Categoriearchief: 2006: Camino Frances

Honderd dagen

29,78 km – 42.538 stappen / totaal 2261,81 km – 3.251.048 stappen

Het is vandaag mijn honderdste dag en wie een pelgrim graag ziet lijden, had vandaag met me mee moeten lopen, dan had-ie waar voor zijn geld gehad. Want behalve dat het heel warm was en heel ver, zoals Hildebrand zou zeggen, had ik ook nog diarree en dat valt heus niet mee. Dat betekent na bijna elke kilometer stoppen en zitten. Het meegenomen wc-papier kon het niet aan en verdere details zal ik jullie maar besparen. Het was heftig. Maar nu is het weer bijna over.

Ik loop nu weer in een andere streek, de Bearn oftewel Navarre. Niet alleen de streek en de huizenbouw is anders, de taal ook. Ik versta er geen barst van als ze in hun eigen taal spreken, maar gelukkig spreken ze ook gewoon Frans. Het Navarrees of Bearnais zit een beetje tussen Frans en Spaans in, een weg heet hier geen chemin, ook geen camino, maar camin. Ik ben vanmorgen vertrokken met Christoffer samen en daar heb ik het eerste stuk tot Sauvelade mee gelopen, maar die stopte daar, dus ik ben alleen verder gegaan en heb verder geen pelgrim meer gezien.
Wel liep ik door een bos en middenin dat bos zag ik opeens een heleboel auto’s staan. Er bleek een fontein te zijn middenin het bos, waar het hele dorp water komt tappen. Niet omdat ze thuis geen waterleiding hebben, maar omdat het water uit deze fontein veel lekkerder is dan dat wat ze thuis hebben. Ze komen echt met kratten aanzetten. Als je dan bij de fontein komt, zie je daar een bordje boven hangen met ‘eau non potable’ oftewel ‘geen drinkwater’. Dat is wel lachen natuurlijk, dus ik heb mij met mijn ene fles in de rij gevoegd om daar eens duidelijkheid over te krijgen. “Ja, dat bordje is er wel, alleen omdat het moet van de regering”, zo werd mij uitgelegd, “de gemeente heeft geen geld genoeg om iedere keer analyses te laten maken om het water te controleren, dus dan moet er zo’n bordje bij, maar dat zegt niks verder”. Heerlijk land! Omdat ik ‘helemaal uit Amsterdam gekomen was om hier water te tappen’ werd mij voorrang aangeboden, maar ik heb netjes op mijn beurt gewacht, want ik vond het veel te gezellig. Het water was overigens heel erg lekker en heerlijk koud.

Goed, in Navarrenx aangekomen, moest ik in een bar de sleutel halen van de gîte en nu zit ik in een arsenaal van de vesting Navarrenx. Op de begane grond en de eerste verdieping zijn gewone appartementen en op de tweede verdieping zijn appartementen voor pelgrims. Het ziet er allemaal keurig uit. En wie kwam ik er als eerste tegen? David, die was alweer druk bezig met van alles. Ik hoorde van het meisje bij het Office de Tourisme, dat er steeds onenigheid schijnt te zijn tussen de vaste bewoners en de pelgrims. De vaste bewoners klagen er namelijk over dat er overal maar wasgoed van de pelgrims hangt en dat vinden ze natuurlijk geen gezicht. Wat ze er aan gedaan hebben? Ze hebben met zijn allen een droger gekocht voor de pelgrims. Maar helaas, het helpt niet, want in die droger moeten munten gedaan en dat doen die pelgrims niet, dus die hangen gewoon weer de was overal. Je ziet, het is ook hier niet overal koek en ei. David en ik hebben besloten om samen alle wasgoed in een droger te doen, want eerlijk gezegd vind ik het wel makkelijk. Vanavond warm ik een blik ravioli op, dus ik blijf eenvoudig.

Ik zie nu de hele dag de Pyreneeën oprijzen en sla dus de ogen naar het gebergte heen, dat heel indrukwekkend is en heel hoog. Gelukkig hoef ik niet helemaal over de top, maar ik verwacht wel des Heren bijstand. Hoewel ik erg benieuwd ben hoe hij die dan gaat geven, want ik vrees toch echt dat ik gewoon zal moeten klimmen en klauteren en dat is niet mijn sterkste punt.
Ik klamp mij dus vast aan het feit dat ergens in de Bijbel staat dat de zeeën droog zullen zijn en de bergen vlak (of zoiets), maar ja, dan moet er nu wel gauw iets gaan gebeuren!
Het onweert hier nu flink, dus het licht is uitgevallen. En om nu ook maar te eindigen met een psalm, die mijn schoonmoeder altijd op ging zeggen als het onweerde: “t Mensdom beeft en staat verwonderd, als de God der ere dondert!”

Geen plaats meer in de herberg

33,02 km – 47.175 stappen / totaal 2232,03 km – 3.208.510 stappen

Zon-web

De laagste temperatuur vandaag was 29,8 graden, de hoogste was 35,8 graden. Met andere woorden: het was heel erg heet. En de komende dagen zal de temperatuur niet dalen, ik vrees dat het zo wel zal blijven voorlopig. Maar buiten dat heb ik lekker gelopen. Het is hier nu echt druk aan wandelaars, er zijn er ook veel die nu een weekje vakantie hebben in verband met 14 juli. Ik moet wel wennen aan de drukte rondom me. Ik ben neergestreken in Arthez de Bearn, maar de gîte hier is overvol, we kunnen er nooit allemaal in. Er zit een hele grote groep Fransen en ook David is er weer bij met al zijn bluf. Maar ik bluf harder en we zitten nu op het terras een beetje te ouwehoeren en dan komt het vanzelf wel weer in orde. Ik heb wel lol, want hij verzorgt zijn voeten alsof hij in een schoonheidssalon zit, er wordt wat afgetutterd. Maar aan de andere kant, hij loopt deze tocht omdat hij beloofd had dit te doen als zijn moeder genezen zou van kanker. Zijn moeder is nu beter, dus hij komt zijn belofte na en dat is toch wel geweldig.

Omdat de gîte echt overvol was, hebben ze een andere oplossing gevonden. Ik heb snel wat boodschapopen gehaald, toen was er nog tijd voor een terrasje met zijn allen en om zes uur vanavond zijn we opgehaald en we slapen nu bij een gastgezin ergens op de campagne met zijn drieën: Christoffer, David en ik. De gastvrouw Claude heeft zelf de tocht al tweemaal gelopen, dus die weet waarover ze praat.

Dus ik heb weer onderdak. Ik had vandaag wel even spijt dat ik mijn tent mee teruggegeven had, want laat nou net hier een prachtige camping zijn. Maar ja, het loopt wel een stuk lichter, zonder tent en slaapzak. Ik heb nu weer ruimte te over. “Kun je souvenirs meenemen”, zei Geer.

Weer op pad

20,67 km – 29.523 stappen / totaal 2199,01 km – 3.161.335 stappen

Na een paar rustdagen was ik vanmorgen weer blij dat ik op pad kon gaan. Gery heeft me naar de route gebracht en moest uiteraard nog een paar laatste foto’s maken:

Theo-bij-bord-Aire-web Theo-weg-Aire-web

Ik was van plan om tot Miramont te lopen, maar daar was ik al zo vroeg, dat ik besloot nog maar een eindje verder te gaan. Alle mensen, die ik tot dusverre heb ontmoet, zijn me nu vooruit of naar huis, zodat ik nu weer andere mensen tegenkom en dat is best even wennen weer. In ieder geval heb ik met Anne afgesproken, dat we zo mogelijk samen de Pyreneeën overgaan en dat zal wel lukken. Zij is natuurlijk doorgelopen, maar moet woensdag een paar dagen terug om naar een sollicitatiegesprek te gaan, dus dan komt het vanzelf weer goed. Het is wel grappig, want ik heb vandaag een Pool ontmoet. Die loopt veel harder dan ik, maar die rust elk uur, zodat ik hem iedere keer weer inhaal. Verder heb ik heerlijk rustig alleen gelopen.

Om drie uur kwam ik in Arzacq-Arraziguet aan en ik zit hier nu in een gîte met een grote groep Fransen, die met elkaar een week wandelt. Dat doen ze elk jaar. Maar op die manier is zo’n gîte natuurlijk wel meteen vol en het is er erg druk. Eén van de Fransen, David, vertelde me dat hij een andere Hollander had ontmoet en dat bleek dus Jos te zijn. Zo zie je maar weer. Ik weet nog niet zo goed wat voor type David is, op het eerste gezicht irriteert hij mij nogal met zijn poeha. Morgen ga ik 30 km lopen, dan ben ik van deze groep weg, want die loopt 20 km.

13-7-2006: Het thuisfront

Nou, dat was een fors eind rijden, ruim 1300 km. Met de auto heb ik daar ruim anderhalve dag over gedaan, steeds maar denkend: “Je zal dit moeten lopen.” En dan te bedenken dat Theo meer dan 2000 km gelopen heeft! Ik kreeg het warm bij de gedachte alleen al, maar toen ik uitstapte, bleek dat het daar niet alleen van kwam. Want het was warm, om niet te zeggen heet en het is elke dag boven de 30 graden geweest, dus ook voor deze niet-pelgrim was het afzien, maar zeker heel erg de moeite waard.
Toen ik er bijna was, kreeg ik per sms de mededeling dat ze ergens op een klein weggetje liepen tussen Arblade de Bas en Barcelonne. Juist ja, zie dan maar dat je er komt. Maar ik had ‘Truus’ in de auto, dus die heb ik eerst naar Arblade de Bas laten rijden en toen via secundaire wegen naar Barcelonne. Althans, dat dacht ik, maar helaas, eerst komt Barcelonne en dan pas Arblade. Geen nood, ik ben een weggetje ingeslagen dat in ieder geval klein was en toen ik een groepje wandelaars met rugzakken zag, dacht ik verblijd: “Ik ben vast op de goede weg”. Eén man in dat groepje was ook erg blij, want die zwaaide zo uitgelaten naar me. Ik dacht netjes: “Ik zwaai niet naar vreemde mannen”, toen ik ineens zag dat die man Theo was. Ja, dat kun je me natuurlijk niet helemaal kwalijk nemen, dat ik in die donkerbruin verbrande man met petje en stok niet meteen mijn degelijke echtgenoot herkende. Hij zag er geweldig uit, nooit gedacht dat ik hem nog eens zo zou zien.

Theo-Aire-web

We zijn eerst maar eens een hotel gaan zoeken, want iedereen had hem ernstig toegesproken dat hij zijn vrouw niet in de een of andere gîte kon laten slapen. Dus we zijn maar een bordje achterna gereden en kwamen toen bij een heus kasteel uit. Goed, hij in een kasteel slapen, ik ook, dus maar een kamer genomen. Prachtig, heel oud, schitterende kamers, heerlijk eten. Ik kreeg de neiging om af en toe eens adellijk te wuiven, maar was mijn waaier vergeten. In alle eerlijkheid, wij vonden het beiden een beetje te! De hele zaak werd gerund door een echtpaar, dat vast in het gewone leven erg aardig is, maar nu een beetje al te beleefd was.
Als mevrouw tegen haar man iets zei, klonk dat heel gewoon, maar tegen de gasten kreeg ze zo’n onderdanig pieptoontje.

Dus de volgende morgen gingen we op zoek naar iets eenvoudigers in Aire sur l’ Adour en toen verviel mijn schat weer in het andere uiterste en moest ik het in een of ander krikkemikkig gebouw met een wc onderaan de trap zien uit te houden. Maar wel midden in de stad en een uitermate gezellige gastvrouw. Alleen die wc zo’n eind weg en ik weet niet hoe dat met jullie is, maar ik moet dan prompt wel een keer of negen per nacht. Maar alla, je moet er iets voor over hebben.

Ik vond het echt heel leuk om zo’n paar dagen mee te maken. Het straalt aan alle kanten van Theo af dat hij het naar zijn zin heeft. We zaten tussen de middag te eten toen hij werd opgebeld door ‘Anne de Bretagne’, die vertelde dat zij ook in Aire was aangekomen. Het grappige was, dat ik rond zat te kijken en toen op de hoek van de straat een vrouw mobiel zag staan bellen, die precies op hetzelfde moment dat Theo klaar was, ook wegliep. Dat bleek dus Anne te zijn; als ze omgekeken had, had ze ons zien zitten. Daar hebben we ’s avonds mee gegeten, ik vond het heel leuk om haar te zien, nu hoort er een gezicht bij Theo’s verhalen. Maar voor het eten zijn we eerst naar de kathedraal geweest. Theo werd ontvangen, kreeg iets te drinken en een stempel. Daarna was er een korte mis voor de pelgrims en ik vond dat toch wel erg mooi. Zo’n groep mensen, allemaal op weg, ieder met zijn eigen verhaal. Die worden dan gezegend met een eeuwenoud gebed (voor wie het interesseert, de tekst staat op de pagina ‘Gedichten’) en zingen vervolgens samen een eeuwenoud lied, waarvan je weet dat dit al door miljoenen mensen gezongen is. Het heeft echt iets.
We hebben een paar dagen overal rondgekeken en zijn teruggereden naar La Romieu, zodat ik dat ook kon zien. Het was erg leuk en gezellig om weer eens even bij te kunnen praten, ik heb ervan genoten. Alleen moet je wel goed op je man letten, want voor je ‘t weet, ben je hem kwijt, want dan ziet hij weer iemand die hij onderweg is tegengekomen. In La Romieu zaten we ineens op het terras bij Jos Kersbergen uit Gouda, die in Le Puy een paar dagen rust had genomen. Stom toevallig, maar wel geweldig leuk. Jos had erge zere voeten, maar was zo vol goede moed en vastberaden om het doel te halen, ik werd er bijna stil van (bijna, want helemaal stil kun je me niet krijgen). Hij maakt elke dag een kort gedichtje over wat hij beleefd heeft en prachtige tekeningen, geweldig vond ik dat.

Wat ik vooral leuk vond, is dat er onderling een soort saamhorigheid is, zodat je merkt dat iedereen aandacht heeft voor het verhaal van de ander en zijn eigen verhaal bij de ander kwijt kan, zonder dat het een soort kleffe toestand is. Het is, zoals je zou willen dat mensen altijd met elkaar omgaan.
Kortom, ik vond het geweldig om een paar dagen toeschouwer te mogen zijn!

De één gaat, de ander komt

24,08 km – 34.399 stappen / totaal 2178,34 km – 3.131.812 stappen

Vanmorgen heb ik Jan naar de bus gebracht en dat was niet echt leuk. Hij vindt het ontzettend jammer om terug te moeten en dat is het ook natuurlijk. Je weet het van tevoren: je komt elkaar tegen, trekt met elkaar op en dan ga je ook weer uit elkaar. Zo gaat dat, maar het is toch iedere keer weer even slikken.

Enfin, ik ben dus alleen verder gelopen. Onderweg kwam ik langs een tuinhek, waaraan een Jacobsschelp hing en terwijl ik daar naar stond te kijken, kwam er een man de deur uit die vroeg of ik koffie wilde. Nou, een bakkie koffie gaat er altijd in, dus ik heb heerlijk bij hen in de tuin gezeten, het gastenboek doorgelezen en een praatje gemaakt. Toen ik daar op mijn gemakje zat, kwam de familie uit Toulon voorbij. Die hoorden mijn stem. Ik zei nog dat het hier ‘niet voor Fransen’ was, maar zij kregen natuurlijk ook koffie. De rest van de weg zijn we toen maar met zijn zessen op stap gegaan. Hun jongste zoon vindt het allemaal ook geweldig en noemt mij ‘Theo de Santiago’. Ze zijn hier allemaal aan het sproeien met van die grote installaties en daar wil hij dan iedere keer onder gaan staan als we er één passeren tot ongenoegen van zijn ouders. Meestal eindigt het ermee dat ze er alle vier onder staan.
We zijn via Arblade de Bas en Barcelonne naar Aire sur l’ Adour gelopen en toen we daar bijna waren, kwam Gery aangereden. We moesten hard zwaaien, anders was ze ons zo voorbij gereden. Dus nu is de pelgrim even een paar dagen met vakantie!

Geen tijd voor diepe gedachten

22,37 km – 31.959 stappen / totaal 2154,26 km – 3.097.413 stappen

Gisteravond hebben we in een pizzeria gegeten en waren we laat terug. Dan moet je dus heel erg stil zijn, want iedereen ligt al lang op één oor. En vanmorgen om kwart voor zes stond iedereen dus alweer naast zijn bed. Ik heb vandaag samen met Jan gelopen en we zijn door een prachtige streek gegaan. Het is hier veel vlakker en er zijn allemaal schitterende dingen. Op een begraafplaats staat een kapelletje dat het overschot is van een ziekenhuis voor pelgrims op weg naar Compostela. Dat ziekenhuis heeft bestaan tot 1638 en nu rest alleen nog dit kapelletje, omdat de stenen van het ziekenhuis door de kapitein van Jeanne d’ Albret zijn gebruikt om het naburige plaatsje Manciet te verdedigen. Daar hebben we dus ons broodje maar opgegeten, gezeten op historische grond met een prachtig uitzicht.

In Nogaro aangekomen, hebben we eerst maar eens op een terrasje een paar pilsjes gedronken, die hebben we vandaag wel weer verdiend. Voor Jan is het voorlopig de laatste dag geweest, hij moet zes weken gaan werken voor hij weer verder kan. Dat is heel jammer, want we kunnen goed met elkaar opschieten. En we zijn het over één ding eens: we hebben geen tijd voor diepe gedachten, we hebben het veel te druk met regelen, kijken en genieten! Dus wij zien het maar als een groot voordeel dat we eens even geen diepe gedachten hoeven te hebben.
De gîte in Nogaro is een modern gebouw en ziet er keurig uit. We kunnen nergens eten omdat vanavond de finale van het WK voetbal op de TV is, dus alles was al vol, maar er is geregeld dat we nu in een restaurantje bij het vliegveld terecht kunnen. Ja, dan hebben we geen TV vanavond, dus gaat Frankrijk-Italie aan onze neus voorbij. Niet dat dat erg is, ze voetballen maar een eind weg!

’s Avonds een vent, ’s morgens een vent

17,31 km – 24.723 stappen / totaal 2131,89 km – 3.065.454 stappen

Het was gisteravond heel, heel gezellig. We hebben met zijn allen gegeten: drie Duitse meisjes, het Franse gezin uit Toulon, onze gastvrouw Marie-Pierre met haar man, Jan en ik. We begonnen met een aperitif met iets van notensmaak, we eindigden met Armagnac en daartussen zat ook zo het een en ander. Wat het was, weet ik niet meer, maar het werd steeds gezelliger en op den duur sprak iedereen alle talen. Niet duidelijk is of iedereen ook alle talen verstond, maar we hebben heel veel plezier gehad, het was een groot feest.

Vannacht hebben we ook heel diep geslapen, want ik heb Jan niet horen puffen en hij mij niet horen snurken. En vanmorgen hebben we in een zeer laag tempo ontbeten. Maar… ’s avonds een vent, ’s morgens een vent, dus de schoenen aan, de rugzak om en op weg. Uiteraard na een hartelijk afscheid van onze gastvrouw, die ons overlaadde met wijze adviezen: waar we wel of juist niet moeten gaan slapen, en dat we goed op onze credencial (de stempelkaart) moeten passen. Er schijnen echt mensen te zijn, die zo’n kaart proberen te jatten omdat ze dan goedkoop kunnen slapen.

Het was best lekker weer, af en toe zon en geen wind. Jan en ik hebben een heel stuk over een afgedankt treintraject gelopen. Niet alleen omdat dat makkelijk loopt, maar vooral omdat Jan helemaal bezeten is van treinen. Nu weet ik dus alles over treinen, seinen, smalsporen, enkelsporen en noem maar op. Onderweg kwamen we langs een oud stationnetje, dat weliswaar niet meer gebruikt wordt, maar nog helemaal intact is. Er staat nog een bagagewagentje met een ouwe koffer erop, er zijn twee wachtlokalen, één voor mannen en één voor vrouwen en zelfs de stationsklok loopt nog. Er staan ook nog huisjes van overwegwachters bij de spoorovergangen en halverwege kwamen we zelfs nog een seinpaal tegen, die ze zeker vergeten waren weg te halen. Daar heb ik Jan maar eens op de foto gezet. We zochten naar het eindstation, dat zou in Eauze moeten zijn. We zitten inmiddels in Eauze in een gîte, maar het eindstation hebben we nog niet gevonden. Ik zeg dat het niet meer bestaat, maar Jan beweert van wel, dus waarschijnlijk moeten we straks nog even op zoek. Je ziet, geen dag is hetzelfde.

8-7-2006: Het thuisfront

Ja, ik kan er ook niets aan doen, maar het zal weer een weekje stil worden. Morgenochtend vertrek ik zuidwaarts om Theo op te zoeken. Bij terugkomst vul ik alles weer netjes aan, tot zolang even geduld!
Wie post wil sturen naar St. Jean Pied de Port, kan dat nu gaan doen, het poste-restante adres staat onder ‘Kaartje sturen’.
Hartelijke groeten en tot volgende week!
Gery

Terwijl de was draait

23,4 km – 33.425 stappen / totaal 2114,58 km – 3.040.731 stappen

Gisteren hebben Anne, Jan en ik samen gegeten en vanmorgen is Anne met haar vriend vertrokken en hebben Jan en ik verder samen gelopen. Het pad is nog steeds vrij egaal, dus dat is prettig. Onderweg zijn we een kilometer omgelopen om een heel klein stadje te bezoeken, dat helemaal ommuurd is. Het was heel klein, een soort miniatuur Carcassonne, maar helemaal compleet. Alles was er: torens, een slotbrug en het was helemaal gaaf. Het is zo gaaf gebleven omdat het nooit aangevallen is. In kritieke tijden verdubbelden ze het garnizoen: dan waren er vier soldaten in plaats van twee.
Nu zitten Jan en ik in Montreal de Gers. Montreal-web

Dat is ook een leuk stadje. Er is wel een VVV, maar er zijn hier weinig toeristen. En het is hier echt prachtig, een openbaring voor me en de moeite waard om eens meer heen te gaan.
We zijn doorgelopen naar de Ferme de Soleil, waar we onderdak hebben gevonden bij Marie-Pierre, die absoluut geen ‘Madame’ genoemd wil worden. We kregen ook direct een mandje mee om onze vuile was in te doen en die wordt nu keurig voor ons in de wasmachine gewassen, terwijl wij in het zonnetje voor een stacaravan zitten. Daar slapen we niet in, we slapen in de gîte. Ik had niet zoveel wasgoed, maar voor Jan is het erg handig, want die gaat morgen naar huis. Over de thuisreis gaat hij vier dagen doen, via allerlei omwegen. Dat is om weer een beetje te wennen aan het ‘harnas’, zoals hij het noemt. Ja, dat zal niet meevallen na alle vrijheid. Ik hoef er nog even niet aan te denken gelukkig!

7-7-2006: Het thuisfront

Hier zijn we dan weer na onze escapade naar België. Om met het belangrijkste te beginnen: Marnix is geopereerd aan zijn hernia en alles is prima gegaan. Dus dat is vast een pak van ons hart. Hij heeft van de operatie zelf eigenlijk weinig hinder gehad, die is hem erg meegevallen. En toen hij wakker werd, stond er een potje naast zijn bed met daarin zijn hernia. Ook de verzorging in het ziekenhuis was uitstekend en we hebben ons afgevraagd hoe het nou komt, dat het daar in België allemaal zo efficiënt gaat, terwijl hier iedereen veel harder lijkt te rennen dan daar. Hij had een tweepersoonskamer met een badruimte op de kamer en voor iedere patiënt een koelkastje naast het bed. Dr. Croese kwam elke morgen langs, was kort en duidelijk, zei precies wat Marnix wel en niet mocht. Waar we wel pret om gehad hebben, is het feit dat Marnix twee lange witte kousen aan kreeg en die ook op straffe des doods aan moest houden tot hij weer naar huis ging. Fraai stond het niet en waarom het nu precies moest, weten we nog steeds niet. En het was heel erg warm natuurlijk en kriebelde aan alle kanten. Dus Marnix probeerde nog even of hij ze niet uit mocht, maar er werd gekeken en geconstateerd dat hij er niet allergisch voor was, dus die vlieger ging niet op. Het bleek ook dat iedereen zijn eigen handdoeken mee moest nemen en die hadden we natuurlijk niet, omdat we daar niet op gerekend hadden. “Nou”, zei de verpleegster laconiek, “dat overkomt iedere Hollander hier”, en hij kreeg er een van het ziekenhuis.

En wat deed ik intussen? Ik zat peentjes te zweten in een hotel in de Antwerpse haven. Het was een vrij duur hotel en niet veel soeps, het uitzicht vanuit de kamer was vrij beperkt, ik had een meter voordat een blinde muur begon en het staat echt in een havenbuurt. Wel heel veel eettentjes. Maar goed, alles wat ik nodig had, was er behalve airconditioning. Maar, slim als ik ben, ik had voor de zekerheid op het laatste moment thuis nog even de ventilator in de auto gegooid en daar heb ik dus heel veel plezier van gehad. Verder ontdekte ik vlakbij Brasschaat het ‘Peerdsbos’, een groot bos met een speeltuin en een restaurantje erbij en daar heb ik menig uurtje doorgebracht, want je kon er lekker buiten zitten onder de bomen. Moet je beslist eens heengaan, Wim, echt de moeite waard!
Maar we hebben ons verder prima gered en vanmorgen mocht Marnix naar huis. Het was in het begin even puzzelen hoe hij het makkelijkst in de auto lag, maar toen we dat eenmaal voor elkaar hadden, is het goed gegaan. Nu zit hij dus weer in zijn eigen huis, hij mag nog heel erg weinig doen, maar dat is ook wel logisch natuurlijk. Dus zijn bed staat nu in de kamer en ik heb een hele berg boodschappen gedaan, zodat hij even vooruit kan, want het is de bedoeling dat ik zondag vertrek om Theo op te zoeken. Een weekje uitgesteld, maar nu komt het er dan toch nog van. Helaas voor jullie, dan wordt het weer even niets met de website. Maar ik zal hem weer aanvullen zodra ik terug ben en ben van plan om foto’s te maken van mijn dappere pelgrim! Want hij doet het wel enorm goed, vind ik! En het is voor ons thuis ook heel erg leuk te merken hoeveel plezier hij erin heeft.

Drie miljoen stappen verder

13,45 km – 19.217 stappen / totaal 2091,18 km – 3.007.306 stappen

Drie-miljoen-web

Meer dan drie miljoen stappen heb ik gezet sinds ik op 8 april mijn huis uitstapte. Drie miljoen en ik ben het nog lang niet zat. Helemaal niet zoals het vandaag ging, want dat was zogezegd een eitje. Een korte afstand, heerlijk weer om te lopen met af en toe zon en een lekker windje. Het loopt nog steeds vrij makkelijk, wel op en neer, maar niet zo steil. De zonnebloemen staan volop in bloei overal, ik heb leuk gezelschap aan Anne de Bretagne, dus ik heb helemaal niet te klagen. Morgen gaat Anne weer met haar vriend verder, maar we hebben wel elkaars mobiele nummer genoteerd en maken een afspraak elkaar ergens in Spanje weer te zien. Eigenlijk wilden we op 14 juli de Pyreneeën oversteken, dat leek ons wel een mooie dag, maar dat gaan we niet halen waarschijnlijk. Geen nood.
We waren al om een uur of één in Condom en toen we daar net waren, begon het te stortregenen en nu zijn er regelmatig gigantische buien en het is niet warm meer. Condom is een leuke stad, vooral de kathedraal, waar we een stempel zijn gaan halen, is mooi. Dat is ook heel leuk, bijna overal waar je een stempel komt halen, krijg je koekjes of wordt je een drankje aangeboden. Hier dus ook.
We zitten nu weer met zijn allen in een gîte. Jan de Wit uit Schagen is er ook weer, dus de hartelijke groeten van de ‘twee tijgers uit Noord-Holland’!

Aan de borrel

24,05 km – 34.362 stappen / totaal 2077,73 km – 2.988.089 stappen

Het was minder warm vandaag, 23 à 24 graden, dus vrij koel. Maar het was droog en een lekker makkelijke route, dus wie doet je wat? En als je zo lekker doorloopt, ben je, voordat je het weet, alweer op de plaats van bestemming. Vandaag is dat La Romieu, werkelijk een beeldschone plaats. Er is een fantastisch klooster met een kerk erbij, niks geen opsmuk, niks geen schone schijn. Tussen de kerk en het klooster is een trap, waarbij je van de ene kant naar de andere kant kunt lopen zonder elkaar ergens tegen te komen. Ik weet niet precies hoe ik het uit moet leggen, maar het is heel grappig. Je hebt ook allerlei omgangen met openingen, waardoor je in de kerk kunt kijken zonder zelf gezien te worden.

Ik zit nu in een gîte, samen met een Frans gezin met twee2 kinderen en een hele aardige Française, die Anne heet. Haar achternaam kan ik maar niet onthouden, maar ze komt uit Bretagne, dus ik noem haar steevast ‘Anne de Bretagne’. Zij is juriste, maar is ontslagen en had toen zo de pest in, dat ze deze tocht is gaan doen. Morgen komt haar vriend haar in Condom opzoeken, dus daar heeft ze een luxe hotel besproken met zwembad. Vanavond ga ik samen met haar eten en morgen lopen we samen naar Condom.

Maar eerst moeten we aan de borrel. Het Franse gezin heeft drank ingeslagen, wij zorgen voor de borrelnootjes, dus het kan gezellig worden.
Ik kom nu net een Hollander tegen, Jan de Wit uit Schagen (nou, met die naam en plaats ben je wel een hele echte Hollander toch?). Die is 1 april vertrokken uit Schagen, maar moet over vier dagen naar huis. Dan gaat hij zes weken werken en daarna weer verder. Hij heeft er nu al de pest over in dat hij weer naar huis moet en dat kan ik me voorstellen. Goed, voor de borrel geldt: hoe meer zielen hoe meer vreugd, dus nu kan het nog gezelliger worden! Wel even een lange broek aantrekken, want het wordt een beetje koeltjes.

Warm en mooi

24 km – 34.286 stappen / totaal 2053,68 km – 2.953.727 stappen

Ook vandaag was het weer erg warm, maar ik heb wel heel lekker gelopen. Het is hier een erg mooie streek met veel landbouw en overal velden met bloeiende zonnebloemen. Er zijn niet veel koeien en het zijn kleine, witte koeien. Verder is de streek heuvelachtig, dus geen hoge bergen. Een beetje zoals in Zuid-Limburg.

Zonnebloemen-web

Het is nog steeds een fabelachtige ervaring voor me en het is nu weer heel anders dan voor Le Puy. Je hebt veel meer ontmoetingen, maar ze zijn over het algemeen wat oppervlakkiger. Het is hier wat commerciëler en er zijn uiteraard ook meer toeristische wandelaars. Dat heeft het voordeel dat je hier niet naar een slaapplaats hoeft te zoeken, maar eigenlijk was dat elke avond zoeken naar een slaapplaats ook leuk en wat avontuurlijker.
Maar ook hier ontmoet je natuurlijk allerlei mensen. Vandaag heb ik een heel stuk gelopen met de Lutherse dominee. Aan het einde van de dag moesten we weer steil naar boven om in Lectoure te komen, waar we nu in een chambre d’ hôte zitten, campings zijn hier bijna niet. En zowaar, weer een filosofische gedachte van ons beiden: We zijn het erover eens dat een pelgrimstocht te vergelijken is met een levensweg. Nou is dat geen erg originele gedachte, dat geef ik onmiddellijk toe, maar filosofisch peinsden wij verder. Als dat zo is, waarom moeten we dan steeds aan het einde van elke dag, als je denkt dat je er bent, nog even steil naar boven? En dat is iedere avond zo. Ik bedoel maar: dat is toch geen stijl, zo steil?

Tweeduizend kilometer

31,02 km – 44.321 stappen / totaal 2029,68 km – 2.919.441 stappen

Vandaag ben ik de 2000 km grens gepasseerd. Wie had dat ooit gedacht? En ik ben het nog steeds niet zat, integendeel. Alles gaat goed, ik heb geen last van mijn liesbreuk en ik stap er nog steeds vrolijk op los. Hoewel het wel heel, heel erg heet is nu. Vannacht was er een heleboel bliksem en donder, maar helaas geen regen. Verder ben ik aan alle kanten gestoken door de muggen zodat ik er niet erg fraai uitzie, witte delen, bruine delen en nu ook rode delen. Maar vooruit, de ware schoonheid zit van binnen, zal ik maar denken.
We zitten nu in een gîte in St. Antoine. Onderweg heb ik een Duitse Lutherse dominee ontmoet (je ziet, ik ben af en toe in goed gezelschap) en die zit hier ook in de gîte, samen met Fransen en Amerikanen. In totaal zitten we hier met zijn twaalven. Vanavond gaan we gezamenlijk een pelgrimsmaaltijd verorberen. Wat wel heerlijk is van zo’n gîte is dat die hele dikke muren heeeft, dus dat het binnen redelijk koel blijft.
O ja, de Amerikanen hebben ook in de Grand Canyon gelopen en vertelden dat ze daar van tevoren hun eten op moesten sturen naar postkantoren op de route. Daar zetten ze het dan in containers (vanwege de beren) ergens in het bos en kun je je eten daar ophalen. Zij vinden deze tocht zwaarder dan die van de Grand Canyon, vanwege de hitte en omdat het hier veel meer op en neer gaat. Dus die hoef ik dan niet meer te doen, zo’n makkelijk tochtje. Het is allemaal nog steeds het einde voor me, dat geloop!

Schoenen op de gang

32,37 km – 46.236 stappen / totaal 1998,66 km – 2.875.120 stappen

Aangezien het vandaag weer heet zou worden, ben ik heel vroeg opgestaan en was zodoende al om half zeven op pad. Toen was het nog lekker koel. Om tien uur werd het wel warmer, maar toen had ik het geluk een hotel te vinden, waar ik in de tuin in de schaduw naast het zwembad een heerlijk ontbijt kon verorberen en zeg zelf, dat is voor een pelgrim best uit te houden. Daarna werd het gaandeweg warmer, heet, heter en heel erg heet. Ik liep een groot stuk over witte kalkheuvels zonder bomen, dus dan weet je het wel. Liters water heb ik op, ik kwam langs een begraafplaats en dacht: “Daar is meestal water” en jawel, toen heb ik bijna een liter tegelijk gedronken.

Ik heb al een tijdje een harde plek in mijn lies, het doet niet zeer of zo, maar ja, je weet niet wat het is. Dus toen ik Moissac binnenkwam en daar het ziekenhuis zag met een eerste hulppost, dacht ik: “Wat let me?” en ben ik naar binnengestapt om advies te vragen. De dokter heeft ernaar gekeken, wist meteen wat het was en dat het niet ernstig was en ik gewoon door kon lopen. Hij mompelde heel veel, maar voorzover ik begrepen heb bedoelde hij liesbreuk. Nou, als het meer niet is… In ieder geval ben ik gerustgesteld en pijn heb ik er niet aan. Het was verder wel lachen, want het ging op zijn Frans: Eerst moest ik alle gegevens opnoemen en die werden uitgebreid op een formulier geschreven. Vervolgens liep men met het formulier naar de computer om alle gegevens daarin over te zetten. Nu klopt het Nederlandse adres niet met het systeem, dus dat weigert de computer in te voeren. Geen nood, de rest werd ingevuld, een uitdraai gemaakt en toen de ontbrekende gegevens er nog even met de hand bijgezet. Heerlijk land!! Maar wel schatten van mensen!

Moissac is een heel drukke plaats, een echte toeristische trekpleister. Dus het is er druk en er zijn mensen uit heel Europa, dat is ook weer eens leuk voor de verandering. Het is een schitterend mooie plaats en echt de moeite waard, maar vanwege de toeristen ook erg duur. Vandaag ontmoette ik de Australische weer, een Parijs stel en een Amerikaans echtpaar uit Californië, dat ik ook al een paar keer gezien heb. Leuk is dat, je loopt allemaal je eigen tempo en komt elkaar dan toch regelmatig weer tegen.
Ik zit hier in een hele mooie gîte, samen met een stuk of vijftien anderen. Het is een heel oud gebouw, maar erg mooi opgeknapt en heel schoon. Als je de eerste trap bent opgelopen, wordt je vriendelijk verzocht je schoenen hier uit te doen. Het hoeft niet, hoor, maar iedereen doet het wel. En zo heb je dan het fenomeen, dat er een hele rij schoenen keurig naast elkaar staat, grote, kleinere, dure, mooie, afgesleten, stoffige en noem maar op. In ieder paar schoenen staat dan ook de wandelstaf van iedereen. Je zou er zo een poster van maken!

Mijn slaapzak is nu wel erg warm ’s nachts, dus ik heb Gery gevraagd een lakenzak mee te brengen, dat is bij dit weer ruim voldoende. Maar ik hoor door de telefoon ook heel hard blazen en puffen en als ik zeg dat het hier 34 graden is, doet Geer er een schepje bovenop door te zeggen dat het in Nederland 35 graden gaat worden en nu al heel erg heet is. Arme ziel, ze kan er al zo slecht tegen!

2-7-2006: Het thuisfront

Operatie-web

Even een kort berichtje van het thuisfront. De koffer staat gepakt, morgenochtend vertrekken Marnix en ik naar Brasschaat en dinsdag wordt Marnix geopereerd. Nou, laten we maar zeggen dat ik in ieder geval een originele vakantiebestemming heb uitgekozen, want wie van jullie is er nu op vakantie in Brasschaat geweest? Maar alla, het enige dat ik nodig heb nu is een plaatsje waar het redelijk koel is in verhouding tot de rest, met een bankje in de schaduw, een beetje frisse wind en liefst nog even de voeten in het water. Ergens langs de Schelde zal vast wel zo’n plekje te vinden zijn en anders rijd ik gewoon de hele dag rondjes om het ziekenhuis heen, want in de auto is het tenminste koel. Ik hoop voor Marnix dat er airco in het ziekenhuis is, maar ik hoop vooral dat hij van de operatie zal opknappen en in ieder geval weer gewoon kan lopen, geen pijn meer heeft en als ik dan een wens mag doen……graag ook weer gewoon kunnen zitten!.
Het wordt dus een spannend weekje, maar we hopen er het beste van. Ik probeer jullie op de hoogte te houden, maar als er geen internet in het hotel aanwezig is, gaat het niet lukken, dus dan blijft het een weekje rustig en vul ik weer aan als ik thuis ben.
Gegroet gij allen en smelt niet!!

Bovenop de berg

19.79 km – 28.276 stappen / totaal 1966,29 km – 2.828.884 stappen

Het was vandaag weer bijzonder warm, maar verder was alles erg naar mijn zin. Ik loop nu weer op de officiële route en dat is duidelijk te merken, want er zijn weer heel veel mensen. Logisch natuurlijk, want het is ook nog weekend. Gezellig, want zo ontmoet je elkaar vaak meerdere keren per dag. Er loopt ook een Australische, die sliep gisteren in dezelfde gîte. Onderweg kwam ik haar weer tegen en dan heb je de gebruikelijke vragen als “Waar kom je vandaan?” en “Tot hoe ver ga je?”. Nou, dan loop je door, maar een eind verder ga je aan de kant van de weg zitten om wat te eten en dan komt zij weer langs. Vanavond slaapt ze weer in dezelfde gîte. Ik geniet nog steeds van alle ontmoetingen onderweg. En ik hoefde ook niet zo ver te lopen, dus ik was al vroeg in de gîte in Lauzerte. Dat is wel eens lekker, want dan kun je op je dooie gemak douchen, je was doen, je schoenen poetsen, enz. Daarna heb je dan nog tijd genoeg om in het dorp te gaan kijken.

Lauzerte is een heel erg mooie plaats. Het ligt bovenop een berg. Er staat een groot kasteel en daar rondom zijn de huizen gebouwd. Het is nog echt een plaats uit de Middeleeuwen en zelf noemen ze het een van de mooiste dorpen van Frankrijk. Het is wel leuk om zoveel nieuwe plaatsen te ontdekken. Ik dacht dat ik Frankrijk zo langzamerhand aardig kende, maar kom tijdens deze route steeds verrassingen tegen en kom in prachtige plaatsen waar ik nooit geweest ben nog en waarvan ik zelfs niet wist dat ze bestonden.

Mijn slaapzak wordt te warm, dus Gery moet maar even kijken of er een dunne te krijgen is. Als ze komt, kan ze een heleboel spullen mee terug nemen, want ik denk niet dat ik nog dikke truien en jacks nodig heb. Ik wil jullie natuurlijk niet de ogen uitsteken, maar toch…….

Alweer een eind gelopen

36,03 km – 51.469 stappen / totaal 1946,5 km – 2.800.608 stappen

Vanmorgen heb ik eerst eens rustig rondgekeken in Cahors, want om nou overal zo maar voorbij te lopen is natuurlijk ook niet de bedoeling. Cahors is een leuke stad met een beetje Italiaanse uitstraling. Er is een brug met een verhaal. De legende zegt namelijk dat de bouwer van de brug bang was dat de brug niet op tijd klaar zou zijn en verkocht daarom zijn ziel aan de duivel in de hoop dat die zou helpen. Toen de brug bijna klaar was, kreeg hij daar spijt van en wendde zich tot Maria om hulp. Daarop werd de duivel zo boos dat hij een steen uit de brug trok. Dit gebeurde tot drie keer toe en toen kwam Maria hem te hulp door er haar hand voor te houden. Op de brug staat nu aan de ene kant een beeldje met de duivel, die stenen uit de brug haalt en aan de andere kant een beeldje met Maria, die haar hand voor de stenen houdt. Grappig hè?

Cahors-web

Het landschap verandert hier duidelijk, er is meer landbouwgrond en ik liep vanmiddag door een streek waar de grond echt wit was, ik denk een soort kalk. Het wordt daar ook Quercy Blanche genoemd en er groeit niet veel behalve zonnebloemen en een beetje graan. De zonnebloemen staan nog in knop. Verder is de route weer veel vlakker en ik hoef niet zo te klimmen en te dalen op het ogenblik. Wel was het vandaag weer erg heet, ik heb wel vier liter water gedronken. En er zijn weer meer mensen en medepelgrims, dat is gezelliger.

Ik heb ook vandaag meer gelopen dan ik eigenlijk van plan was, maar toen ik om half vier bij de gîte was waar ik wilde slapen, bleek de beheerster een vrije dag te hebben en was de gîte dus dicht. En de volgende gîte is dan 9 km verder. Met de auto rijd je dat in tien minuten, maar lopend kost je dat weer bijna twee uur natuurlijk. Maar nu zit ik in een zeer comfortabele en zeer schone gîte, samen met vijftien andere wandelaars en fietsers, in Montcuq. Ik heb hier net gegeten en dat is leuk met zo’n club, er zit weer van alles tussen: Amerikanen, een Duitse dominee, enz. En het grote voordeel is dat ik nu morgen niet ver hoef, dus morgenmiddag lig ik languit in het zonnetje voor de tent en ik hoop zondag in Moissac aan te komen. Dan begin ik aan mijn laatste gids voor Frankrijk en dan wordt het Spaans. Ik hoor hier van mensen dat het lopen in Spanje vrij gemakkelijk is, omdat er veel faciliteiten zijn. Of het nou ook leuker is, dat weet ik niet en ik waag het te betwijfelen. Maar….. on verra! En zover is het nog lang niet.

Cahors

37,14 km – 53.066 stappen / totaal 1910,47 km – 2.749.139 stappen

St-Gery-web

Vanmorgen om tien uur was ik al gearriveerd in St. Gery, toen was het al 29 graden, dus het was vandaag heel heet. St. Gery is trouwens een leuke plaats en ik had er wel kunnen blijven, maar ik kwam erachter dat ik geen geld meer had en in het hele dorp was geen pinautomaat te bekennen. Aangezien het nog vroeg was, dacht ik: “Geen probleem, dan loop ik nog een stukje verder”. Maar ja, in al die dorpen natuurlijk geen pinautomaat. Op een gegeven moment zat ik ergens op een terras een glas cola te drinken en toen stopte echt recht voor mijn neus de bus naar Cahors. Dat was een moment waarop ik dacht: “Zal ik? Zal ik? Er is niemand die het merkt”. Maar ik heb de verzoeking weerstaan en ben gewoon doorgelopen.

Het lag niet in de bedoeling vandaag Cahors te bereiken, maar uiteindelijk is het wel zo gelopen vanwege die pinautomaat. Ik heb nu drie dagen door de kloof van de Cee gelopen, het is er erg mooi. Toch ben ik blij dat ik nu weer op de ‘officiële’ route loop, want je komt bijna niemand tegen, wat dat betreft is het een beetje saai. Maar het was leuk om langs St. Gery te gaan. De enige mensen die ik verder vandaag zag, waren vier Hollanders op de fiets en ik begreep van hen dat het kabinet ging vallen. Gery vertelde dat dat niet gebeurd was en dat had ik ook niet verwacht. Die blijven wel zitten.
Goed, het was dus een stevig stuk vandaag, maar als je maar steeds je voeten verzet, kom je er vanzelf. Ik heb gevraagd waar de camping was en volgens de mensen aan wie ik het vroeg, was die in de stad. Dus ik besloot om eerst naar de camping te gaan, tentje opzetten, douchen, wasje doen en dan geld te gaan halen. Jawel, midden in de stad klopte, alleen wel aan de overkant van de rivier. Daar zag ik hem liggen, maar het water was te diep en de brug 3 km verderop. Dus straks ga ik weer 3 km lopen om geld te halen en dan meteen maar als beloning daar eten, want hier op de camping bestaat het menu uit mosselen en frites en daar heb ik niet genoeg aan. Verder gaat alles nog steeds prima, mijn voeten doen het nog steeds erg goed en ik heb het nog steeds uitstekend naar mijn zin.

Truites aux amandes

24,25 km – 34.646 stappen / totaal 1873,32 km – 2.696.073 stappen

Het heeft vannacht gigantisch geonweerd, maar mijn tentje stond als een rots en ik bleef droog. Dus vandaag met opgewekte zin weer verder gestapt. Ik ben door de kloof van de Cee gelopen, erg mooi.

Forellen-web amandelen-web

Ik sta hier nu op de camping aan de Cee in Cabrerets en zie hele scholen forellen, leuk is dat. Op die rivier kanoën talloze Hollanders achteloos over de ‘truites aux amandes’ heen. Nou zwemmen al die forellen natuurlijk niet echt met amandelen op hun rug, maar die denk ik er wel bij en dan loopt het water me in de mond. Ik heb een tijdje met de bazin van de kanoverhuur staan praten over alle toeristen die bij haar komen en die sprak geen kwaad woord over de Hollanders, maar wel over de Fransen. Die vond ze het slechtst, zei ze: “Want die geven mij zelfs de schuld als het slecht weer is”.
Toen ik hier arriveerde, werd ik meteen aangevallen door hordes horzels, bijen en muggen, dus ik heb aardig wat steken boven water moeten incasseren. Maar alla, ik heb weer heerlijk gegeten. Ze maken hier echt ouderwets Frans eten en houden niet van liflafjes. Tijdens het eten heb ik geluisterd naar vier Hollanders en die deden me absoluut niet verlangen weer terug te keren naar Nederland. Wat zaten die te zeuren, zeg. Van schrik heb ik toen een gesprek aangeknoopt met een Engelsman en een Schotse en dat was heel gezellig. Zij waren wildenthousiast over Santiago en ‘St. James’.

Net kwam hier een stel bij mij om een vuurtje vragen en dan maak je natuurlijk ook een praatje. Toen ik zei dat ik uit Amsterdam kwam, zei het meisje verlangend: “O Amsterdam, daar zou ik ook zo graag eens heen gaan en alles doen wat niet mag!” Ze zuchtte ervan, zo heerlijk leek haar dat.

Morgen hoop ik in St. Gery te komen en nu moet ik bekennen dat blijkt dat St. Gery een MAN is volgens iedereen hier. Ze zijn het zelfs nog voor me na gaan kijken en het is echt een man! En wat-ie voor goeds gedaan heeft, weten ze niet eens. Kun je nagaan, wat een bittere teleurstelling. Ik riep nog opgewekt dat dat niet mogelijk was, want, zo zei ik stoer: “Mijn vrouw heet zo!”. Maar ik werd de mond gesnoerd met de opmerking: “Nou ja, jullie hebben ook geen verstand van heiligen.” En daar heb je dan 1800 km voor gelopen. Zo zie je maar weer, de ene dag ben je bijna heilig en de volgende dag ben je gereduceerd tot aardse kleine proporties. Het lijkt het leven zelf wel!

Domme dingen

35,13 km – 50.183 stappen / totaal 1849,07 km – 2.661.427 stappen

Het was vandaag een pechdag, want ik heb domme dingen gedaan, terwijl ik dacht slim te zijn. Allereerst wilde de vrouw in Figeac me geen stempel geven, daar had ze geen zin in. Ik dacht: “Wat? Geen stempel?”, dus ben door blijven zeuren. Uiteindelijk heeft ze uit hufterigheid een heel groot stempel neergezet over alles heen, midden op mijn pelgrimspas. Ik kan ook een hufter zijn, dus heb ik een fooi achtergelaten van één centime.

Vervolgens ging ik op weg en zag het teken van de Grande Randonnée, maar dacht handiger te zijn en een stukje af te snijden. Dit was Jacobus niet welgevallig kennelijk, want na 7 km gelopen te hebben, stond ik weer exact op het punt van waaruit ik vertrokken was. En in plaats van de boodschap begrepen te hebben, dacht ik vanmiddag weer heel slim te zijn toen ik in de buurt van mijn overnachtingsplaats Espagnac kwam. Ik dacht namelijk: “Weet je wat? Ik loop dit bruggetje even over, dan kan ik lekker een stuk over de gewone weg lopen en hoef ik niet zo te klimmen en te klauteren”. Dat ging ook goed, maar toen kwam ik uiteraard aan de andere kant van de rivier Espagnac in. Nu zou dat geen probleem geweest zijn, want in Espagnac is natuurlijk weer een brug naar de andere kant. Alleen bleek toen dat de camping een aantal kilometers buiten het dorp lag en ongeveer op de plek waar ik zo slim overgestoken was. Dus moest ik dat eind aan de overkant van de rivier weer teruglopen en morgen weer dat stuk. Dat is dus drie keer hetzelfde stuk in plaats van één keer. Lach niet! Al met al heb ik nu dus 35 km gelopen vandaag en dat was niet nodig geweest. Nu gaan jullie natuurlijk zeggen dat een pelgrim ook gehoorzaam moet zijn. Dat weet ik nou ook wel. Maar enfin, ik ben uiteindelijk toch op de camping beland.

Aangezien ik nu van de route afwijk omdat ik via St. Gery wil, is het nu opeens weer doodstil. Ik heb de hele dag niemand gezien of gesproken. En nu begint het ook nog verschrikkelijk te onweren, dus ik moet haastig naar mijn tentje hollen om te voorkomen dat die volloopt. Dan ben ik helemaal in de aap gelogeerd. Je ziet, Cees, ik praat niet over eten vandaag!

Die ouwe loopt wat af met zijn stokkie

28,91 km – 41.301 stappen / totaal 1813,94 km – 2.611.244 stappen

Hier weer een direct bericht van mij. Ik heb weer een computer gevonden en dan moet ik altijd even kijken natuurlijk wie er gereageerd hebben.
Ja, die ouwe loopt wat af met zijn stokkie, want ik zag vandaag dat het nog 1293 km is, dus ik ben ruim over de helft. Mede dankzij mijn stok, of liever gezegd mijn staf. Voor het geval jullie de illusie hebben dat ik een prachtige stok bezit, laat ik jullie dan even uit de droom helpen: het is gewoon een stok uit het bos, een beetje knoestig en niet helemaal recht en hij is groter dan ik zelf ben. Mijn medepelgrims vragen waarom ik geen ‘echte’ stok koop, maar daar is geen denken aan, deze heb ik gekregen en ik ben eraan gehecht geraakt.
Nou, ik kan tegen verstokte socialisten zeggen dat zelfs voor hen deze pelgrimage een waar genoegen zou zijn. Als ze de moed hebben natuurlijk. Want alhoewel het misschien lijkt alsof hier allemaal kwezeltjes rondlopen: niets is minder waar. Je komt hier echt de hele wereld tegen en dat ook nog eens in alle vormen en maten. Ook de redenen waarom mensen dit doen, zijn heel verschillend, want daar wordt onderling natuurlijk wel naar geïnformeerd. Bijna iedereen begint met te zeggen dat hij of zij dit voor de lol doet, maar als je dan doorpraat, is er bijna altijd wel een andere reden op de achtergrond. Het voordeel van die praatjes hier is dat er geen risico’s aan vastzitten, want een paar dagen later kom je elkaar toch waarschijnlijk niet meer tegen. Alhoewel, kijk maar naar de verhalen, ook dat is niet zeker.

Gisteravond heb ik gegeten met een Noorse en haar dochtertje van tien jaar, die samen aan de wandel zijn. Eigenlijk zijn ze met zijn drieën, maar ze zien elkaar alleen ’s avonds. Dus vanmorgen heb ik een stuk samen gelopen met Anna, de andere Noorse met heel, heel veel energie. Zij loopt al voor de negende keer hier in de omgeving, elke vakantie een stuk. Tussen de middag heb ik weer goed gegeten en vanmiddag liep ik weer een stuk met de Amerikanen op, die ik al eerder heb ontmoet. Kortom, ik loop zelden alleen, dus weinig tijd voor inkeer en nadenken over mijn zonden. Nou hoef ik dat ook niet, want ik heb begrepen dat ik al heilig ben. Halverwege heb ik een kapelletje bekeken, gewijd aan St. Magdalena en aan de ene kant van haar stond St. Jean en aan de andere kant St. Mathieu. Ik bedoel maar. Om Gery niet jaloers te maken, probeer ik de route zo uit te stippelen dat ik ook via St. Gery ga (die plaats bestaat echt!)

Maar zonder gekheid, er moet wel elke dag iets geregeld worden: Je moet slaapplaats organiseren en je moet zorgen dat je iets te eten hebt of krijgt. En dat is niet altijd voor de hand liggend. Je was moet wel elke dag gedaan en soms is het de kunst die droog te krijgen. Kortom, ook hier gaat het leven door en komt de manna niet vanzelf uit de lucht vallen.
Blijven wel al die min of meer ‘toevallige’ ontmoetingen, die het allemaal zo leuk maken. Of dat in Spanje ook zo zal gaan, weet ik natuurlijk nog niet: ik spreek geen Spaans. Maar er zijn dan waarschijnlijk weer zoveel andere pelgrims onderweg dat ook dat geen probleem zal geven. In ieder geval iedereen bedankt voor de reacties: ik ben iedere keer weer verbaasd ze te lezen. Vandaag heb ik weer een topo-guide uit. Volgend boekje maar weer.
Iedereen de groeten vanuit Figeac en tot ziens.

Donder en bliksem

23,82 km – 34.023 stappen / totaal 1785,03 km – 2.569.943 stappen

Onweer-web

Het heeft vannacht verschrikkelijk geonweerd, er kwamen wel vier buien achter elkaar. Kortom, er was heel veel donder en bliksem en de bliksem was soms zo fel, dat het wel vijf à tien seconden gewoon dag was. Het was een verschrikkelijk kabaal, er zijn een heleboel takken afgewaaid en iedereen spreekt vandaag over het weer van vannacht. Mijn tentje bleef staan, want ik lag erin.
Nu even voor Jinze: Jawel, het is een heel goed restaurant, ik heb er gisteren voortreffelijk gegeten! Gelukkig maar, want vandaag was het minnetjes wat dat betreft.
Het eerste deel van de route was waanzinnig steil en door de regen van vannacht glibberig. Ik had het zonder mijn stok nooit gehaald, maar gelukkig had ik die, dus wat kon me deren? Mijn voeten doen het nog steeds goed en voor de ongerusten: het open plekje is alweer dicht. De campingbaas heeft me vanmorgen aangeraden een andere weg te nemen, aangezien de ‘officiële’ route onbegaanbaar is na regen. Dat was een wijze raad, die ik na het eerste stuk heb opgevolgd. Het was wel een kilometer langer, maar over goed begaanbare wegen. Alleen was er onderweg niets waar je kon eten of drinken, zodat ik het vandaag zonder lunch heb moeten doen. De regen heeft wel de hele dag gedreigd, maar het is verder droog gebleven en de temperatuur is nu zo’n 24 graden, dus heerlijk om te wandelen. En dat heb ik dan ook eigenlijk voornamelijk gedaan. Behalve een paar praatjes met mede-pelgrims waren er geen bijzondere dingen vandaag.
Om half vijf was ik in Livinhac-le Haut op de camping. Ik sta riant aan de oevers van de Lot. Gery vertelde net dat het regent. Nou, het spijt me voor jullie, maar ik lig hier nu weer met mijn matrasje in de zon. Ik kan hier vanavond eten en morgenochtend ook ontbijt krijgen, dus ik ga vandaag de deur niet meer uit.

Le chant des pèlerins

10,08 km – 14.395 stappen / totaal 1761,21 km – 2.535.920 stappen

Nou, dat was een kort wandelingetje vandaag, maar 10 km. Vannacht heeft het stevig geonweerd en toen ik vanmorgen vertrok, regende het. Het was wel lekker, want het was niet warm meer. Na tweeëneenhalf uur was ik al in Conques.

Conques-web

Conques ligt in een heel diep, klein en smal dal. Ik stond bovenop de berg en ik zag dus heel diep beneden me Conques liggen. Vanaf die hoogte zie je dan eigenlijk alleen daken en drie torens, die daar bovenuit steken. Dat was een heel erg mooi en indrukwekkend gezicht. De afdaling is heel steil, maar op die manier loop je er echt naar toe, je ziet alles steeds groter worden. Het was prachtig. En toen ik eenmaal beneden was, werd het weer mooi weer.
Ik heb mijn tentje opgezet en ben eerst eens goed gaan eten. Vanmiddag heb ik een beetje rondgelopen, heb vervolgens mijn wasje gedaan, lekker voor de tent gelegen, een beetje geslapen en een pizza gegeten. Kortom, relaxen dus. Mijn voeten zien er nog steeds heel redelijk uit, zeker als je dat vergelijkt met anderen. Jacques gaat morgen naar huis, hij kan niet meer. Dat is ook geen wonder, want als je zijn voeten ziet: een en al blaren en overal open plekken. Hij heeft drie jaar geleden het stuk in Spanje gelopen en had toen nergens last van, maar nu gaat het echt niet meer. Dat is wel erg jammer natuurlijk.

Na de pizza was het tijd voor de mis. Ik moet zeggen, dat ik daar dit keer erg van genoten heb. Er waren zo’n vijfentwintig pelgrims. We werden met zijn allen voor het altaar geroepen en moesten één voor één onze naam zeggen. Toen kregen we de zegen in het Frans en in het Duits. Iedereen kreeg vervolgens een boekje met toepasselijke teksten, ieder in zijn eigen taal. Ik kreeg dus de Nederlandse versie. Daarna moesten we gezamenlijk de ‘Chant des pèlerins’ zingen (nou ja, zingen? De anderen zongen en ik bromde mee) en dat doet je toch echt wel iets. (Voor wie het interesseert: de tekst staat op de pagina ‘Gedcihten’). Tenslotte moesten we het Salve Regina doen en daar ben ik dan eigenlijk toch net iets te protestant voor. Ze maken er een hele show van, met lichten die uit en aan gaan, enz. Maar al met al was het wel een belevenis.

Heel toepasselijk ben ik door de Rue Jacques gelopen en nu zit ik op de trappen van de kerk te wachten tot het droog is, want het hoost werkelijk uit de lucht. Een mooie gelegenheid om even te bellen, maar de andere pelgrims moeten ook even commentaar leveren en Geer de groeten doen. De Amerikaanse roept naar Gery dat ik erg vermagerd ben, wat natuurlijk onzin is, want ze heeft me nooit gekend, dus kan ze dat niet weten. Maar het tekent wel een beetje de sfeer onderling. Iedereen praat met iedereen, alle nationaliteiten vinden elkaar en dat is echt geweldig!
Genoeg geluierd, naar bed en dan morgen er weer tegenaan!

Bestaat toeval?

34,24 km – 48.917 stappen / totaal 1751,13 km – 2.521.525 stappen

33graden-web

Iedereen die graag op deze website wil zien dat ik als pelgrim moet lijden, krijgt vandaag zijn zin: het was afzien, ik weet nu wat afzien is!. Het was heel erg warm, ruim 33 graden, de weg was heel erg slecht en ik moest heel erg ver! Mijn T-shirt kon je uitwringen!
Gisteravond heb ik afscheid genomen van Jacques en Josette. Jacques en Josette namen ook afscheid van elkaar, want ieder ging langs een andere route. Bij het afscheid zei Jacques: “Ik kan het nu wel zeggen, want we zien elkaar toch nooit meer: Ik bewonder je instelling en de manier waarop je in het leven staat. Je bent de eerste Protestant die ik ontmoet heb, maar ik moet zeggen dat het aardige mensen zijn.” Mooi gezegd, hè? “Ja, zo gaat dat, je komt elkaar even tegen en daarna gaat ieder weer zijn eigen weg”, dacht ik filosofisch. Dus ik stap dapper de hele dag door, heb zelfs niets anders gegeten dan een casse-croute tussen de middag, begin al aardig in de buurt van mijn volgende stopplaats, Sénergues, te komen en wie zie ik ineens voor me uit lopen? Jawel, Jacques en Josette!! Het bleek dat de routes die Jacques en Josette afzonderlijk liepen, elkaar ergens kruisten en dat zij allebei precies op hetzelfde moment op het kruispunt kwamen. Toen besloten zij maar weer samen in een gîte te gaan. Alleen was die nog dicht en omdat ze geen zin hadden om te wachten, besloten ze maar een stukje door te lopen en kwamen zo terecht op de route die ik liep. Het is toch niet te geloven? Maar leuk was het wel. Zij wilden dat ik ook meeging naar een gîte, maar ik besloot naar de camping te gaan. Achteraf gezien was dat niet zo slim, want de camping bleek 2 km aan de andere kant van het dorp te liggen. Er is geen mogelijkheid iets te eten, dus dat betekent dat ik vanavond nog eens 2 km heen en 2 km terug moet lopen. Dan heb ik mijn portie wel gehad voor vandaag.

Daar staat tegenover dat ik morgen maar een kilometer of tien ga lopen, dan ben ik in Conques en daar wil ik de tijd voor nemen, want dat is weer een hoogtepunt op de route. In de kerk daar liggen de beenderen van Ste Foy. Het gerucht gaat dat die beenderen daar niet van origine liggen, maar op een dag, heel lang geleden, door inwoners van Conques ergens gepikt zijn, omdat daar veel geld mee te verdienen was. Ste Foy zorgde namelijk voor wonderen en wonderen zorgen voor een grote stroom mensen, dus vandaar…. Er is een legende die vertelt dat een man onderweg overvallen werd door rovers, die hem de ogen uitstaken. Hij lag daar dus hulpeloos op de weg in zijn eentje. Maar de vogels vonden zijn ogen, brachten die terug en Ste Foy genas de man. Als dat geen wonder is, weet ik het niet meer. Enfin, morgen ga ik mezelf daarvan op de hoogte stellen en misschien de mis wel bijwonen.