Honderd dagen

29,78 km – 42.538 stappen / totaal 2261,81 km – 3.251.048 stappen

Het is vandaag mijn honderdste dag en wie een pelgrim graag ziet lijden, had vandaag met me mee moeten lopen, dan had-ie waar voor zijn geld gehad. Want behalve dat het heel warm was en heel ver, zoals Hildebrand zou zeggen, had ik ook nog diarree en dat valt heus niet mee. Dat betekent na bijna elke kilometer stoppen en zitten. Het meegenomen wc-papier kon het niet aan en verdere details zal ik jullie maar besparen. Het was heftig. Maar nu is het weer bijna over.

Ik loop nu weer in een andere streek, de Bearn oftewel Navarre. Niet alleen de streek en de huizenbouw is anders, de taal ook. Ik versta er geen barst van als ze in hun eigen taal spreken, maar gelukkig spreken ze ook gewoon Frans. Het Navarrees of Bearnais zit een beetje tussen Frans en Spaans in, een weg heet hier geen chemin, ook geen camino, maar camin. Ik ben vanmorgen vertrokken met Christoffer samen en daar heb ik het eerste stuk tot Sauvelade mee gelopen, maar die stopte daar, dus ik ben alleen verder gegaan en heb verder geen pelgrim meer gezien.
Wel liep ik door een bos en middenin dat bos zag ik opeens een heleboel auto’s staan. Er bleek een fontein te zijn middenin het bos, waar het hele dorp water komt tappen. Niet omdat ze thuis geen waterleiding hebben, maar omdat het water uit deze fontein veel lekkerder is dan dat wat ze thuis hebben. Ze komen echt met kratten aanzetten. Als je dan bij de fontein komt, zie je daar een bordje boven hangen met ‘eau non potable’ oftewel ‘geen drinkwater’. Dat is wel lachen natuurlijk, dus ik heb mij met mijn ene fles in de rij gevoegd om daar eens duidelijkheid over te krijgen. “Ja, dat bordje is er wel, alleen omdat het moet van de regering”, zo werd mij uitgelegd, “de gemeente heeft geen geld genoeg om iedere keer analyses te laten maken om het water te controleren, dus dan moet er zo’n bordje bij, maar dat zegt niks verder”. Heerlijk land! Omdat ik ‘helemaal uit Amsterdam gekomen was om hier water te tappen’ werd mij voorrang aangeboden, maar ik heb netjes op mijn beurt gewacht, want ik vond het veel te gezellig. Het water was overigens heel erg lekker en heerlijk koud.

Goed, in Navarrenx aangekomen, moest ik in een bar de sleutel halen van de gîte en nu zit ik in een arsenaal van de vesting Navarrenx. Op de begane grond en de eerste verdieping zijn gewone appartementen en op de tweede verdieping zijn appartementen voor pelgrims. Het ziet er allemaal keurig uit. En wie kwam ik er als eerste tegen? David, die was alweer druk bezig met van alles. Ik hoorde van het meisje bij het Office de Tourisme, dat er steeds onenigheid schijnt te zijn tussen de vaste bewoners en de pelgrims. De vaste bewoners klagen er namelijk over dat er overal maar wasgoed van de pelgrims hangt en dat vinden ze natuurlijk geen gezicht. Wat ze er aan gedaan hebben? Ze hebben met zijn allen een droger gekocht voor de pelgrims. Maar helaas, het helpt niet, want in die droger moeten munten gedaan en dat doen die pelgrims niet, dus die hangen gewoon weer de was overal. Je ziet, het is ook hier niet overal koek en ei. David en ik hebben besloten om samen alle wasgoed in een droger te doen, want eerlijk gezegd vind ik het wel makkelijk. Vanavond warm ik een blik ravioli op, dus ik blijf eenvoudig.

Ik zie nu de hele dag de Pyreneeën oprijzen en sla dus de ogen naar het gebergte heen, dat heel indrukwekkend is en heel hoog. Gelukkig hoef ik niet helemaal over de top, maar ik verwacht wel des Heren bijstand. Hoewel ik erg benieuwd ben hoe hij die dan gaat geven, want ik vrees toch echt dat ik gewoon zal moeten klimmen en klauteren en dat is niet mijn sterkste punt.
Ik klamp mij dus vast aan het feit dat ergens in de Bijbel staat dat de zeeën droog zullen zijn en de bergen vlak (of zoiets), maar ja, dan moet er nu wel gauw iets gaan gebeuren!
Het onweert hier nu flink, dus het licht is uitgevallen. En om nu ook maar te eindigen met een psalm, die mijn schoonmoeder altijd op ging zeggen als het onweerde: “t Mensdom beeft en staat verwonderd, als de God der ere dondert!”

3 gedachten over “Honderd dagen”

  1. “Jongens, wat zijn jullie bijbelvast”, zou oma Groot zeggen. Ze zou zeer verblijd zijn, denk ik, dat ze zelfs op een pelgrimstocht nog wordt aangehaald. Wat leuk om jouw commentaar te lezen, Gery, dan zie je alles nog eens van het gezichtspunt van de toeschouwer. Overigens ben ik blij dat de website weer bemand wordt, want ik heb dat echt een paar dagen gemist. De psalmen doen het wel. Honderd dagen, wat een eind lopen is dat. En Theo, nog steeds met heel veel goede zin en moed onderweg naar……. Het is met recht een kopie van de levensweg om maar even filosofisch te worden. Met hitte en droogte, regen en onweer. Maar of de bergen vlak en de zeeën droog zullen worden, weet ik nog niet zo net. De hitte kunnen we hier nu met Theo meevoelen, want ook vandaag wordt het hier 30 graden.
    En om met dezelfde psalm enigszins gewijzigd te eindigen: Dit mensdom hier beeft en staat verwonderd dat die pelgrim alsmaar voort dondert.
    Groeten aan zowel thuisfront als de pelgrim.

  2. Die bijbelvastheid vind ik ook wel erg mooi. Ik ben er alleen bang voor dat je heel lang moet gaan zitten kijken voordat de bergen vlak gaan worden. Klimaatverandering OK, maar dat is nog wel iets té gortig.
    Ik zou dus maar gewoon doorlopen en vooral die mooie verhalen blijven schrijven, want daar genieten we allemaal van.
    En dat je nog maar veel van die verkwikkende bronnen mag tegenkomen. Met diarree in het lijf ligt uitdroging op de loer en is waakzaamheid geboden.
    Veel geluk, fiere pelgrim!

  3. Beste Theo, nu heb jij ook de 100 dagen te pakken. Net zo veel als ik. Ik denk er met veel weemoed aan terug hoe wij die drie dagen samen hebben gelopen en veel plezier onderweg hebben beleefd. Inderdaad moet ik de komende zes weken werken, maar daarna ga ik met de grootste spoed terug naar Nogaro om door te lopen naar Santiago. Heb vandaag al gekeken op treinplanner en kan in een dag in Agen zijn, met erna een busrit van 50 km.
    Ik wens je voor de rest van de tocht veel wijsheid en voorspoed toe. Denk er aan: na 14.00 uur niet meer lopen, het wordt te warm. Kijk je nog naar cultuur-historische-spoorse zaken onderweg? Ik geef je graag nog enige bijscholing! Je ex-wandelmaat.

Reacties zijn gesloten.