werd het nachtwerk en dan lagen jullie allang op één oor (op twee ligt zo lastig). Maar enfin, het grootste werk ligt nu achter ons, wat rest is de ‘finishing touch’. Want een werk was het en zonder de onschatbare hulp van Ton, Suzanne en René zou het allemaal niet zijn gelukt. Maar nu krijgt Marnix dan toch een leuk en gezellig appartement. Wat te denken van een lyrische beschrijving als: een woonkamer, waarvan de muren juni zijn, de keuken opgewekt, de slaapkamer in een combinatie van warm terra met paraffine en het toilet in jeansblauw? Voor wie nu denkt dat het me in het hoofd is geslagen: zo heten de kleuren die we in drie lagen op de muren hebben geschilderd. Om toch ook eenvoudig te blijven, is de badkamer in wit en rood gehouden. In het linoleum dat er ligt, kun je je nu spiegelen en alles blinkt van de properheid, wat ik van mijn huis hier helaas niet kan zeggen. Marnix en ik zijn samen wezen winkelen en dat is dan voor moeder een klein voordeeltje van zijn rugpijn, want dit is in de laatste dertig jaar niet meer voorgekomen. En dan zo eensgezind! Wij gingen op naar Ikea met zijn tweeën en waren het er na afloop over eens dat het een rotzaak is, maar goedkoop en daar gaat het maar om. We zijn begonnen met de aanschaf van een afzuigkap en die waren allemaal van roestvrij staal en € 800 of daarboven. Toen vielen wij allebei op een zwarte, die bovendien ‘maar’ € 340 kostte. “Ja”, zei de verkoper neerbuigend, “deze verkopen we niet meer, want niemand koopt dat, iedereen wil roestvrij staal”. Waarop we de man duidelijk hebben gemaakt dat wij niet iedereen waren en dat hij daar toch hing, dus dat we die wilden hebben. Hij was zo goed niet of hij toog naar het magazijn om te zien of er ergens in een verloren hoekje nog één stond. En ja, zowaar, en bovendien kregen we hem toen voor € 110. Moe den Otter zou erg tevreden over ons geweest zijn.
We hebben trouwens ook erg veel gelachen tijdens de werkzaamheden. In het trappenhuis stond een heleboel rotzooi van de vorige bewoner. Dus ik aan ‘t mopperen, dat dat geen stijl was en dat ze dat nog maar eens even weg moesten halen. Hoor ik ineens Suzanne, die tussen die troep stond te kijken, mompelen: “Volgens mij is dit een complete kast”, waarop we de hele handel naar binnen hebben gesleept en er dus inderdaad een geheel gedemonteerde, maar complete TV kast bij bleek te zitten. Die is weer netjes in elkaar gezet door René en Ursula, gelakt door Andries en dat is dus een gratis kast. Zegt Marnix ineens: “Ja, maar misschien staat die te wachten tot ze hem nog op komen halen. Hebben jullie die niet gewoon gepikt eigenlijk?” Nou, gepikt of niet, hij staat er en een knapperd die hem weer wegkrijgt.
Niet alles ging over rozen, want het bleek dat wij bij Ikea een halve linnenkast hadden aangeschaft. Er waren twee dozen, maar ja, wij hadden er maar één. Dus wij zaterdag weer naar Ikea om de andere doos en ik weet niet of jullie dat weten, maar dat moet je dus nooit op zaterdag doen!! Enfin, het is gelukt en je kunt ook wel lachen, want hebben jullie wel eens geprobeerd een driezitsbank mee te nemen in een Citroen C3? Dat zagen wij gebeuren: een halve zit kon in het autootje en de overige tweeëneenhalve zit staken dus hoog de lucht in. Goed, Suzanne en ik hebben bij terugkeer de kast in elkaar gezet en konden vol trots constateren dat wij slimmer zijn dan Youp van ‘t Hek, want wij hielden geen plankjes over.
Marnix kan nu wel beter lopen, maar zitten is nog hopeloos, dus daar valt nog wel wat aan op te knappen door de heren doktoren. Verder ga ik donderdag naar Vezelay om Theo te zien, die moet dan dus weer een rustdag nemen en dat bevalt hem niet erg, merk ik. Voor die tijd moet de auto nog wel even schoon, want zo kan ik de chef niet onder ogen komen natuurlijk. Ik zal blij zijn hem weer eens even te zien en bij te kunnen praten. Het gevolg zal wel zijn, dat jullie dus een paar dagen niets op de website zien verschijnen, maar alla, de meesten van jullie zijn toch op vakantie!

Duizend kilometer!

25,77 km – 37.359 stappen / totaal 1003,99 km – 1.437.847 stappen

duizend-web

En ziedaar, Pelgrim Theo heeft 1000 km onder zijn aangepaste schoenen weggelopen (als Geer tenminste niet weer fouten heeft gemaakt). Toch wel een prestatie, zeg ik bescheiden. Om dat te vieren, zit ik nu riant in een hotel in Auxerre en heb ik morgen een rustdag genomen.
Gisteren heb ik met Hans lekker mosselen gegeten en gezellig zitten praten. We waren het er beiden over eens, dat het verhaal van Jacobus en het doel eigenlijk niet belangrijk zijn, maar dat het vooral gaat om de weg erheen. Ik kwam vandaag in Auxerre aan, vergezeld door twee fietsers, die voor mij afstapten om nu eens van alles en nog wat van me te horen. Toen ik vertelde dat ik morgen een rustdag neem om Auxerre te bekijken, kreeg ik meteen van alles en nog wat te horen over bezienswaardigheden waar ik beslist heen moet gaan.
Nog iets leuks: Ik stapte in Auxerre een boekhandel binnen om te kijken of ze een gids hadden van de Grande Randonnee 13: Traversée de Morvan. Die hadden ze niet, maar de verkoopsters in de winkel waren wel vol belangstelling voor mijn reilen en zeilen. Ze zeiden dat ik absoluut naar de abdij moest gaan. Ik vroeg waar die ergens was. Toen zei een van de verkoopsters: “Wacht even, ik trek even mijn schoenen aan en dan lopen we er naar toe. Hij is nu wel dicht, maar dan weet je de weg”. En zo liepen wij gezellig keuvelend door Auxerre. Het blijft geweldig leuk dat mensen zo spontaan reageren en zoveel belangstelling hebben.
Omdat ik bij de start een stempel van de Gereformeerde (pardon: Protestantse) kerk van Zaandam heb gehaald, leek het mij wel aardig om in Auxerre ook een stempel van de Eglise Réformée te halen. Ik ben er toch zondag, dus ik dacht naar de dienst te gaan en dan komt het wel in orde. Toen ik ging kijken hoe laat de dienst begon, vond ik een laconiek briefje: morgen geen dienst in verband met een gezamenlijke picknick! Dus dat gaat niet door, dan maar een stempel bij de abdij zien te bemachtigen.
Ik ging bij het Bureau de Tourisme informeren waar ik kon slapen en ook daar moest meteen uitgebreid gepraat worden natuurlijk. Opeens zei het meisje achter de balie: “U bent toch Hollander? Dan kent u Nederlands. Kom eens even mee”. Het bleek dat ze een pamflet hadden hangen in vier talen, waaronder Nederlands en dat ze er niet zeker van was of het wel goed was. Of ik maar zo vriendelijk wilde zijn het even door te lezen. Dat heb ik natuurlijk gedaan en toen ik alleen maar de opmerking had dat “Een wandeling doorheen Auxerre” niet fout was, maar dat wij gewoon zeggen: “Een wandeling door Auxerre” was dat een hele opluchting, want het viel dus mee met de fouten. Pelgrim Theo heeft dus zowaar vandaag ook nog een goede daad verricht. Waar moet dat heen?

Routinedag

22,31 km 22,31 – 32.339 stappen / totaal 978,22 km – 1.400.488 stappen

Het was vandaag wat je noemt een routinedag. Ik heb over departementale wegen gelopen en gedurende
tweeëneenhalf uur zoveel buien gehad, dat ik voortdurend met mijn poncho heb gelopen. Nu schijnt de zon, maar het is erg koud. Arij, bedankt voor je oplettendheid. Je ziet, die vrouwen zijn niet te vertrouwen, ze boren je zo 10 km door je neus. Ik heb onmiddellijk opdracht gegeven dit te corrigeren natuurlijk. En Wim zal ik even uitleg over de route geven, die ik volg: Ik loop via Auxerre a) omdat Auxerre een mooie oude stad is, waar ik graag mijn rustdag door wil brengen en b) omdat Gery anders zo ver moet rijden als ze me met Hemelvaartsdag op komt zoeken en omdat ze een kamer besproken hebben in de omgeving van Vezelay. Jan, ik snap dat je het jammer vindt dat ik niet over Limoges ga en ik had graag een nachtje bij je willen slapen, maar ik heb me al jaren geleden in mijn hoofd gezet dat ik via Le Puy wilde gaan. Waarom weet ik ook niet, maar ja, het is zo. En een ware pelgrim kan natuurlijk niet afdwalen, dat snap je.
Ik heb vandaag alleen gelopen, maar toen ik in Chablis kwam, zaten mijn medepelgrims Hans en Jan bij het begin van het dorp op me te wachten. We hebben gedrieën nu onderdak gevonden in een oud parochiehuis, wat zeg ik, een oeroud parochiehuis. En niet alleen oud, maar ook erg verwaarloosd. Ik slaap vannacht in een bed dat volgens mij nog uit de Eerste Wereldoorlog stamt. Het is veel te kort, zelfs voor mij en onder het bed bevindt zich nog een plankje, waarop je de po kunt zetten. Maar nou ja, voor € 15 kun je ook niet te veel eisen stellen natuurlijk. Er staat een bakje op de kast en of je daar maar wat geld in wilt stoppen ten behoeve van de parochie. Dus maar eens kijken of we na het eten en een eenvoudige Chablis (je bent tenslotte in Chablis of niet) nog wat aalmoezen over hebben.

Tonnerre

29,29 km 29,29 – 42.459 stappen / totaal 955,91 km – 1.368.149 stappen

Ja, wie liep daar nu vanochtend naast me, behalve Guy? Zou dat een kater kunnen zijn? Het was moeilijk in de benen komen tenminste, dus eerst maar een stevig ontbijt. We vertrokken wat laat, zodat we hard hebben moeten lopen om Tonnerre te halen. Ja, dat heb je ervan. En Gery had ook al geen medelijden, die sms-te hardvochtig: ” ’s Avonds een vent, ’s morgens een vent!”
Het was de hele dag droog, maar erg benauwd. Het is erg leuk, dat hier zoveel belangstelling is voor Santiagogangers. We zaten onderweg bij een lavatoire onze laatste koekjes te eten, toen er een mevrouw met kinderen voorbijkwam, die meteen zei: “Ultreia! Als je wat nodig hebt, kom je maar langs. Het is daar waar die auto staat.”
Ook de ontmoetingen met andere pelgrims zijn heel boeiend. Je merkt dan dat iedereen zo zijn eigen verhaal heeft waarom hij aan deze tocht is begonnen, zijn eigen zorgen en problemen, zijn eigen doelstellingen. Guy en ik hebben vandaag weer samen gelopen en hebben nu de laatste twee kamers in het hotel in Tonnerre. Morgen gaat hij rechtstreeks naar Vezelay en de andere Hollander ook, alleen ik loop via Auxerre. Dus dan ben ik mijn kennissen weer kwijt. Zo gaat dat dan ook weer. De meesten gaan trouwens over Limoges en niet over Le Puy. Er is nog een Hollander die wel naar Le Puy loopt, maar die kent daar een verblijf voor terminale patienten, dat hij heeft gesponsord. Dat geld gaat hij nu brengen en blijft er dan meteen een maand werken. Pas daarna loopt hij door naar Santiago.
Mijn planning is als volgt: morgen naar Chablis, de dag daarna naar Auxerre, daar een dag rust en daarna naar Vezelay. Als ik daar ‘te vroeg’ ben, loop ik misschien nog wel een stukje verder, dan moet Gery maar iets verder rijden, maar zoveel is dat nu ook weer niet. Ik zal wel zien, ik kan het deze volgende dagen in ieder geval op mijn gemak doen. Al jullie commentaren vind ik nog steeds geweldig, ze worden heel erg gewaardeerd. Ik heb veel plezier gehad om de uitleg van Jinze over de fluitende vogeltjes, heel goed uitgelegd en dan tot slot het laatste zinnetje. Het is echt heel leuk om te horen hoe mensen meeleven en, naar ik hoop, ook meegenieten, want het is en blijft een fantastische ervaring.

Whisky en wijn

26,26 km – 38.203 stappen / totaal 926,62 km – 1.325.690 stappen

whisky-web wijn-web

Ik spreek nu Frans, Engels en Nederlands door elkaar heen, want na het drinken van whisky en wijn kun je alles. Guy (de Belg) en ik hebben vandaag samen gelopen tot aan Bragelogne, dus dat was erg gezellig. In Bragelogne zijn we in een gîte beland en zitten daar nu inmiddels met zijn drieën: een andere Nederlander, Jan, Guy en ik. En weet je wat nu zo raar is? We moesten natuurlijk even boodschappen doen om vanavond te kunnen eten en de bar gaat hier om vier uur open, maar de winkels om vijf uur. Dus wat moet je dan? Eerst maar naar de bar natuurlijk. Daar namen we een whisky. Nu houd ik helemaal niet van whisky, maar ik heb ontdekt dat dat overgaat als je er maar genoeg neemt. We hebben daar een heel gesprek gehad met een pastoor, die ruim veertig jaar in de Kongo is geweest. Ik kan niet goed uitleggen hoe leuk dat is, zulke ontmoetingen, maar er gaat een andere wereld voor je open. Of kwam dat al door de fles? Enfin, we hebben macaroni gemaakt en daar hoort natuurlijk een fles wijn bij en nu hebben wij het heel, heel erg naar ons zin. We nemen de grootste besluiten, zoals: “Niet verder kijken dan naar de dag van morgen.” Je ziet welk een wijsheden ik al vergaard heb. Er was geen bereik van mijn mobiel, dus toen moesten we met zijn drieën naar de brug wandelen om Geer te bellen en ook dat vonden wij heel erg leuk. Kortom, eigenlijk vinden wij alles leuk. Geer vertelde dat ze bezig was in het huis van Marnix en dat vonden wij ook ontzettend leuk. Dat kan morgen nog wat worden, want we moeten dan namelijk heeeel ver lopen!!

Sandwich

22,68 km – 32.874 stappen / totaal 900,36 km – 1.287.487 stappen

Nou, die sandwich met ham van gisteravond viel achteraf gezien nogal mee. Ik zat hem net zielig te eten toen het meisje binnenkwam, dat ook in de gîte zou slapen. Die begon meteen te roepen dat dat natuurlijk niet ging, toverde rijst, eieren en olijven tevoorschijn en heeft binnen de kortste keren een heerlijk maal voor me gemaakt. Dus dat was geweldig.
Vanmorgen besloot ik niet door de bossen te lopen, maar toen liep ik een heel stuk over de Route Nationale en dat is niet zo leuk eigenlijk. Ik passeerde onderweg twee Hollandse dames van zekere leeftijd, die aan de kant van de weg zaten te eten, dus ik zei: “Eet smakelijk”. Nou, toen had ik meteen contact: “O, bent u Hollander?”, alsof ze al jaren geen Hollander meer ontmoet hadden. Maar dat maakt niet uit.
Het was prachtig weer vandaag en toen ik anderhalf uur gelopen had en eens omkeek, zag ik achter mij een Belg, die ik al eerder ontmoet had, dus toen zijn we samen een eind opgelopen. Hij wilde ergens anders slapen dan ik, dus op een gegeven moment zijn we ieder onze eigen weg weer gegaan. Maar toen ik vanmiddag aankwam in Bar-sur-Seine en op zoek ging naat het Office de Tourisme, kwam ik er van de ene kant aan en hij op hetzelfde moment van de andere kant. In het dorp, waar hij wilde slapen was niets te beleven, dus hij was toch maar doorgelopen. Ja, op die ontmoeting moest gedronken worden, dus we zijn eerst maar op een terras neergestreken. Daarna besloten we dat we best samen een kamer konden nemen in een hotel, dus zo gezegd, zo gedaan. Toen we in het hotel kwamen, was de kamer nog niet klaar en wat moet je dan? Toen moesten we dus maar weer op een terras gaan zitten en wat drinken. Ja, het leven van een pelgrim is zwaar af en toe. Nu gaan we vanavond ook maar gezellig samen eten, dus het komt wel goed met Theo.

La Loge-aux-Chèvres

29,29 km – 42.461 stappen / totaal 877,68 km – 1.254.693 stappen

Nou, dat viel reuze mee gisteravond, ik heb me daar toch lekker zitten eten! Ik had het eerst niet erg naar mijn zin, maar na mijn viergangen-diner was ik weer helemaal opgeknapt, kan ik wel zeggen. En dat voor € 14, inclusief wijn en water.
Het was vandaag prachtig weer, goed om te lopen. Ik merk dat het allemaal gewoon begint te worden: ’s ochtends sta je op, gaat aan de wandel, je komt weer aan, zoekt een slaapplaats, doet je wasje, dat er overigens wel een beetje smoezelig begint uit te zien, gaat onder de douche, eten en dan naar bed. Ik loop nog steeds hele stukken, waar ik niemand tegenkom en dat is wel een beetje saai, want juist die ontmoetingen maken het zo leuk. Maar goed, zulke stukken zitten er ook in natuurlijk en als ik straks ‘in de file’ in Spanje loop, verlang ik hier waarschijnlijk naar terug.

bospad-web Ik heb vanavond wel besloten de paden door de bossen te gaan vermijden, want dat is gewoon geen doen. Je staat iedere keer tot je enkels in de bagger, het is overal te nat. Nog steeds doorwaad ik heel diepe plassen en dat word je aardig zat op den duur. Wat dan wel weer erg leuk is, is dat als je bij zo’n plas komt en er langs wilt lopen, er ineens honderden kikkers van alle kanten in de plas springen. Het zijn niet dezelfde kikkers als bij ons, deze zijn veel slanker en ze komen overal vandaan. Als je er dan eenmaal voorbij bent, hoor je ze nog een hele tijd opgewonden kwaken.
Ik zit nu bij het Lac d’Orient, een meer dat helemaal omgeven is door bossen en ik zit nu in een dorp dat de weidse naam La Loge-aux-Chèvres draagt, maar dat eigenlijk geen naam mag hebben, want er staan maar een stuk of vier huizen. Ik logeer vannacht middenin het bos in een gîte met twaalf bedden. Er is nog een meisje, verder is het leeg. Dus ik waan me in de oerwouden van Afrika of zoiets.
Vanavond moet ik mijn maal doen met een sandwich met ham, dus dat wordt hongerlijden. Maar geen nood, want met mijn enkel gaat het nog steeds goed en ik heb weinig blaren. Ik kan me niet goed voorstellen dat ik al vijf weken onderweg ben. Toch is dat zo en ik heb er ook al bijna 900 km opzitten. Dus op naar de eerste duizend!

De blik op oneindig

30,89 km – 44.778 stappen / totaal 848,39 km – 1.212.152 stappen

Gisteravond heb ik zitten eten met drie gepensioneerde mariniers, officieren uit het Engelse leger. Ik heb natuurlijk trots verteld dat ik ook marinier geweest ben en ik kreeg vervolgens de ene klap op mijn schouder na de andere en het geprijs was niet van de lucht. “You are a good boy, a real marine guy. O boy, what a man, he has sixteen kilos on his back and he goes straight to Santiago!” Dat was wel lachen. Nou waren het niet helemaal nuchtere Britten meer, want aangezien ze de whisky thuis hadden gelaten, waren ze maar aan de Calvados begonnen en dat hakt erin.
Het was vandaag een saaie dag, dat wil zeggen: hard doorlopen met de blik op oneindig. Er zijn hier stukken van zo’n 10 tot 12 km, waar je helemaal niemand tegenkomt en dan loop je dus constant in je eentje zonder ook maar een dorp of gehucht tegen te komen (is ook wat lastig om een dorp tegen te komen natuurlijk). Het was vandaag droog, maar vanmiddag was het gewoon erg koud. Vanmorgen ging het nog wel, maar het heeft vannacht gestortregend. Het water kwam met bakken uit de hemel. Nu kun je natuurlijk volstaan met te zeggen: “Gelukkig niet overdag, ’s nachts lig je toch in je bed”, maar zo eenvoudig is het leven niet. Want als het ’s nachts regent, staan de paden overdag onder water. Je moet dan door de plassen waden, er is geen mogelijkheid die te ontwijken. En als ik plassen zeg, bedoel ik ook PLASSEN. Die zijn namelijk dieper dan mijn schoenen hoog zijn en je snapt wat dan het gevolg is. Nee, het leven van een pelgrim gaat echt niet over rozen, het is hard werken geblazen.
Mijn brood heb ik opgegeten op de stoep van het gemeentehuis in een of ander dorp. Ik zit dan riant op mijn zitlap, dus Ton en Nora, elke keer als ik op mijn zitlap zit, denk ik aan jullie! Nu ben ik aangeland in Brienne-le-Chateau en omdat er geen camping is, heb ik een goedkoop hotelletje genomen. Daar ga ik straks ook eten en ik heb de kok zien lopen, maar ik weet het niet. Ik weet het niet, ik ben wat achterdochtig. Als ik maar geen andouillettes hoef te eten, want die kan ik echt niet door mijn keel krijgen. Dan zal deze pelgrim nog moeten liegen dat hij er allergisch voor is en als Jacobus dat nou maar wil vergeven…… Geer declameert al vaak met Hieronymus van Alphen: “Wie altoos wil de waarheid spreken, wordt wel beloond. Wie leugen zoekt voor zijn gebreken, wordt nooit verschoond” (Dit voor de oudere lezers onder ons). Nou, we hopen er het beste van!

Een echte pelgrim

22 km – 31.048 stappen / totaal 817,5 km – 1.167.374 stappen

Het was vandaag een prima dag, lekker weer en ik heb heerlijk gelopen, niet te ver en erg gezellig. Het begon eigenlijk niet zo goed, want na 1 km had ik al drijfnatte voeten. De Marne staat zo hoog, dat veel stukken overstroomd zijn en de paden net beekjes. Dus ik had de pest in, maar na nog een kilometer kwam ik bij een bar en daar heb ik eerst maar eens koffie gedronken en met de plaatselijke bevolking gezellig zitten ouwehoeren over de tocht en waarom ik dat deed. “Het zijn allemaal Hollanders die we hier zien, zijn die zo Christelijk?” Dus ik herstel de naam van Holland in ere, allemaal Christelijke mensen, wat nou drugs in Amsterdam? Tussen de middag heb ik ook in een plaatselijk café gegeten, waar chauffeurs en werklui komen. Dus één menu en verder niet zeuren. Ook daar was weer heel veel te praten, met de gasten, de eigenaar en zijn vrouw. Ik zei uit de gein: “Ja, mijn vrouw wil me niet thuis hebben” en daar was de vrouw van de eigenaar het roerend mee eens. “Nou, groot gelijk, die mannen thuis, dat is niks”.
Het weer werd gaandeweg steeds mooier en het was stil op straat, zelfs in de dorpen. In een dorp zag ik niemand, alleen een klein meisje, dat op straat speelde. Ze zag mij en holde naar huis, al roepend: “Maman, Maman, kom eens gauw, want ik zie een echte pelgrim! Hij heeft een schelp op zijn rug!” Dus die moeder komt naar buiten en zegt tegen haar dochtertje, dat ze niet moet roepen, maar naar me toegaan en zeggen: “Bonjour Monsieur le Pelerin, avez-vous besoin de quelque chose?” (“Dag meneer de Pelgrim, heeft u iets nodig?”) Heel schattig, want prompt komt dat meisje naar me toe om keurig haar zinnetje op te zeggen. Ja, als pelgrim ben je hier echt iemand. Vraagje: Zijn dit nu spirituele ervaringen of alleen maar leuke belevenissen? Doet er niet toe, ik geniet ervan.
Nu heb ik een chambre d’ hôte in een echt oud vakhuis met een binnenplaats in, schrik niet, Saint Remy-en-Bouzemont Saint Genest-et-Isson, jawel, een plaats van maar liefst achtendertig letters. Trots zeggen ze hier dat ze de langste plaatsnaam van Frankrijk hebben. Ik heb hier een kamer en op de gang is een badkamer met bad, douche en toilet. Madame maakte haar excuses dat de badkamer op de gang is en niet in mijn kamer. Dat kan niet, want dan loopt de hele bovenverdieping onder water. Ja, dat krijg je in zulke oude huizen. Nou, ik vind het prima, want vanavond eet ik hier ook samen met de andere gasten, dus dat zal opnieuw gezellig worden. Het is wel lekker dat ik goed Frans spreek, want anders mis je al die leuke dingen. Dat zal in Spanje best tegenvallen.
Het enige nadeel is dat mijn mobiel bijna geen bereik heeft hier, dus dan moet ik naar de brug wandelen, er middenop gaan staan en dan kan Gery me verstaan. Als ik op het bankje ga zitten tien meter verderop valt de telefoon uit. Gery leest me trouw alle commentaren voor en vandaag was er zelfs een totaal onbekende die reageerde. Leuk Marjon, wie je dan ook mag zijn.

Vitry-le-François

32,5 km – 47.145 stappen / totaal 795,5 km – 1.136.326 stappen

Geloof het of niet, maar het was vandaag schitterend weer. Zo warm dat ik in de korte broek heb gelopen. Om nou te zeggen dat ik er dan fraai uitzie is een tweede. Ik rits dus de pijpen van mijn broek en dan heb ik een ‘lange’ korte broek. Daaronder beginnen halverwege mijn kuiten mijn schoenen, dus mijn benen hebben maar een klein stukje om bruin te worden. Maar dat mag de pret niet drukken, ik loop lekker zo.
Ik heb vandaag een forse afstand gelopen, voornamelijk langs de Marne en het jaagpad langs het kanaal. Dat was wel lollig, aangezien er een plezierjacht door het kanaal voer en dat moest bij elk sluisje wachten, dus dat voer mij steeds voorbij en dan haalde ik het bij de volgende sluis weer in. Dus aan zwaaien geen gebrek en je ziet, dat ik zelfs in korte broek en op hoge schoenen nog in trek ben. Ik ben doorgelopen tot Vitry-le-Francois, omdat daar een camping zou zijn. Die was er ook, alleen was die nog dicht. En zo ben ik ‘noodgedwongen’ weer in een hotel beland en dan nog wel een ‘Logis de France’. Kijk, ook een arme pelgrim moet met zijn tijd meegaan oftewel, ook de levensstandaard van een pelgrim is in de loop der eeuwen omhoog gegaan. Een ‘Logis de France’ staat bekend om het lekkere eten en dat ga ik ook weer eens uitgebreid doen, want dat heb ik wel verdiend. Ik heb al een paar dagen eenvoudig gegeten, dus nu wordt het tijd voor een diner!

Een rustige dag

21,38 km – 30.990 stappen / totaal 763 km – 1.089.181 stappen

Het was vandaag zowaar een rustig dagje en…het bleef droog. Vanmorgen was het hartstikke koud en mistig, dus van de champagnewijngaarden, waar ik doorheen liep, heb ik niet veel gezien. Vanmiddag heb ik langs allerlei kleine kanaaltjes gelopen en uiteraard was de camping nog 7 km verder dan Chalons-sur-Marne, dat tegenwoordig deftig Chalons-en-Champagne heet. Jawel, we worden modern, ook hier. Ik at vanavond bij de Flunch en het viel me op dat ook hier veel dikke mensen zijn en dat ze zich lang niet meer zo goed kleden als voorheen. Ik wilde in Chalons heel graag de kerk zien, omdat daar drie gebrandschilderde ramen van St. Jacques zijn, maar de kerk bleek al twee jaar dicht te zijn, dus helaas.
Net heb ik de route voor morgen besproken met twee fietsende pelgrims. Een van de twee gaat ook weer terug op de fiets en zal dus bijna net zo lang onderweg zijn als ik. Morgen wordt het vast weer een flinke tippel, want er is gewoon anders geen plaats om te overnachten. Dat zien we verder dan wel weer, voorlopig fluiten de vogeltjes rond mijn tent er lustig op los. Jinze, betekent dat dat het morgen mooi weer wordt of juist niet? Zo’n natuurmens ben ik nou.

Welke staat van welbehagen?

26,36 km – 38.210 stappen / totaal 741,62 km – 1.058.191 stappen

Kijk, je moet natuurlijk nooit overmoedig worden en te vroeg over welbehagen praten, want het was me vandaag toch een dag. Toen ik om kwart voor negen uit Reims vertrok, viel de regen met bakken uit de hemel en het is al met al vandaag misschien twee uur droog geweest. Eerst heb ik ruim tweeëneenhalf uur langs het kanaal gelopen en toen ben ik dwars door het bos gegaan, maar ben daar hopeloos verdwaald. Dat komt omdat de route hier erg slecht aangegeven is. Als ze een kruis zetten wat betekent dat je die weg absoluut niet moet nemen, blijkt later dat je die weg toch juist wel had moeten nemen. Wat een land, dat Frankrijk!
Enfin, ik liep daar zeker 10 km door dat bos te dwalen en nergens een huis of geluid, waarop ik me kon oriënteren. Ik wist niet meer of ik naar links, rechts, voor- of achteruit moest. Uiteindelijk kwam er een engel in de gedaante van een soort Jinze, een boswachter dus, die uiterst verbaasd vroeg: “Wat doet u hier? U hoort hier helemaal niet. Dit is niet de route naar Santiago”. Daar hebben we toen eerst maar even om gelachen en toen heeft hij me een weg in de goede richting gewezen. Nou, die richting was wel goed, maar de weg? Die was veranderd in een modderige rivier, dus het was glibberen, glijden en vallen.
Toen ik uiteindelijk het dorp Trépail had bereikt, zag ik er dus niet meer uit. Ik heb aangeklopt bij een producent van champagne en gezegd dat ik wist dat ik er niet uit zag, maar dat ik een slaapplaats zocht. “Ja”, zei hij, “die heb ik niet voor je, maar kom eerst maar eens een glas drinken”. En zo zat ik, van top tot teen onder de modder, heel sjiek een glas champagne te drinken!

Champagne-web

Daarna heeft hij zijn dochter gebeld, want die verhuurde wel kamers en nu zit ik op te drogen in een grote boerderij, helemaal voor mij alleen en heb de beschikking over een woonkamer, een keuken, een grote slaapkamer en een douche. Ik heb lekker gedoucht, mijn hamburgertjes staan te bakken en nu heb ik zowaar toch weer een gevoel van welbehagen, alleen dit keer niet van de wandeling. Wat dit kost? Er ligt een briefje op tafel, dat de kosten naar eigen vrije wil zijn voor pelgrims, je legt maar neer wat je kunt missen. Wat een land, dat Frankrijk!

Een miljoen voetstappen verder…..

15,63 km – 22.666 stappen / totaal 715,26 km – 1.019.981 stappen

Hier dan met veel gezwoeg weer een berichtje van mij. Na het eten vanavond maar eens geprobeerd iets te versturen. Niet eenvoudig, want dit toetsenbord is volgens mij weer anders dan de andere, maar dat kan natuurlijk niet.
Heerlijk om al die commentaren te lezen. Er zijn erbij die zowat elke dag iets te ‘commentaren’ hebben. Om nu misverstanden te voorkomen, ik loop niet altijd zingend door de bossen, hoor. Vanmorgen bijvoorbeeld was het verschrikkelijk nat weer en dan loop je in je poncho (waar je toch nat in wordt) te glijden en te baggeren over paden, die eigenlijk zo niet genoemd mogen worden. Kortom, dan is het dus afzien en jezelf tegenkomen. Eindelijk heb ik daar een motief voor gevonden. In de modder dus.
Gisteren ben ik over de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog gelopen. Het was heel stil daar, want er waren geen verkeerswegen en er was ook geen wind. Dat was heel indrukwekkend om je te moeten indenken dat daar op elke tien vierkante meter wel iemand is omgekomen. Het gezin waar ik gisteren heb geslapen, woont op een boerderij die midden in het front heeft gestaan. Nu nog vinden ze daar in de omgeving elke week granaten.
Dit is een fantastische tocht op alle fronten. De contacten met anderen, mede-pelgrims en Fransen, en het landschap werken bijna therapeutisch. Een andere pelgrim zei dat hij het gevoel had in therapie te zijn, maar dan was hij therapeut en cliënt tegelijk.
Over twee weken ben ik in Vezelay: dan heb ik de belofte aan mezelf in ieder geval ingelost. Het aankomen hier in Reims was al een beetje emotioneel. Als je te voet bent, kom je echt ergens aan, want je ziet het al uren tevoren. Dan komt Gery misschien ook daarheen: daar zie ik wel naar uit in allerlei opzichten. Ik hoop zij ook.
Voor wat betreft de sponsoring, daar heb ik heel lang over nagedacht en met anderen over gepraat. De meningen zijn verdeeld, dus ik moet hier zelf in beslissen. Juist omdat deze hele reis mijn eigen idee is en ik het ook voor mezelf doe, vind ik niet dat ik hier een doel voor moet noemen. In de eerste plaats zou ik niet weten welk doel, want dan sluit je andere doelen uit. En vooral vind ik dat ik in geen enkel opzicht straks verplichtingen moet voelen om door te gaan voor dat goede doel dus. Er is geen enkele reden om mezelf later op de borst te slaan: kijk eens wat ik bijeen heb gelopen. Iedereen is natuurlijk vrij te geven aan welk goed doel dan ook; maar dat kan toch ook zomaar?? Ik hoop dat ik ooit nog eens duidelijker kan maken dat een sponsoring op dit moment voor mij niet goed is. Het is mijn eigen tocht, die ik zelf ga maken. Kortom, ieder moet toch zijn eigen leven (lees camino) volgen.
Ik weet niet wanneer ik weer een computer vind, maar iedereen heel erg bedankt voor de support. Het voelt goed. En verder: ULTREIA.

Een staat van welbehagen

31,12 km – 45.105 stappen / totaal 699,63 km – 97.315 stappen

Kierkegaard heeft eens geschreven: “Ik wandel mij elke dag in een staat van welbehagen”. Ik moet hem van harte gelijk geven. Zelfs vandaag, nu ik bijna de hele dag in de regen heb gelopen en het af en toe echt noodweer was. Tussen twaalf en één uur vanmiddag was het even droog, maar hoorde je het in de verte alweer onweren en daarna begon het weer, heel veel buien, dus poncho aan, poncho uit. Maar zelfs vandaag wandelde ik mij in een staat van welbehagen, zelfs al kon ik geen slaapplaats vinden en had ik om half zes vanavond nog niets. Op het adres dat ik belde, kreeg ik het antwoordapparaat en dus ben ik maar weer doorgelopen, want ze konden wel het hele weekend weg zijn en morgen is hier een vrije dag vanwege 8 mei. Ik overwoog om dan maar ergens in het wilde weg mijn tentje op te zetten, maar je zult het altijd zien, weken heb ik door de bossen gelopen, waar dat heel gemakkelijk had gekund, nu liep ik door bieten- en graanvelden en om daar nu tussen te gaan staan?? Dus ik begon al te vrezen dat ik bij nacht en ontij over de weg zou dwalen, toen mijn mobieltje afging: de mevrouw waarheen ik gebeld had, had mijn nummer op het antwoordapparaat gevonden en belde om te zeggen hoe erg ze het vond dat ze niet thuis was, want ik had mijn tentje zo in de tuin kunnen zetten en hoever was ik nu? Kon ik nog terugkomen? Toen ik vertelde waar ik was, zei ze: “Over 3 km is er een dorp, daar moet u gaan naar dat en dat adres en ondertussen bel ik hen op en vraag of ze plaats hebben!” Dat geeft de burger moed en bovendien passeerde mij 500 meter voor het bewuste dorp een auto, die op de rem trapte en toen achteruit naar mij toe kwam rijden met twee mensen erin, die zeiden: “Stap in, we brengen je naar het dorp” “Dat hoeft niet”, zei ik heldhaftig, “Het is nu nog maar 500 meter” en toen kreeg ik een woordenstroom over me heen waar ik bijna van ging blozen, dat ik zo ‘courageux’ was en zo flink en of ik wel wist hoe geweldig ik eigenlijk wel was, enz. enz., dit alles met heel veel ‘Oh’s’ en ‘Ah’s’. Toen belden Marnix en Gery ook nog om bezorgd te vragen of het nog ging en dat ze medelijden met me hadden, dus je begrijpt, het laatste stukje vloog ik bijna.
En nu zit ik in Berméricourt op een heel grote boerderij bij een heel vriendelijk echtpaar. En ook dat ging op z’n Frans: de man is uiteraard de baas, alleen niet in huis. Mevrouw was niet thuis en ik moest meteen binnenkomen en kreeg een stoel en alle aandacht, maar of ik kon blijven slapen, ja, dat kon hij niet beslissen, dat moest hij toch aan moeder de vrouw vragen. Nou, mevrouw kwam thuis en het was natuurlijk prima, maar ze putte zich uit in verontschuldigingen dat ze vanavond alleen soep met brood hadden. Als ze het nou toch eerder geweten had, dan zou ze uitgebreid gekookt hebben. Duizend excuses, ook al zei ik dat dat geen enkel probleem was. Nu heb ik een enorme kamer voor mezelf en zit nog maar 15 km van Reims af, dus morgen ben ik daar met de middag. Dan ga ik daar weer een hotel nemen, want de gymzaal van vannacht was gratis en het eten gisteravond € 13, dus dan kan het wel weer een keer.