Categoriearchief: 2006: Camino Frances

23-6-2006: Het thuisfront

Jawel, barst maar los, ik weet het: er heeft twee dagen niets op de website gestaan. Maar ik kon het niet helpen. Eergisteren was ik met Marnix naar Brasschaat en te middernacht thuis. Dus vermoeid ging ik naar bed en dacht: “Ik doe morgenochtend de website wel”. Maar ja, je weet hoe dat gaat, het werd middag en toen werd het een uur of vier en kreeg ik een sms-je van Theo dat hij gearriveerd was, dus dacht ik: “Dan zet ik vandaag er ook meteen bij.” Helaas bleek toen de website ‘down’ te zijn (ik hanteer tegenwoordig vakjargon, merken jullie wel) en toen ging het niet en kon ik Theo niet eens de commentaren voorlezen, wat ik altijd trouw doe als hij zelf niet heeft kunnen kijken. Hans en Janneke, wat een mooi gedichtje hebben jullie ingebracht, ik zet het straks ook even op de gedichtenpagina.

Wie niet van België houdt, moet maar niet verder lezen, want ik ga nu een lofzang afsteken op de Belgen (en dit is geen mop!). Marnix had woensdagavond om kwart voor acht een afspraak en toen we aankwamen, waren veel dokters nog gewoon aan het werk en zaten er nog veel mensen te wachten. Met je Hollandse inslag denk je dan toch in eerste instantie, dat het druk is op de EHBO. Het is een mooi ziekenhuis, vrij nieuw en het heeft een vriendelijke uitstraling. In de wachtkamer hangt een bordje, waarop staat dat het ereloon contant moet worden betaald bij de raadpleging. En laten we eerlijk zijn, dat klinkt veel vriendelijker dan ‘het honorarium van het consult’. Maar ja, van vriendelijkheid alleen wordt je rug niet beter natuurlijk. Maar goed, de neuro-chirurg bekeek de gegevens van de MRI-scan, onderzocht Marnix en zei toen: “Moet je luisteren, er is degeneratie van de onderste werveltussenschijf en bij de andere zit een grote hernia. Waarom ben je niet geopereerd?” “Omdat ik geen gevoelloze benen heb”, zei Marnix kort en krachtig, waarop de dokter zei: “Het is niet logisch om je met zo’n grote hernia te laten lopen. We gaan een microscopische ingreep bij je doen. Ik zeg er eerlijk bij, dat je daarna misschien nog niet helemaal tevreden bent, maar het wordt wel een heel stuk beter”. Dus ik vroeg: “Maar stel, dat hij nog niet helemaal tevreden is, kan er dan nog iets gebeuren of moet hij er maar mee leven?” “Absoluut niet”, was het antwoord, “we hebben nog een groot aantal mogelijkheden.” Kijk, dat geeft de burger moed. Vervolgens pakte de arts een kantooragenda van zijn bureau, bladerde erin en zei: “4 juli, lijkt je dat wat? Prima, om tien uur nuchter aanwezig zijn. Van tevoren nog wel even een CT-scan laten maken, maar dat kan tot de dag ervoor”. En toen moest Marnix dus contant het ‘ereloon’ betalen en dat bleek zegge en schrijve € 20 te zijn. Dus wij opgelucht naar huis en Marnix vooral heel erg blij dat er nu iets gaat gebeuren en hij niet uitzichtloos op de bank ligt. Onderweg naar huis bespraken wij dat het heel handig zou zijn als de scan inderdaad de dag tevoren gemaakt zou worden, want dan nemen we een hotelletje voor die nacht en hoeven we de andere morgen niet in de file te staan en bij nacht en ontij weg. Gekscherend zei ik: “En dan graag om een uur of twee, dan omzeilen we de file.” Goed, Marnix belde de volgende dag, kreeg een datum op en zei: “Ja, dat kan wel, maar eigenlijk zou ik heel graag op 3 juli komen!” Het antwoord: “Natuurlijk, welke tijd schikt u het beste?” Hij viel zowat van zijn stoel. Zo kan het dus ook!!! Waarom kan dat in Nederland niet zo dan? Waarom moet je hier bijna op je knieën gaan liggen om geholpen te worden? Marnix en ik kwamen er niet over uitgepraat hoe vriendelijk en efficiënt het er toegaat en hoe wij er eigenlijk niet meer aan gewend zijn door artsen als mens gezien te worden, terwijl dat toch normaal is.
Marnix’ operatie valt precies in de week die ik gereserveerd had om naar Theo te gaan. Dat is jammer, maar wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen en ik wil logischerwijze graag wat in de buurt blijven. Dus Theo moet nog maar een weekje wachten en ik heb zo’n idee, dat hij het zonder mij ook uitstekend naar zijn zin heeft en nog niet van heimwee omkomt!

Helemaal vanaf Amsterdam

23,19 km – 33.130 stappen / totaal 1716,89 km – 2.472.608 stappen

Het was een mooie tocht vandaag, maar wel een heel moeilijke. Ik heb heel wat steile hellingen moeten nemen en moeilijke afdalingen moeten doorstaan. De wegen zijn nog steeds slecht en er zijn heel veel rollende stenen, dus dan is het af en toe moeilijk om je evenwicht te bewaren. Maar we hebben het weer gehaald en ik zit nu weer riant in een hotel in Estaing met een goed bed. Lekker douchen, want ik heb vandaag veel gezweten. Dan het ritueel van mijn wasje doen en vervolgens alle apparatuur die opgeladen moet worden, opladen, want o wee, als mijn mobiel het niet doet, dan komt het thuisfront in opstand.
Ik heb het nog steeds uitstekend naar mijn zin en vind het fantastisch. Overigens maak ik wel goede sier met het feit dat ik helemaal vanaf Amsterdam gelopen heb. Nu moet ik ook wel eerlijk zeggen, dat ik het wel een beetje uitlok. Dan vraag ik zo langs mijn neus weg waar mensen vandaan komen lopen en dan zeggen ze bijvoorbeeld: “Uit München”. Dan zeg ik schijnheilig: “Zo, dat is een heel eind”, waarop ze dan moeten bekennen dat ze tot Le Puy met vliegtuig en trein zijn gereisd. De logische wedervraag is dan: “En waar kom jij vandaan?” En kijk, dan sla ik genadeloos toe. Achteloos zeg ik dan: “Uit Amsterdam (want Zaandam kennen ze toch niet) en blijf hen dan zo doordringend aankijken dat ze vanzelf iets zeggen in de trant van: “Met de trein? Waar ben jij dan begonnen?” “Nee”, zeg ik dan, “Ik heb de hele weg gelopen en heb al zo’n 1700 km erop zitten!” En dan blijf ik bescheiden kijken als ze dan zowat een aureooltje om mijn hoofd aanbrengen. Ik geef onmiddellijk toe, het heeft niets te maken met de nederigheid van een pelgrim, maar ja, ook een pelgrim heeft zijn zwakheden!

Alleen de Zwitsers gaan hard

28,13 km – 40.185 stappen / totaal 1693,7 km – 2.439.478 stappen

Tjonge jonge, wat heb ik vandaag geklommen en geklauterd. De wegen zijn hier heel erg slecht, je moet echt voorzichtig zijn, anders lig je binnen de kortste keren op je gezicht. Het is voor iedereen zwaar, dus het leuke is dat je steeds weer mensen tegenkomt, waar je dan een stukje mee oploopt en vervolgens klauter je weer alleen verder tot de volgende ontmoeting. Alleen de Zwitsers lopen hard, die lopen alsof ze een rondje Jagersplas doen. Maar ja, die zijn dat ook meer gewend dan wij natuurlijk. Ik loop regelmatig met twee Fransen, Jacques en Josette. Zij kenden elkaar ook niet, maar hebben elkaar ergens onderweg ontmoet en lopen nu een stuk samen op, en we lopen soms met zijn drieën of we komen elkaar ’s avonds weer tegen. Onderweg hebben we in een plaatsje gezamenlijk koffie gedronken en toen wilde ik daar in een kerkje, omdat ik gelezen had, dat er een pelgrim in het raam was gebrandschilderd. Nou, de rest volgde mij, want die wilde dat ook wel zien. Ik vond niet meteen de ingang, dus liep om en de kudde volgde me. Toen merkte Jacques op: “t Is toch wat, nou moet een Protestant ons nog de weg naar de Katholieke kerk wijzen!” Dat was wel lachen natuurlijk. De meeste pelgrims zijn ‘deeltijd’-pelgrims en lopen een stuk van de route, ik ben een van de weinigen die hem helemaal loopt achter elkaar.
Mijn tentje staat nu weer op de camping in St. Come d’ Olt en hier zijn ook twee Fransen die met een ezel op pad zijn. Goed, ik ben mijn eigen ezel dus. Vanavond heb ik gegeten met twee Fransen, een Duitser en een Zwitser. Dus eenzaam ben ik niet. Het is heel leuk om zoveel onbekende mensen tegen te komen en omdat je allemaal hetzelfde doet, heb je ook meteen contact.

Na het zwembad de sauna

29,04 km – 41.494 stappen / totaal 1665,57 km – 2.399.293 stappen

Het eten gisteravond viel reuze mee, we zaten met zijn vijven aan tafel, Amerika, Frankrijk en Nederland, en onze gastvrouw had nog een leuk verhaal. Ze had een tijdje terug vier Amerikanen gehad en voor hen op haar manier een beetje Europees gekookt, zodat ze het eten niet al te vreemd zouden vinden. Goed, het voorgerecht wilden ze niet eten, ze wierpen een blik op het hoofdgerecht en nee, dat wilden ze ook niet eten. Toen kwamen de kaasjes op tafel, maar zij riepen in koor dat de kaas beschimmeld was en dat ze die ook niet gingen eten. Toen zag een van hen in de hoek een doosje staan met puntjes kaas voor bij de borrel van de ‘Vache qui rit’. Nou, dat wilden ze dan wel proberen. En dus hebben ze toen met zijn vieren de hele voorraad doosjes die in huis waren, opgegeten!
Na het eten hebben we nog een poosje naar het onweer gekeken en daarna snel naar bed, want vanmorgen om zes uur was het weer opstaan geblazen.

Om zeven uur ben ik vertrokken en na 2 km kwam ik tot de ontdekking dat ik wederom mijn stok en staf vergeten was. Ik dacht: “Nou ja, die stok, laat maar, ik vind wel een andere, liep een paar honderd meter verder en dacht: “Nee Theo, dat kan je niet maken!” Dus ben ik weer op mijn schreden teruggekeerd om mijn stok op te halen. Tenslotte moet je de gulle gaven van St. Jacob niet veronachtzamen. En daar ben ik ook weer voor beloond, maar daarover straks. Eerst wil ik vertellen dat ik ook vandaag door het mooiste landschap ben gelopen dat ik ooit gezien heb. Het was werkelijk schitterend: glooiende weilanden met hier en daar bosjes, overal snelstromende riviertjes, grazende koeien en schapen en bloeiende gentianen. Een landschap om nooit te vergeten en zo ongerept dat je het gevoel hebt dat het vanaf het jaar nul altijd zo geweest is. Een droomwereld.

Om twaalf uur ben ik in een plaatsje een barretje ingestapt om wat te eten en toen zaten daar ‘mijn Fransen’ ook. Dus we hebben gezellig samen zitten eten en zijn toen ook maar samen verder gelopen naar Aubrac, het doel voor vandaag. Daar zagen we een heel groot gebouw, waarvan we dachten dat het een soort sanatorium was en later bleek dat het dat vroeger ook geweest is, maar nu was het een ‘Village de vacances’. En kijk, toen was er de beloning van Jacobus voor het ophalen van mijn stok: er waren allerlei faciliteiten, waaronder zelfs een sauna! Dus daar heb ik heerlijk van genoten. Wat een weelde! En het kon niet op, want er was ook een echte wasmachine! We slapen met zijn drieën op een kamer, het Franse echtpaar en ik. We hebben dus gedrieën alles wat mogelijk was in die wasmachine gestopt en draaien maar. Nou, dat deed die ook, alleen stopte hij ook niet meer. Hij bleef gewoon doordraaien en onze was heeft in totaal drieëneenhalf uur in de wasmachine gezeten! Toen leek dat de receptioniste toch ook wel erg lang en werd er actie ondernomen. Zodoende was de was vanavond om negen uur schoon en hebben we alles vervolgens maar in de droger gestopt.
Vanmiddag hoorden we in de verte onweer en heeft het een beetje geregend, maar verder hebben we geen last gehad. Het is ook niet ontzettend heet meer, dus alles gaat nog steeds prima en ik vind het nog steeds geweldig om hier te lopen, het is net een droom. In Aubrac staat een kerkje, dat in de Middeleeuwen hospitaal is geweest voor de pelgrims. Overal in het kerkje, tot in de ramen toe, zie je nog de Jacobsschelp. Ja, toen waren er geen ‘Villages de vacances’ met luxe zaken.

Gery vertelde dat ze morgen ook naar het buitenland gaat. Ze gaat met Marnix voor een second opinion naar Brasschaat in België. Daar schijnt een heel goede neurochirurg te zitten en daar kon hij meteen terecht, dus ik ben benieuwd hoe dat afloopt.

Flying Dutchman

28,48 km – 40.694 stappen / totaal 1636,53 km – 2.357.799 stappen

Om te beginnen wil ik even terugkomen op het commentaar van Jaap en Jannie over de stok en de staf, namelijk dat er staat: Uw stok en Uw staf. Ik heb daar vandaag wijsgerig of filosofisch, net wat je wilt, nog eens over na lopen denken en nu wil ik er het mijne van zeggen. Kijk, eerst was het natuurlijk Uw staf en stok, maar hij is mij in de schoot geworpen als een gave en nu is het dus Mijn staf en stok. Jawel, ik denk heus ook nog wel eens aan iets anders dan aan lekker eten!

Nu dit misverstand dus uit de weg is geruimd, kan ik gaan vertellen dat ik gisteravond met vijfentwintig pelgrims het pelgrimsmenu heb gegeten in St. Alban. Aan dat menu heb ik echt niet genoeg, maar dit terzijde. Ik zat met vier Fransen aan tafel en ik weet dan wel zo’n beetje hoe ik het gesprek in moet kleden. Dat gaat dan als volgt: eerste onderwerp is het eten, tweede onderwerp is de familie en derde onderwerp is de politiek en dan met name de opmerking: “Hoe vinden jullie dat nou, een vrouw als president te krijgen?” Nou, dat is genoeg om hen uren te laten praten. Zegt er opeens een van hen: “Ho, ho, dit gaat niet goed. Jij drukt steeds op een knop en dan gaan wij wel praten.” Wil je geloven dat ik daar zelf helemaal geen erg meer in had? Dus dat was lachen.

Vanmorgen ben ik vertrokken met prachtig weer: een windje, zon en een temperatuur van 25 tot 30 graden. Ideaal weer dus en ik heb vandaag echt een wondermooie route gelopen met uitzichten zo subliem dat een schilder ze echt niet zo kan verzinnen. Schitterend gewoon. En er is hier geen enkele toerist, de enige mensen die je tegenkomt, zijn ook pelgrims. Er zijn hier veel Duitsers, die allemaal eerst het vliegtuig genomen hebben tot Lyon, vervolgens de trein naar Le Puy en vanaf daar zijn gaan wandelen. Voor hen zijn dit dus de eerste dagen en wat ik zie zijn peperdure uitrustingen met van alles en nog wat, echt allemaal super de super. Wat ik ook zie, is hoe ellendig sommigen er aan toe zijn: open voeten, strompelen, enz. Dat is wel een beetje komische tegenstelling. Zelf heb ik nog steeds een open plekje aan mijn hiel, maar dat ziet er al beter uit weer dan gisteren. Geer maant me elke avond dat ik langs de pharmacie moet gaan om een zalfje te halen, maar daar heb ik allemaal geen tijd voor, hoor. Bovendien wemelt het hier niet echt van de apotheken (zeg ik schijnheilig). En….. ik heb een blaar aan mijn kleine teen. Het is lang geleden dat ik een blaar had en volgens mij komt dat door het zwemmen van gisteren, daar is mijn huid zacht van geworden natuurlijk. Zo zie je maar weer, alles heeft zijn prijs. Onderweg ben ik verschillende mensen tegengekomen, waar ik een praatje mee gemaakt heb, maar dat begin ik al bijna gewoon te vinden. Het is wel een wereld van verschil met de streek ten noorden van Le Puy, hier is alles veel meer gericht op mensen die deze tocht maken.
Om twaalf uur heb ik heel erg goed gegeten. Het eten is hier eenvoudig, dus geen gastronomische hoogstandjes, maar heel erg goed en lekker.

Nu zit ik in een plaats met de weidse naam: Quatre-Chemins en zoek maar niet op de kaart, want daar staat het vast niet op. Het is namelijk precies wat de naam zegt: een kruispunt met zegge en schrijve één boerderij en daar zit ik dus nu in een gîte, samen met drie Fransen en twee erg aardige Amerikanen (hoewel dat volgens Gery niet mogelijk is), die mij welgemoed de ‘Flying Dutchman’ noemen. Zij lopen nu van Le Puy naar St. Jean Pied de Port en hebben vorig jaar het gedeelte St. Jean Pied de Port-Santiago gelopen. Zij loopt met blote voeten in hele grote basketballschoenen, ik snap niet hoe ze het doet, maar ze loopt er prima op.
Het is zo langzamerhand tijd voor het avondeten en dat ziet er een beetje dubieus uit, gelukkig maar dat ik vanmiddag goed heb gegeten!

Een engel

25,17 km – 35.966 stappen / totaal 1608,05 km – 2.317.105 stappen

Het contact is toch gelukt. Vanmorgen ben ik vroeg weg gegaan in mijn schoongewassen kleren, die niet alleen schoon zijn, maar ook schoon ruiken, heerlijk. Ik wilde onderweg naar Le Sauvage gaan, een boerderij waar je allemaal natuurproducten kunt eten en kopen, zodat ik Jinze kon vertellen hoe biologisch het hier allemaal toegaat. Dat was 4 km om, maar daar maal ik niet om op zo’n grote afstand. Goed, ik kwam er, er was wel een gebouw, maar verder was er ook helemaal niets, echt totaal niets. Alleen een fonteintje waar je een slok water kon drinken. Dus onverrichterzake weer terug naar de route. Daar kwam ik het Franse echtpaar weer tegen, dat er ook hevig over liep te mopperen. Gezamenlijk besloten we toen bij de kapel van St. Rochus iets te gaan drinken. Leuk plan, maar ook daar was helemaal niets, dus dat was al twee keer niets. Toen had ik zo de pest in dat ik regelrecht ben doorgelopen naar St. Alban.

Het was een mooie route vandaag met mooie uitzichten en niet zo’n ‘benenbreker’. St. Alban ligt wel op 1400 meter hoogte, maar de weg erheen is niet zo steil. In St. Alban bracht Jacobus me eerst in verzoeking door langs de kant van de weg een bord te plaatsen van een hotel met zwembad. Dat klinkt heel erg aangenaam als je het warm hebt, maar moedig weerstond ik de verleiding en sprak mezelf streng toe: “Nee Theo, dat doe je niet, je gaat gewoon op zoek naar een camping!” Inmiddels was het half twee toen ik op de camping aankwam en dit keer ontvangen werd door een chagrijnige man. Ik vroeg of ik nog wat kon eten, maar dat kon niet, hij had niks meer te eten, ik kon een pilsje krijgen en dat was het. Nou, dan maar een pilsje. Terwijl ik die zat op te drinken, riep een vrouw van boven: “Als die meneer wat pates wil hebben, kan ik dat wel even maken, hoor!” Dus de man weer chagrijnig: “Wil je dat?” Ik: “Ja graag, als het kan”. En een paar minuten later zat ik achter een dampend bord spaghetti, met boeuf bourguignon, een halve meloen, brood en twee kaasjes. Dus ik zeg tegen die mevrouw: “U bent een engel en te goed voor deze wereld.” Zij antwoordt: “Ja, dat klopt, want ik ben met deze man getrouwd en ik heet Gabriëlle!” Zulke dingen maken mijn hele dag weer goed. Enfin, na het eten ga ik de camping op en wat is het eerste dat ik zie? Een groot zwembad!! Jullie zien, Jacobus zorgt voor hem, die de verleidingen kan weerstaan.

zwembad-web Dus nu zwem ik af en toe een baantje en lig verder op mijn luchtbedje in de zon, die weer verschenen is na een onweersbui. Ik zie er niet uit, want sommige delen van mijn lichaam zien spierwit en andere zijn donkerbruin, dus die witte stukken ben ik nu aan het bijkleuren. Ja, het leven van een pelgrim is soms echt wel uit te houden.
Overigens is het vanaf Le Puy nu net alsof je langs de autoroute rijdt: overal bordjes met reclame voor overnachtingen en aanbiedingen voor pelgrims, overal bordjes met schelpen en je bent overal welkom. Arij, je vroeg of er vijftig pelgrims tegelijk uit Le Puy vertrokken en ik kan je vertellen dat het een rustige dag was! En gezien de vele overnachtingsmogelijkheden hier schrikken ze ook niet terug van vijfhonderd per dag. Wat betreft je grap over de Hellingman-bus: In de gîte waarin ik vannacht geslapen heb, hing een reclamebriefje van een man, die met een busje je bagage en/of jezelf overal op de route brengt, waar je maar heen wilt. Je ziet, ook hier heeft de commercie toegeslagen. Verder staan er ook overal bordjes met daarop het aantal kilometers dat je nog van St. Jacques de Compostela verwijderd bent. Ik heb nog 1475 km te gaan. Ik zit niet echt op al die bordjes te wachten, maar nou ja, het hoort erbij en dit is het enige waarmee men hier wat kan verdienen.

Het weer hier in de Aubrac schijnt erg wisselvallig te zijn. Gabriëlle vertelde, dat ze eind mei twee Australiërs had, die gezeten bij de open haard naar buiten naar de sneeuw zaten te kijken. Die rolden zowat van hun stoel, want ze hadden nog nooit sneeuw gezien en een open haard kenden ze alleen buiten. Dat je binnen ook zo’n ding kon hebben, daar hadden ze nooit bij stil gestaan. Ik stop, want ik moet hoognodig weer even een koele duik nemen en dan verder zonnen.

Chanaleilles

29 km – 47.146 stappen / totaal 1582,88 km – 2.281.139 stappen

Vannacht heeft het hard geonweerd en geregend, maar toen ik vanmorgen om kwart voor zes(!) mijn bed uitkwam was het weer droog. Om half zeven ben ik gestart en moest die kloof nu dus weer uitklauteren. Het was een zware klimpartij, maar in de kloof was het nog wat nevelig en bovenaan zag ik de zon opkomen. Het was een schitterend gezicht, dus dat vergoedt veel. Toen ik boven was, heb ik me eerst maar even bij Gery present gemeld en net wat ik dacht, moppers omdat ze geprobeerd heeft me te bellen en te sms-en en ik geen antwoord gaf. Ze had zich ongerust gemaakt. Er wordt goed op deze pelgrim gelet dus.

Toen ik eenmaal boven was, werd de weg weer een stuk gemakkelijker en liep ik lekker, zo lekker dat ik een aanwijzing voorbijgelopen ben. Dus ik keerde op mijn schreden terug en na een tijdje kwam ik mensen tegen, die ik in Monistrol ook gezien had. Die vroegen natuurlijk of ik spijt had en weer terugging naar Le Puy of dat ik nu al op de terugweg was. Ik ben weer omgedraaid en op mijn gemakje er achteraan gelopen. Toen zag ik de aanwijzing die ik net gemist had en ……. de anderen zagen hem ook niet en liepen er dus voorbij. Toen was het mijn beurt om te vragen wat ze vannacht eigenlijk uitgehaald hadden, omdat ze nu liepen te slapen.

Het weer is nu prima, niet te warm, wel zon en een lekker windje. Het enige minpuntje was vandaag, dat ik pas om elf uur ergens een ontbijt en koffie kon bemachtigen. Vanmiddag was het weer veel meer klimmen en dalen, maar ik was om half vijf in Chanaleilles, de plaats van bestemming voor vandaag, op 1150 meter hoogte. Ik heb een gîte op een boerderij en ben de enige gast. Voor overnachting, avondeten en ontbijt betaal ik € 30 en voor € 4 meer doet mevrouw de was erbij. Nou, dat heb ik meteen gedaan, dus nu heb ik de luxe dat ik er lui bij gezeten heb, terwijl de was draaide. Alles hangt nu weer brandschoon te wapperen aan de lijn, ideaal! Het was wel nodig ook dat het allemaal een keer goed gewassen werd, want ik kreeg het niet meer zo goed schoon. Suzanne mopperde daar een paar weken geleden al over, dus je snapt dat het er sindsdien niet beter op geworden is. Ik heb nu net gegeten en het was weer overdadig. Ik vergiste me weer lelijk, want ik kreeg een grote omelet met heel veel champignons en meteen zette ze ook de kaas op tafel. Dus ik dacht zorgelijk: “Nou, als dit alles ik wat ik krijg, heb ik vast niet genoeg.” Mijn zondige gedachten werden daarna flink afgestraft, want na de omelet kreeg ik een lap vlees, waar je niet overheen kon kijken en een grote schaal met gegratineerde aardappelen. Ik kon het echt niet allemaal op, maar kreeg vervolgens bij de kaas ook nog sla en een appel toe. Ik geniet nog steeds enorm van alles, het blijft geweldig allemaal. Het gaat allemaal ook erg goed tot nu toe. Ik heb alleen een paar open plekjes aan mijn voeten, waarschijnlijk door de warmte. Vergeleken met pelgrim Jos is dit helemaal niets, want diens voeten zagen er heel wat zorgelijker uit. Hij had zelfs een stuk uit zijn schoen gesneden, omdat het te zeer deed. In een gesprekje met mevrouw hier zei ik dat ik hoopte dat ik het zou halen, maar dat ik dat niet wist en toen zei ze: “Waarom zou je het niet halen? Je hebt het tot hier toch ook gehaald?” Ja, als je het zo bekijkt. Voorlopig wandel ik dus gestaag door en geniet van elke dag!

Ik heb Geer meteen nu maar vast gezegd, dat ik morgen waarschijnlijk niet kan bellen, aangezien mijn saldo bijna op is en ik waarschijnlijk dat morgen niet kan aanvullen, omdat er niets open is. Dan hoeft ze zich in ieder geval niet ongerust te maken. En jullie dus ook niet. Au revoir!

Met de zegen verder

35,52 km – 50.749 stappen / totaal 1553,88 km – 2.233.993 stappen

Vanmorgen ben ik dus eerst naar de mis geweest met nog vijftig andere pelgrims. De bisschop preekte over de Emmausgangers en we kregen dus ook allemaal de bisschoppelijke zegen. Het was mooi, maar ik merk dan toch dat ik meer protestantse genen heb dan katholieke. Na afloop mochten we allemaal een briefje pakken met goede wensen en gebeden, die mensen voor ons geschreven hadden. We kregen ook een bedeltje van de Zwarte Madonna, die zal ik bewaren voor Gery. Daarna ben ik de trappen van de kathedraal weer afgedaald om mijn weg te vervolgen. Het eerste stuk was vrij makkelijk en ik ben zo lekker opgeschoten, dat ik al om half drie in St. Privat was, waar ik wilde overnachten. Ik vond het nog vroeg en dacht: “Komaan, ik loop nog wat verder!” Dus dat heb ik gedaan, maar alleen bleek toen het volgende stuk niet zo’n makkelijke weg te zijn en was het weer klimmen en klauteren geblazen. Ik wilde naar Monistrol, maar Monistrol ligt helemaal beneden in een kloof en dat betekent dus dat je naar beneden moet via een erg steile afdaling. Ik ben er natuurlijk wel gekomen, maar inmiddels was het zes uur ’s avonds. Enfin, mijn tentje opgezet en gegeten op de camping. Dat was niet lekker! Er is een Nederlands echtpaar op de camping, aardige mensen en dat ging naar het voetballen kijken, want Nederland moet tegen de Ivoorkust. Kun je nagaan, ik had geen flauw idee dat er gevoetbald werd, maar ik begrijp dat het in Nederland een en al oranje is. Wat lijkt dat ver weg.

Ik heb geprobeerd Gery te bellen, maar omdat ik in die kloof zit, heb ik geen bereik. Dus nu schrijf ik alles maar op een gewoon papiertje, dan kan zij het morgen wel op de website zetten. Ik zal wel moppers van haar krijgen dat ik niet bereikbaar ben, maar ja, ik kan er ook niets aan doen. C’est la vie!

Emoties

Theo-rust-uit-web

Hebben jullie nou je zin? Zit ik hier op een bankje te janken met een berg post naast me. Vanmorgen ben ik naar het postkantoor geweest en toen was er nog niets. Dus ik dacht: “Dat is logisch, want het stond vrij laat op de website.” Dus toen maar naar de kapper en ik heb nu een heel kort koppie, zogezegd geen pelgrimsmanen. Vanmiddag toch nog even het postkantoor binnengewipt en ja! Geweldig van jullie, heel hartelijk bedankt Arij, Ellen, Andries, Rina, Ton, Suzanne, Cees, Corrie, Bep, Jan, Olga!! Ik ben er van de emotie vast nog een paar vergeten te noemen, vergeef het een oude pelgrim dan. Ton en Suzanne, dankzij jullie boekje kan ik straks wellicht iets in het Spaans zeggen!

Ik zit nu met allemaal jonge gasten, die waanzinnig veel lawaai maken met spelletjes aan de computer, hier in Le Puy in een internetcafé. Vandaag dus een rustdag en dat valt eigenlijk helemaal niet mee. Vanmorgen om zeven uur vertrokken veel pelgrims, en dan bedoel ik tientallen, naar de kathedraal om daar de pelgrimszegen te krijgen van de bisschop. Elke morgen om zeven uur is er een pelgrimsmis en dan worden de namen van de pelgrims voorgelezen die gaan vertrekken richting St. Jean Pied de Port. Morgenochtend ben ik ook van plan daar aan mee te doen.
En dan begint eigenlijk het tweede deel van de reis. Ook heb ik inderdaad het gevoel dat de reis zelf het belangrijkste is. De aankomst lokt me nog niet, omdat het dan echt afgelopen zal zijn. En ik geniet er juist zo erg van.
Gisteren was de binnenkomst in de kerk (en dat had ik niet verwacht van mezelf) erg emotioneel. Omdat er veel toeristen in de kerk waren, hoorde ik overal om me heen fluisteren: “Kijk, een echte pelgrim, hij heeft een schelp!”. In het Frans, Duits, Engels en inderdaad ook een paar keer in het Nederlands. Als je dan die trapppen oploopt, waarvan je weet dat miljoenen pelgrims dat al duizend jaar doen, zet dat je aan het denken, zal ik maar voorzichtig zeggen. Leuk ook, al die reacties elke dag. Jullie moeten nou ook weer niet al te zeer gaan prijzen, hoor, want zo veel anderen doen het ook.

Leuk is het wel, zoals de mevrouw die me vroeg of ik haar een kaartje wilde sturen uit Santiago en terwijl ze dat zei een kruisje sloeg. Kijk, dat zijn voor mij nu mooie momenten. Iedereen een pelgrimsgroet van Pelgrim Theo.

Weer een doel bereikt

28,22 km – 40.824 stappen / totaal 1518,36 km – 2.183.244 stappen

Ruim twee maanden later, ruim 1500 km verder en na ruim twee miljoen stappen heb ik mijn tweede doel: Le Puy, bereikt!! Vanaf hier ga ik nu dwars door Frankrijk naar de Spaanse grens.

Le-Puy-web

Het was vandaag weer heel zwaar bij 33 à 34 graden en ik ben weer tot grote hoogte gestegen. Heel in de diepte zag ik de gorges van de Loire liggen, een mooi gezicht. Verder kwam ik langs het kasteel Polignac, daar woont de oudste adellijke familie van Frankrijk. Aangezien ik op deze tocht kind aan huis ben bij de adel, had ik natuurlijk wel even op de koffie kunnen gaan, maar ach, een mens dient bescheiden te blijven.
Van heel ver weg zie je de stad Le Puy al in de diepte liggen en dat is een machtig gezicht. Je ziet echt twee pieken omhoog steken, één waarop een kerkje staat en de ander waarop een groot Mariabeeld staat. Jaren geleden zijn we hier op vakantie ook geweest en zijn we die pieken opgeklauterd. Je kon toen ook in het beeld klimmen en in de rok van Maria hadden ze kijkgaten gemaakt voor het uitzicht. Of dat nu nog kan, weet ik niet, ik denk niet dat ik dit nu ga doen, ik klim al genoeg. En dan zie je verder de grote bult waarop de kathedraal staat. Het is echt heel indrukwekkend en toen ik eenmaal in de kathedraal was, deed me dat toch weer een heleboel. In de kathedraal staat, behalve de Zwarte Madonna, een Mariabeeld van zwarte lavasteen, ook een beeld van St. Jacob. Voor dat beeld is een kluisje, waarin mensen hun gebeden en goede wensen kunnen doen en die worden dan elke morgen tijdens een dienst aan de pelgrims die vertrekken, uitgereikt. Hier is dat elke dag, in Vezelay was dat alleen op zondag. Pelgrim Hans, met wie ik een paar dagen ben opgetrokken, is priester en die mocht toen in Vezelay in het Nederlands de zegen geven. Dat deed hij natuurlijk en daarna riep hij: “Jongens, we gaan het halen!”

Ik kwam hier ook Jos weer tegen, de pelgrim die in Le Puy in een hospitium ging werken. Dat heeft hij gedaan en nu gaat hij ook weer verder. Het was stom toeval, maar erg leuk, dus we zijn lekker op een terras gaan zitten om bij te praten. Toen werd het nog toevalliger, want er kwamen twee dames voorbij lopen die vriendelijk: “Dag Jos” zeiden en dat bleken twee dames te zijn uit de straat waarin hij woont. Zo zie je maar hoe klein de wereld soms is.

Ik vind het allemaal nog steeds geweldig: op sportief gebied, want je moet toch elke dag weer een prestatie leveren, maar zeker ook vanwege alle ontmoetingen en het feit dat je bezig bent met heel andere dingen dan waarmee je thuis bezig bent. De groep Franse pelgrims waarmee ik liep, voorspelde lachend dat ik straks, als ik weer thuis ben, psychische hulp nodig zal hebben. Zo erg zal het niet zijn, ook dat went weer, maar voorlopig ben ik blij dat het zover nog niet is!

Goed, morgen ga ik dus van mijn rust genieten, ik ben benieuwd hoe dat zal bevallen!

Mijn stok en mijn staf vertroosten mij

22,58 km – 32.380 stappen / totaal 1490,14 km – 2.142.420 stappen

stok-web

Ook vandaag was het best een zware dag, maar ik hoefde minder ver dan gisteren. Het pad is ook hier erg slecht met heel veel rolkeien. Die kan ik wel ontwijken door gewoon op de N-weg of D-weg te gaan lopen, maar dat is niet erg leuk, want dan is het gewoon erg druk, moet je iedere keer uitwijken voor auto’s en dat is gewoon toch minder leuk. Ik loop nu weer op de Grande Randonnée, maar er zijn nog steeds niet veel mensen en de mensen die je ziet zijn vooral Duitsers en dat is logisch natuurlijk. Er zijn ook weinig dorpen langs dit stuk, dus koffie ’scoren’ is ook moeilijker. Het is prachtig droog weer, maar 32 graden is wel warm met een rugzak op je rug (lijkt me wel de meest logische plaats voor een rugzak). Ik heb heel veel plezier van mijn stok, dus met recht kan ik zeggen dat mijn stok en mijn staf mij vertroosten. Aardig is dat, weer komt uit wat ik in Zaandam ook al vaak zei: “Het is allemaal waar, maar heel anders dan je denkt”. Kijk, daar heb ik nu toch ook eindelijk een filosofische gedachte!
Stel je daar nou ook weer niet te veel van voor, want soms betrap ik mezelf erop dat ik bijna tegen die stok loop te lullen, zo van: “Kijk opa weer eens in de weer zijn” of “Nog effe”. Ik bedoel maar, het is in ieder geval heel anders dan het dagelijks leven en tegelijk bestaat het ook uit gewone alledaagse dingen en dat maakt het nou leuk. Althans, dat denk ik, want als Gery vraagt of ik het nog wel leuk vind, kan ik alleen maar bedenken dat ik het nog steeds geweldig vind en waarom nou precies?? Geen idee, maar het is wel zo. En het is zo waar, wat Wim schrijft: “Het is de reis die telt, niet de aankomst.” Ik vind het nog steeds geweldig, al die interesse van jullie en die aanmoedigingen. Dat is ’s avonds mijn eerste vraag: “Staat er nog iets op de website?” En Gery vertelde dat ze nu doet, waar ze mij vaak om uitgelachen heeft: als ze naar bed gaat of eruit komt, eerst even achter de PC om te kijken of er nieuws is. Ik deed dat altijd met mijn mails.
Als ik het overdag erg warm heb of ik loop te zwoegen heb ik heus wel eens de pest in natuurlijk, maar als ik dan aangekomen ben en lekker gedoucht heb, is dat zo weer vergeten en geniet ik alleen maar van alles wat ik beleef. Vanavond ook weer. Ik zit hier in een hotel in Vorey, een ‘Logis de France’, dus toch een respectabel hotel. Op mijn kamer is zelfs telefoon, dus ik sms naar Gery het nummer, dan hoeft ze niet mobiel te bellen en is het goedkoper. Dat doet ze ook, maar de telefoon in mijn kamer rinkelt niet. In plaats daarvan wordt er opeens op de deur geklopt en daar staat iemand van het hotel met een draagbare telefoon aan zijn oor, die meldt dat hij iemand aan de telefoon heeft voor mij, mij de telefoon overhandigt en vriendelijk vraagt of ik de telefoon straks even terug wil brengen naar de receptie. Dat is toch schitterend? Krijg ik Gery aan de telefoon en die ligt dubbel, want ze heeft alles gehoord, hoorde hem lopen en aankloppen, enz. Het zijn allemaal maar kleine dingen, maar als je ze ziet kun je daar zo’n lol om hebben. Het is en blijft dus genieten, ook al is het af en toe zwaar. Morgen hoop ik de Zwarte Madonna in Le Puy te kunnen begroeten!

….. en hoe ver

Dit was de allerzwaarste dag tot nu toe. Het was echt afzien. Niet dat-ie slecht begon, integendeel. Gisteravond heb ik echt het traditionele Franse voedsel op: soep vooraf met een scheut crème de cassis erin en daarin sop je dan je brood, vervolgens een omelet met pietepeuterig kleine champignonnetjes erin, die door madame zelf in het bos gezocht worden, echt overheerlijk, een aantal forse kazen en een yoghurt toe. En zo was het ook met het ontbijt vanmorgen: een grote kom koffie met hompen brood erin. Er was ook boter en confiture en toen ik later dus een stuk brood smeerde en er confiture opdeed, zei madame: “O ja, zo doen ze het in andere streken”. Met de belofte een kaartje te sturen als ik in Santiago ben en beslist terug te komen samen met Gery, ging ik vervolgens welgemoed op pad.

Maar die moed is me vandaag echt wel een paar keer in de schoenen gezakt en ik heb grote schoenen. Het was 32 graden en een bere-eind en onderweg was er letterlijk niets, geen restaurantje, geen barretje, zelfs geen bakker. Ik kreeg water van een meneer die in de tuin zat, anders had ik zelfs dat niet gehad. Toen ik op een bankje in de schaduw ging eten en mijn worst aansneed, sneed ik in mijn duim, bloeden als een rund natuurlijk. Dus ik heb die duim fraai verpakt met de spullen uit mijn EHBO-doosje en op dat moment kwamen de vijf pelgrims langs, waarmee ik een paar dagen geleden gegeten heb. Die waren uiteraard vol bewondering voor mijn verbonden duim en dat was even gezellig. Ik heb hen onderweg nog een paar keer ontmoet. Verder liep ik door eindeloze bossen en steil omhoog en er kwam een moment dat ik dacht: “Dit haal ik nooit”. Op dat moment stuurde Jacobus een echtpaar langs, dat vroeg of ik met hen mee wilde lopen een stukje, want zij wonen aan de route. Dat heb ik dankbaar aangenomen en ik kreeg er koffie, heb het gastenboek gelezen en getekend uiteraard. Daar knapte ik weer van op. Toen ik verder ging, gaf mevrouw mij haar eigen stok mee, want zonder stok was het geen doen volgens haar. Dus nu heb ik weer een staf zogezegd.
En dankbaar dat ik voor die stok geweest ben, want die was heel erg handig. Daarmee kun je beter je evenwicht bewaren, want niet alleen dat het erg steil is, de weg bestaat ook uit rolkeien, dus voor je het weet, lig je ondersteboven. Met een zware rugzak is het moeilijk je evenwicht te bewaren. Zo ben ik drie keer naar meer dan 1000 meter hoog gestegen en ook weer afgedaald. Om uiteindelijk in Retournac te komen, moest ik aan het einde van de dag ook nog weer eens 700 meter stijgen. Ik heb gelopen van acht uur vanmorgen tot zes uur vanavond en dat in deze hitte.

Maar….ik ben er gekomen, zit nu in een hotel met kamer, diner en ontbijt. Dus ik hoef de deur niet meer uit vanavond. Op de kamer is het niet zo warm, ik heb heerlijk gedoucht en nu ben ik weer lekker opgeknapt.

Ik hoop over twee dagen in Le Puy aan te komen en dan neem ik weer eens een dagje rust, dat heb ik dan wel weer verdiend.
Ja mensen, het begint op een echte pelgrimstocht te lijken……ultreia! Dat betekent, voor wie het niet weet: ‘Tot het einde’!

12-6-2006: Het thuisfront

Hoe gaat het inmiddels met het thuisfront? Laten we zeggen: het thuisfront heeft het warm, zeer warm en wie mij kent, weet dat het leven dan een grote klaagzang is voor mij. En ik krijg dan ook onmiddellijk een vreemd soort stoornis: in plaats van een schaduwrijk plekje op te zoeken en me verder niet te bewegen, denk ik: “Ik heb het nu toch al bloedheet, dus ik kan net zo goed iets gaan doen, dan gaat de tijd sneller en is het eerder avond”. Maar ik kan jullie nu tenminste trots vertellen, dat ik een beeldschone tuin heb, waarin geen sprietje gras meer tussen de tegels te vinden is en waarin een halve meter hoge laag onkruid gewied is. Ik vrees hierbij ook enig niet-onkruid gewied te hebben, want soms zat er een soort bol aan het eind, die verdacht veel leek op de bollen die Theo ooit geplant heeft. Maar ja, dat zie je pas als je het er al uitgetrokken hebt toch? Ik dacht vrolijk: “Vooruit Geer, je bent in je knollentuin en daarin kijk je niet op een bolletje”, maar toen ik klaar was, had ik ineens heel veel aarde en weinig plant. “Alles is te koop”, dacht ik en snelde naar het tuincentrum, waar ik met forse hand insloeg. Nu blijkt dat het tuinarchitectonische inzicht van Marnix vele malen beter is dan dat van zijn moeder (van wie heeft hij dat toch?), want die vroeg deskundig welke planten tegen de zon kunnen en welke niet. Ja, weet ik veel, er zitten mooie bloemen aan. Onder deskundige leiding van de buren het zaakje in de grond gezet en nu blijkt ook nog dat ik elke avond heen en weer moet hollen met een gieter, anders leggen ze weer het loodje. Ik wil hiermee maar zeggen: het zal wel zo zijn dat een pelgrim vele beproevingen doorstaat, maar die van het thuisfront zijn ook niet mis!! En nu de clou van dit alles: Ik wil al tijden heel graag naar een appartement, lekker alles gelijkvloers. Mijn lieve Theo verzint bij elk appartement de meest doorzichtige smoezen, want ‘dan heeft hij geen tuin meer!’ En wie zit nu op haar knietjes in de grond te wroeten? Juist!!

Ik krijg nogal wat telefoontjes om te vragen hoe het met Theo gaat en hoe het met mij gaat. Gisteren heb ik heerlijke paella mogen nuttigen bij Bouk en Aska en was ik weer even onder de levenden. Van Jan en Dorien van de Brink kreeg ik een heel gezellige brief met foto’s van Theo en Jan. Het doet me goed dat ook het thuisfront niet vergeten wordt en dat wil ik graag met jullie delen.

Met Marnix gaat het waardeloos om eerlijk te zijn. Hij heeft heel veel pijn en kan absoluut niet zitten. En de lieve Zaanse dokters kunnen dan wel zeggen dat het vanzelf over moet gaan, maar hij is twee maanden verder bijna en om nou te wachten tot zijn vader een goed woordje voor hem kan doen bij Jacobus in Santiago?? Ik bewonder hem heel erg omdat hij toch steeds probeert de moed erin te houden, maar het is bijna geen doen voor hem zo. Dus hij heeft zo eens in het rond gevraagd en gespeurd en vanmorgen onder de koffie en de tompoes (want tradities moeten er blijven) hebben we de informatie die hij van de Alfa-Klinik uit München gekregen had, eens doorgenomen en morgen gaat hij die bellen. Ze schijnen er veel meer te kunnen dan hier, het is een team van een Nederlandse orthopedisch chirurg en een Nederlandse neuro-chirurg, de begeleiding daarna kan hier in Nederland plaats vinden door gespecialiseerde fysiotherapeuten en van “Niets meer aan te doen” willen ze niet weten. Er zijn geen lange wachttijden, dus ik ben benieuwd. Mocht er enige tijd niets op de website verschijnen, dan ben ik dus even naar München!!

Hoe warm het is …..

22,98 km – 32.419 stappen / totaal 1438,02 km – 2.067.007 stappen

Het is ontzettend heet hier, ik zweet als een otter! Maar ik hoor van Gery dat het in Zaandam ook warm is, ze klaagt tenminste weer over natte lauwe dweilen in haar nek en dat betekent dat ze het erg heet heeft. Het aantal kilometers dat ik gelopen heb, is niet helemaal de vooruitgang op de route, want ik ben steeds van schaduw naar schaduw gelopen. Door de warmte heb ik een open plekje aan mijn linkervoet, dat zeer doet. Ik zal er morgen maar eens een smeerseltje voor kopen, dan zal ik er wel minder last van hebben.

Lex-en-Theo-web
Gisteravond heb ik samen met Lex en Elly gegeten. Er zaten ook nog vijf andere pelgrims bij, dus ze hebben eens mee kunnen maken hoe het zo toegaat. Vanmorgen heb ik een aantal ansichten van het hotel gekregen om te versturen en er is daar ook een slaapplaats voor vannacht voor me geregeld. Ik loop veel door de bossen en een mevrouw die daar ook liep, heeft me ernstig gewaarschuwd voor wilde zwijnen, want die schijnen er erg veel rond te lopen. Ik kwam er geen tegen gelukkig, want zeg nou zelf: wat begint een otter tegen een wild zwijn?

Nu zit ik op 1100 meter hoogte in een watermolen, die als gîte is ingericht in Apinac en hier is het een stuk koeler. Lekker, hoor. De watermolen werkt nog steeds, ze malen hier meel voor veevoeder en noten voor olie. Dus ik zit hier echt op de ‘campagne’. Ook hier ben ik weer hartelijk ontvangen, kreeg een rondleiding door de molen en ik kan hier ook eten. Het is vandaag open dag van de gîtes, dus terwijl ik Gery zit te bellen, lopen er voortdurend mensen in en uit, die verbaasd luisteren naar mijn Nederlands gekoeterwaal. Ik moet het gesprek telkens onderbreken om “Bonjour” te zeggen en krijg een enorm stuk cake in mijn handen geduwd van een van de mensen. Leuk is dat toch steeds weer.

O, sorry, maar de eigenaar van de gîte roept nu naar me dat ik een aperitief moet komen drinken en dat kan ik natuurlijk niet weigeren. Ik zou het trouwens ook niet willen!! Gegroet, gij allen en tot morgen!

Extremen

23,49 km – 34.156 stappen / totaal 1415,04 km – 2.034.588 stappen

Theo-weer-op-weg-web

Ook van achteren ben ik zeer charmant

Verder was het vandaag warm, erg warm. Vanmorgen liep ik door de bossen en de wijngaarden en het gaat nu echt steil op en neer en dat is vermoeiend. Ik moet mijn enkel overdwars zetten of op mijn tenen gaan lopen, anders haal ik het niet. Ik heb mijn schouder ingesmeerd en dat gaat nu beter, maar vanmorgen ben ik aan alle kanten geprikt door de muggen. De streek waar ik nu loop, was vandaag de warmste plek van Frankrijk. Ik maak dus extremen mee: ofwel de koudste plek ofwel de warmste plek, terwijl ik nu juist altijd zo graag de middenweg bewandel. Ik word dus op de proef gesteld, zullen we maar denken. Nou, als het erger niet wordt….
De streek wordt steeds leuker, omdat de mensen weten waarover het gaat en geïnteresseerd zijn. Ze kennen hier de rest van de route tot Le Puy en kunnen je precies vertellen wat je onderweg nog tegen zal komen. Ik hoefde vandaag niet zo erg ver en zit nu in een auberge in Marols, waar een grote slaapzaal is, maar omdat ik alleen ben, kreeg ik ook een kamer alleen. De ontvangst was weer overweldigend. Toen ik aankwam, zat er een groep van zo’n veertig mensen nog te eten, ter gelegenheid van het een of ander. Ik kwam dus gepakt en gezakt binnen en….kreeg van al die mensen dus applaus. Sta je wel even te blozen natuurlijk, maar dat zie je gelukkig niet, omdat ik bruin ben. Vervolgens werd ik meegetroond naar de keuken en kreeg daar het dessert, water en koffie. Dus ik ben weer verwend. Ik zit nu te wachten op Lex en Elly, die straks aankomen, we zullen samen eten.
Dit is een evenement, dat nog veel en veel mooier is dan ik me heb voorgesteld. Ik zal het mijn hele leven niet meer vergeten!

Een rustige dag

15,74 km – 22.485 stappen / totaal 1391,55 km – 2.000.432 stappen

Vanmorgen moest ik met een enorme sleutel de deur van de priorij openmaken en ook weer achter me dicht doen en de sleutel in een bakje doen, want er was verder niemand. De mensen, die nog zouden komen, zijn niet op komen dagen, dus ik had het rijk alleen. Het was knap warm vandaag en vanmorgen in het bos ben ik aan alle kanten geprikt door de muggen. Ja, dat hoort zo bij het pelgrimsleven.

Ik hoefde vandaag maar een klein stukje, dus was al vrij vroeg in Montbrison. Wie nu denkt dat ik er mijn gemak van neem, kan ik zeggen dat ik morgen 31 km zou moeten bij een temperatuur van 31 graden. Het is mij echter gelukt een gîte te reserveren, die een km of vier, vijf voor het einde van de route ligt, omdat ik anders de dag daarna ook weer zo’n kort stuk heb en nu is het wat beter verdeeld. Maar vandaag was het dus geen afzien, alleen maar genieten van het mooie weer in korte broek en T-shirt. Wellicht is het een teleurstelling voor jullie, maar erg filosofisch zijn mijn gedachten tijdens het lopen niet. Ik beperk mij tot het aardse denken: “Waar en wat eet ik? Waar slaap ik?” Onderweg bezichtig ik eens iets dat me interesseert en dan kom je toch wel aardige dingen tegen. Ik was in een kerkje met een crypte uit 1100 en in die kerk was ook een beeld van een kindje, een meisje, helemaal ingebakerd. Ik dacht dat het een beeldje was van een dood kind, maar de mevrouw die daar rondliep, vertelde dat het helemaal geen dood kind voorstelt, maar Maria als baby. In de zeventiende en achttiende eeuw was dit een bedevaartsdoel voor jonge ouders. Die kwamen dan hun kind opdragen aan de baby Maria en om te bidden dat ze hun kind een goede opvoeding zouden geven. In diezelfde kerk was ook een mevrouw die zelf naar Santiago was gelopen, maar haar bagage had laten vervoeren. Je komt hier natuurlijk steeds meer mensen tegen die ook naar Santiago zijn gelopen en dat zal gaandeweg wel steeds meer voorkomen, want de afstand wordt natuurlijk steeds korter.

Montbrison is een behoorlijke stad en ik zit weer in een hotel, want alle batterijen moeten weer worden opgeladen. Mijn leencamera doet het prima en het is leuk om weer te kunnen filmen. Ik heb vandaag ook even een apotheek bezocht om nieuwe vitamine C tabletten te halen en een zonnebrandcreme voor mijn neus, want dat is geen gezicht meer. Toen ook maar een smeerseltje voor mijn schouder gekocht, omdat die een beetje vastzit en zoals dat hier gaat, ik kwam dus met zakken vol de apotheek weer uit. Daarin is nog niets veranderd in al die jaren. Je krijgt een medicijn, daarbij meteen maar een medicijn tegen eventuele bijwerkingen van dat medicijn, enz., enz.

Morgen is mijn dieptepunt op 400 meter en mijn hoogtepunt op 1162 meter, dus dat wordt klimmen!

Een zonnepet

22,62 km – 32.459 stappen / totaal 1375,81 km – 1.977.947 stappen

Vanmorgen eerst mijn dagelijks ritueel gevolgd: naar het dorp, koffiedrinken en naar de bakker. Daarna wandelde ik over een mooie rechte lange weg met aan beide kanten vennetjes, waarin een heleboel reusachtige kikkers zitten. Het is dan ook niet verbazend dat hier in de streek bij elk restaurant kikkerbilletjes op het menu staan. Er zijn er zoveel.
Enfin, ik loop daar en hoor ineens mannen zingen. Ik kijk om me heen, maar zie niets, dus loop een eindje verder en jawel, daar staan ineens zo’n man of acht luidkeels te zingen. Dat bleek de visclub uit St. Etienne te zijn. Die huurt hier in de buurt een vijver af en gaat daar een keer per maand vissen. Nou ja, vissen? Het waren allemaal vijftigers met enorme buiken, dus al gauw werden er grappen gemaakt over en weer: “Ja, als jij eens zou gaan lopen, zou je zo’n buik niet hebben. Kijk naar deze meneer, die heeft geen buik”. We staan een poosje te praten en dan zegt er één: “Heb je geen zin in een aperitief?” Nou, dat sla je niet af natuurlijk, dus ik wandelde met de heren mee door een stukje bos en toen begreep ik die enorme buiken: aan de rand van de vijver stond iets wat je eigenlijk best een café mag noemen: genoeg te drinken en een barbecue, waarop enorme lappen vlees lagen te sudderen. Dus daar ging ik aan de pastis, dat is weer eens iets heel anders dan een glaasje achterin de tuin ’s zomers. Na de derde pastis vonden ze het ook logisch dat ik meteen maar bleef eten, maar dat heb ik maar afgeslagen. Ik dacht: “Anders kom ik helemaal niet meer aan vandaag!” Daarop kreeg ik van de heren een zonnepet met het embleem van de Provence erop tegen de zon, want “je moet een pet op in de zon”. Die heb ik in dank aanvaard en daar loop ik nu dus trots mee rond.

Visclub-web

Vervolgens kwam ik door een dorp, waar een mevrouw haar man stond uit te zwaaien die weer naar zijn werk ging, en daarna heel gemoedereerd ging staan wachten tot ik eraan kwam. Ze wilde natuurlijk weten of ik onderweg was naar Santiago, want haar beide kinderen hadden het ook gedaan. Maar dat ik nu alleen was en dan ook nog helemaal uit Amsterdam kwam gelopen, dat was toch wel erg ‘courageux’. Ik vind dat nog steeds heel leuk, dat mensen me achterna lopen of duidelijk op me staan te wachten om me een goede reis te wensen. Bijna net zo leuk als al die berichten op de website, waarvan ik nu weet, dat die zelfs in Australië wordt gelezen.

Ik was veel eerder in Mont Verdun dan ik had gepland, dus meteen maar naar de Mairie voor een slaapplaats. Dat werkt het beste: als je geen slaapplaats hebt, op naar de Mairie en daar is altijd wel iemand die je wil helpen. Dit keer waren het er zelfs twee, twee schattige meisjes die erop stonden dat ik eerst maar eens een poosje ging zitten uitrusten en bijna smekend vroegen of ik iets wilde drinken. “Want”, legden zij uit, “daar hebben we zo’n mooie truc voor” en dat bleek zo’n apparaat te zijn dat je bij ons ook bij veel bedrijven ziet met koud water. Ze gingen me helemaal uitleggen hoe het werkte, want ze waren er duidelijk erg trots op, zo’n superding op de Mairie. Vervolgens wisten ze een gîte voor me, die niet in mijn reisgids stond. Daarvoor moest ik dan wel een zeer steile helling beklimmen, maar de beloning wachtte dan ook boven: een heuse priorij met een grote muur er omheen en in het midden de kerk en de gebouwen daar omheen.

Montverdun-web

Hierbij een foto van de priorij en als je precies wilt weten waar ik zit, kijk dan even op www.montverdun.com en dan zul je zien dat dit verblijf een echte pelgrim waardig is. Ik zit nu bijvoorbeeld in de tuin naar een balustrade te kijken die uit de twaalfde eeuw dateert en alles is schitterend gerestaureerd. Ik slaap op een slaapzaal met vierentwintig bedden, dus ik kan kiezen. Er zullen waarschijnlijk nog een stuk of vijf mensen arriveren vandaag, dus we zullen ook niet om een bed hoeven vechten. Er is ook een keuken bij, dus vanmiddag ben ik weer naar het dorp gegaan om de nodige boodschappen te doen en nu zit ik vredig naar de kerkklok te luisteren. Er zijn geen monniken meer, dus ik hoef morgen niet vroeg uit bed om te bidden.
Elke dag is weer anders en elke dag zie en beleef je weer andere dingen. Nederland en mijn dagelijks leventje daar lijken steeds verder weg.

Pommiers

25,9 km – 37.539 stappen / totaal 1353,19 km – 1.945.488 stappen

Theo-met-Didi-web

Vanmorgen heb ik eerst Cees en Didi uitgezwaaid en daarna weer in de benen zoals het hoort. Het was vandaag schitterend mooi weer en ik loop in een prachtige omgeving. Aan alle kanten ontzettend veel bloeiende bloemen langs de kant van de weg en op sommige plaatsen kan ik heel ver kijken en zie ik de heuvels van de Beaujolais. Het is wel klimmen, maar als ik naar het zuiden kijk, zie ik nog veel hogere heuvels en de mensen hier zeggen blij tegen me: “Morgen en overmorgen gaat u heel hoog”, dus dat kan nog wat worden. Nou ja, dat zien we dan wel weer. “Wie dan leeft, wie dan zorgt”, zeg ik pelgrimachtig. Dat zijn zo ongeveer wel al mijn filosofische gedachten op dit moment. Deze route loopt half door de bossen en half over de weg en je kunt merken dat deze route meer is ingesteld op de tocht naar Santiago, want hij gaat ook langs dorpen. Vanmiddag kwam ik in een barretje en de mevrouw daar had alle tijd voor me en wilde ook weten of ik nu wel genoeg eten en drinken bij me had en waar ik vannacht ging slapen. Toen ik zei dat ik dat nog niet wist, ergens in Pommiers, riep ze: “Wacht even”, snelde naar de telefoon en regelde een caravan voor me op de camping. Geweldig leuk, zoals mensen zich voor je uitsloven. Om vier uur kwam ik in Pommiers aan en dat is echt een prachtig stadje. Van buiten is het een vesting en van binnen een en al antiek, zelfs de paardenstallen zijn er nog. Middenin staat een Romaanse kerk met een abdij er tegenaan en die heb ik uiteraard bezichtigd. In de kerk staat toepasselijk een standbeeld van een pelgrim met zijn staf en waterzak. Het is echt een heel leuk plaatsje en ik was er nog nooit van mijn leven geweest, wist niet eens dat het bestond. Dus ik zei tegen de mevrouw aan de kassa: “Waarom weet ik dit niet? Ik dacht dat ik alles al wist” Dat was lachen natuurlijk en ze vond mijn tocht ‘impressionant’. “Weet u”, zei ze, “Ik zou dat ook wel heel graag willen, maar ik zou toch op het laatste moment gauw neen zeggen.” Er is vandaag ook heel wat sms-verkeer geweest tussen Lex, Elly en mij. ik moest een weekprogramma sturen waar ik ongeveer wanneer zit. Of en waar we elkaar zullen ontmoeten, weet ik niet, maar…..we zien wel.
Ik ben nu net een zebra: mijn voeten en benen tot de kuit wit, de rest van mijn benen tot boven de knie bruin, de rest van mijn lijf wit en mijn nek en hoofd bruin. Vanavond ga ik zielig mijn eigen potje koken, want ik heb een keukentje in de caravan. Nou ja, koken……ik ga een blik opwarmen. Zo zie je maar hoe diep ik ook kan vallen: van een prachtig kasteel naar een ouwe caravan. Maar voorlopig zit ik voor die caravan uiterst lui in mijn zwembroek van de zon te genieten. Ik wil jullie natuurlijk niet jaloers maken, maar zo is het wel. Af en toe word ik gestoord door het geluid van een vrachtwagen. Aan het begin van de camping hebben ze namelijk een verkeersdrempel gelegd en hier in Frankrijk betekent dat: flink gas geven als je er overheen gaat, anders verlies je maar snelheid!
Dit is helemaal het einde: het land, de mensen en het lopen, kortom alles!

Steeds meer heiligen

21,92 km – 31.320 stappen / totaal 1327,29 km – 1.907.949 stappen

Theo-6-mei-2006-web Nou, met die nieuwe schoenen wordt het niks, want ik moest vanmorgen stampen om er ook maar in te komen. Van boven zijn ze veel te krap en de veters zijn ook te kort. Dus ik heb ze snel weer uitgetrokken en ben op mijn ouwe vertrouwde stappers gaan lopen.
Het landschap begint al behoorlijk bergachtig te worden met steile hellingen, maar wel erg mooi. Er zijn een heleboel snel stromende riviertjes. Het wordt al echt het Massif Central.
Onderweg naar Lentigny kwam ik voorbij een huis waar een meneer in de tuin stond te werken, die ook vroeg of ik onderweg naar Santiago ben. Nu ben ik dat zo langzamerhand wel gewend en ook dat de mensen dan zeggen dat ze dat ook graag zouden willen. Zo ook deze meneer, maar, zoals hij spijtig zei: “Toen kreeg ik een hernia en ben geopereerd, dus ja, toen was de droom voorbij”. Ik vertelde hem dus dat ik twee hernia-operaties achter de rug heb en het toch doe en dat het goed gaat, daar kikkerde hij helemaal weer van op. Maar hij vertelde ook dat ik in Lentigny beslist naar het Roemeense kruis moest gaan en vertelde daar het volgende verhaal bij:

Tijdens de revolutie in 1989 in Roemenië woonden er in het dorp vijf Roemeense studenten. Die moesten na de revolutie terug naar Roemenië. Een van hen heeft toen in Duitsland de benen genomen en is weer teruggegaan naar het dorp. Maar toen was hij dus wel illegaal. Het hele dorp heeft zich vervolgens ingespannen om voor hem een legale status te krijgen. Dat is gelukt en hij is nu chirurg in Clermont-Ferrand. Uit dank heeft hij uit Roemenië een antiek Roemeens kruis laten komen en aan het dorp geschonken. Ik heb er een stukje film van gemaakt. Ik heb trouwens al veel gefilmd met mijn nieuwe camera, leuk dat ik die zomaar te leen kreeg, er zat nog een nieuw bandje bij ook.

Ik kom steeds meer heiligen tegen, want nu zit ik in een plaats die St. Jean St Maurice heet. Dat waren vroeger twee dorpen, die nu samen een dorp vormen. Het ligt aan de gorges van de Loire en ik slaap in St. Jean in een hotel. Cees en Didi zijn er ook nog en vanmiddag zijn we even naar St Maurice gegaan, een leuk Middeleeuws stadje met een burcht en zo. En zegge en schrijve één barretje, beheerd door een mevrouw, die moederlijk zat te breien. Ze vond het wel gezellig, want ze kletste meteen honderduit, ze kwam niet uitgepraat. Ik heb er ook een stempel gekregen, dus dat is niet gek. Er kwam ook nog een wandelend echtpaar bij, dat wandelt tot Le Puy en zodoende werd het weer erg gezellig. Het weer werkt daaraan mee, want het is hier nu 24 graden. Wel uit te houden toch?

6-6-2006: Het thuisfront

Inmiddels is het probleem met de website opgelost, dankzij Jan den Otter die onze host is geworden en dankzij Marnix die alles heeft overgezet en ervoor gezorgd heeft dat we weer draaien, en dat ondanks zijn pijnlijke rug. Ik ben erg trots op mijn mannen!!

Weer bezoek

19,07 km – 28.334 stappen / totaal 1305,37 km – 1.876.629 stappen

Vanmorgen zat ik adellijk te ontbijten met een hele serie zelfgemaakte confitures, terwijl intussen de slotvrouwe de eekhoorns voerde. Lieflijk, hè? Er zaten heel veel eekhoorns, maar ze aten niet uit haar hand. De slotheer zat ondertussen ook niet stil, want die stippelde een mooie route voor me uit, waarbij ik de N-7 kon vermijden. Na een hartelijk afscheid, waarbij ik moest beloven ook eens een keer te komen met mijn ‘épouse’ kwam ik weer gewoon aards op mijn voeten terecht en wandelde langs ’s Heren wegen.
Het was inderdaad een erg mooie route langs een paar meertjes. Ik heb aan de kant van de weg in een korenveld gegeten. Er zijn hier heel veel korenbloemen en klaprozen. En er staan overal margrieten, soms heel grote. Het is een mooi gezicht. De heel hoge heuvels komen nu zo langzamerhand ook angstwekkend dichtbij, dus dat wordt weer sjouwen, klimmen en dalen. Ik wilde eigenlijk in St. Haons stoppen, maar ben doorgelopen naar Renaison en daar zaten Cees en Didi al lui op het terras op me te wachten. Toen ik aankwam, zei een meneer: “Nou, nou, u loopt hard, ik zag u net nog onderweg.” We hebben eerst even lekker wat gedronken, toen bekeek Cees de prijzen en besloten we maar meteen twee kamers te huren. Dus nu zit ik hier trots met mijn nieuwe schoenen aan, die ze hebben meegebracht. Ze zijn heel mooi, maar ik ben er nog niet ‘ingegroeid’ merk ik wel, want voorlopig doen ze nog overal pijn. Maar goed dat ik zit. Hoewel dat natuurlijk niet de bedoeling van de schoenen is, daarom ga ik er morgen de hele dag op lopen. Morgenavond zie ik Cees en Didi weer, dan gaan we weer samen eten. Dan kan ik altijd besluiten toch maar verder op mijn ouwe trouwe schoenen verder te gaan. Maar dan weet ik tenminste waar ze nog moeten bijgewerkt en kan Gery dat laten doen. Ze is van plan een weekje vrij te nemen als ik in de buurt van Cahors ben en dan weer naar me toe te komen. Dat lijkt me heerlijk. Dat duurt nog even, eerst naar Le-Puy, het tweede hoogtepunt van mijn reis.
Gery kon me vandaag niet vertellen wie er gereageerd had, want ze kon niet op de website komen. Sinds de verhuizing valt hij af en toe uit, lastig, maar we hopen dat dit probleem snel over is.

Een echt kasteel

27,72 km – 40.181 stappen / totaal 1286,3 km – 1.848.295 stappen

Om te beginnen een paar foto’s, dan kunnen jullie mee genieten:

Inde-regen-web
Hoe sterk is de eenzame wandelaar…

Heuvel-op-web
zwoegend de heuvels op…

in-korte-broek-web
maar zo kan het ook

Je ziet hoe ik ploeter en zwoeg, over boomstammen heen, enkel maar een yoghurtje onderweg. Dus zul je zeggen als je mij languit ziet zitten om te sms-en: “Hij heeft het verdiend.”

Theo-in-rust-web

Alle gekheid op een stokje, het was vandaag een prachtige dag, ik heb de hele dag in mijn korte broek gelopen en mijn sandwich opgegeten lekker met mijn blote bast in het zonnetje. Dat doet een mens goed!
Onderweg was er in een plaats paardenmarkt, dus groot feest in het dorp. Reuze gezellig en daar wandel ik dan met mijn rugzak tussen de mensen. Die kijken allemaal wel naar me natuurlijk, want zo ga je meestal niet ter paardenmarkt.
En waar ik nou toch weer terechtgekomen ben! Geloof het of niet, maar ik zit hier in een heus kasteel in La Pacaudière, met torentjes en al. Er is dus ook een kasteelheer en kasteelvrouwe, van die adellijke types echt. Geaffecteerd stemmetje, maar heel aardig allebei. Toen de kasteelvrouwe mijn schelp zag, zei ze: “Ik roep mijn man, want die wil dit ook zo graag”. Dus de kasteelheer kwam aangesneld (lopen past niet bij dit soort types) en zo zaten wij gedrieën in het prieel een glaasje bier te drinken en te causeren (want hier pakt men geen pilsje natuurlijk en je zit ook niet zomaar te ouwehoeren). Hoe meer ik vertelde over sportzalen en gîtes waar ik in geslapen heb, hoe enthousiaster hij werd. Zijn echtgenote (want vrouw kan ook niet natuurlijk) was iets minder enthousiast, maar hij troostte haar als volgt: “Ik ben maar vier maanden onderweg en deze meneer wel vijf″. Ja, zo kan je het ook zien. Om het verhaal nog even compleet te maken: ik slaap vannacht in de roze kamer en de kasteelheer brengt mij straks naar het restaurant. Zit ik op stand of niet? Geer informeerde al of ik per koets ging, maar nee, zo gek is het nu ook weer niet, want het is wel verarmde adel, ze hebben geen personeel. Zo zie je maar, je maakt elke dag wel iets mee en al met al was dit een prima dag met dat mooie weer.

Al die belangstelling

17,23 km – 24.983 stappen / totaal 1258,58 km – 1.808.114 stappen

Eerst even dit: ik word gewoon verlegen van alle belangstelling, maar het doet me wel heel erg goed. Geweldig zoals jullie allemaal meeleven. Dat zelfs de Augustinessen in Heemstede een kaars voor me branden, wie had dat ooit gedacht? En van Gery hoor ik dat het probleem met het verzenden van de camera ook is opgelost: Cees en Didi vertrekken morgen en komen hem brengen! Het is geweldig allemaal en heel erg leuk. De pelgrim mag wel uitkijken dat hij niet hoogmoedig wordt, aangezien hoogmoed voor de val komt en ik wil nog graag blijven lopen. Ik vind het nog steeds geweldig en geniet van elke dag, zelfs al regent het. Natuurlijk zijn niet alle dagen even sensationeel, maar als geheel is het voor mij een absolute topper. Ik heb nog geen moment gehad dat ik naar huis wilde, maar wat niet is, kan nog komen natuurlijk.
Het is vandaag iets minder koud geweest en er was zon. Bovendien heb ik vandaag niet ver gelopen. Dat kwam omdat ik, nadat ik in Le Donjon gegeten had, drie huizen verder een hotelletje zag en men had mij afgeraden naar de gîte d’ étape te gaan omdat die bewoond wordt op dit moment door daklozen. Dus ik dacht: “Wat let me?” en ben naar binnen gestapt. Het hotelletje is wel het minimum van het minimum, er is zelfs geen douche, maar het kost ook bijna niets. Zodoende was ik om half één al uitgewandeld en had vanmiddag tijd om het dorp te bekijken, wat snel gebeurd was, en naar onderdak te zoeken voor de volgende nacht, want morgen moet ik zo’n 30 km lopen. Bij het Bureau de Tourisme trof ik een aardig meisje dat echt overal voor me heeft gevraagd en gezocht, maar er is zelfs geen camping in de buurt. Uiteindelijk heeft ze een chambre d’ hôte voor me gevonden in een manoir. Die schijnt erg mooi te zijn, maar kost me dan ook wel € 50. Zo zie je, ik rol van het ene uiterste in het andere. Maar, zeg ik filosofisch: “Als Jacobus je die weg wijst, heb je maar te gaan, of het nu rijkdom of armoede inhoudt.” Overigens, volgens de mensen hier is het sinds 1965 niet zo koud geweest omstreeks deze tijd, dus het is heus niet enkel zonneschijn, hoor! Volgens Geer was het vorig jaar op IJsland warmer en dat had ze nou niet moeten zeggen!
Ik loop nu ineens weer in een ander landschap. Gisteren waren er de witte Charolais-koeien, die steeds nieuwsgierig aan kwamen rennen, vandaag zijn het de bruine koeien, zoals ze in de Auvergne hebben. Leuk is dat toch. Het is hier wel weer heuvel op, heuvel af, er is geen stukje echt vlak. Omdat mijn enkel natuurlijk onbeweeglijk in mijn schoen zit, is dat wat lastiger, maar ik pas mijn tempo aan en dan gaat het goed. Het is al fantastisch dat ik zo’n eind gekomen ben zonder noemenswaardige problemen. Ik heb vanmiddag eens even op de kaart zitten kijken en zag dat ik inmiddels toch een fors stuk gelopen heb. Dus: Kom, laat ons voortgaan, pelgrim!

Weer alleen

23,6 km – 34.205 stappen / totaal 1241,35 km – 1.783.131 stappen

met-Suzan-web

Vanmorgen heb ik de familie van de Stadt uitgezwaaid. Het was erg gezellig met Suzanne, we hebben veel gelachen.
Om negen uur ben ik dus alleen mijn route weer gaan vervolgen. Het eerste stuk heb ik over een geasfalteerd traject van een spoorweg gelopen, dus dat ging makkelijk. Daarom besloot ik na Dompierre, waar ik eigenlijk wilde stoppen, nog maar een stukje door te lopen. Tussen de middag heb ik in een restaurantje langs de weg gegeten en daar hebben ze alle mogelijke moeite gedaan om een overnachting voor me te regelen, maar dat is niet gelukt. Dus besloot ik maar op de bonnefooi verder te gaan en dan maar te zien of ik ergens kon slapen. Je ziet, het ‘loslaten’ gaat steeds makkelijker, het lopen trouwens ook. Maar dat heeft er ook mee te maken dat ik nu de bergen van de Morvan achter me heb gelaten. Om kwart over twaalf ben ik de Loire overgestoken en ben dus nu echt in het zuiden beland. Dat zou je aan het weer niet zeggen, want het is nog steeds erg koud. Wel zonnig, maar er staat een gure wind. Het weerbericht geeft voor maandag iets beter weer op, maar de boeren hier zeggen dat het de eerste vier weken nog slecht blijft. Ik hoop niet dat ze gelijk krijgen, want een beetje warmer zou niet gek zijn. Ik heb een stuk door het Loiredal gelopen en het laatste stuk door landbouwgebied. Maar straks ga ik weer de bergen in.
Ik kom op het ogenblik geen andere wandelaars tegen, omdat die bijna allemaal via andere routes lopen, maar ik ben nu eenmaal zo eigenwijs om deze route te willen gaan. Het enige lastige is wel, dat er heel moeilijk aan slaapplaats te komen is. Om vier uur was ik in Saligny-sur-Roudon. Overal gevraagd om een slaapplaats, maar helaas…
Dus toen ben ik maar weer naar de Mairie getogen, waar een uiterst vriendelijke dame me de sleutel heeft gegeven van de Salle de Réunion, waar ik nu gratis mag overnachten. Dus Jacobus is me nog steeds welgezind. Nog een dag of drie en dan bereik ik de officiële route weer, dan zal het wel makkelijker worden een overnachting te regelen. En als alles goed gaat, hoop ik volgende week woensdag in Le Puy aan te komen, dus wie nog een kaartje wil sturen, het kan nog net.

Vroeg uit de veren

19,86 km – 28.789 stappen / totaal 1217,75 km – 1.748.926 stappen

Van de koude waren we vanmorgen al om zes uur wakker en zijn we na een paar yoghurtjes en een beetje jus d’orange en zonder te kunnen douchen maar snel op stap gegaan. Ja, het leven van een pelgrim is echt niet louter zonneschijn, dat zie je maar weer. We hebben over de gewone weg gelopen en omdat we zo vroeg vertrokken, waren we om half één al op onze plaats van bestemming, Bourbon-Lancy. Dus precies op tijd om te eten in het restaurant. Suzanne loopt even naar buiten om te bellen naar René en Ursula, die haar komen halen, om te vragen waar ze zitten. “In Le Creusot” is het antwoord, dus nog tijd genoeg om te eten voordat ze er zijn. Denken we, want nog geen vijf minuten later stappen ze binnen. Ja, met een auto gaat het snel!! Toen hebben we maar gezellig met zijn vieren gegeten en dat doen we vanavond ook. Ik heb weer een stempel erbij, dus dat zit ook goed.
Morgenochtend vertrekt Suzanne weer naar Nederland en ik vervolg mijn pelgrimstocht. Suzanne heeft veel foto’s genomen, dus die komen dan wel op de website. Wanneer weet ik niet, want ze gaat nu eerst veertien dagen op vakantie, maar dat zien jullie vanzelf wel. O ja, ik heb een sms-je gekregen van iemand uit België, die meldt dat hij op 6 en 7 juni langskomt. Alleen heeft-ie er geen naam bij gezet, dus nu wordt het gissen wie het is. Ik vermoed Lex en Elly, maar zeker weet ik dat dus niet. Enfin, wie het ook is, hij is welkom.