Ja, veel valt er nog niet te vertellen natuurlijk. Vanmorgen om vier uur het bed uit en naar Schiphol. Ik had mijn stok niet ingepakt, maar voorzien van etiket en zo. Allereerst verbazing bij de incheckbalie: “Moet die stok ook mee?” Vervolgens moest ik er mee naar de speciale bagage, maar dat moest mijn rugzak ook, dus dat was geen punt. Ook daar dezelfde verbazing: “Moet die tak mee?” Ik zei streng: “Ja en je moet er goed op passen”. Dat heeft niet geholpen.
Om half tien was ik in Barcelona en daar moest ik viereneenhalf uur wachten voor ik in kon checken voor Sevilla. En viereneenhalf uur wachten op een vliegveld is heel, heel erg lang. Je loopt eens een beetje, je leest een beetje, je eet iets, je hangt een beetje in een stoel en je zit te barsten van de slaap. De tijd komt niet om.
In Barcelona was het trouwens zwaar bewolkt, dus ik begon al te denken dat ik beter een trui mee had kunnen nemen in plaats van zonnebrand.
Maar gelukkig, toen ik uiteindelijk om half vijf in Sevilla arriveerde, scheen de zon volop en het is 32 graden. Helaas bleek mijn stok de tocht niet te hebben overleefd. Hij is in tweeën gebroken en nu heb ik alleen nog maar de bovenste helft. Ik had hem dus, achteraf gezien, beter weer helemaal goed in kunnen pakken. Het is wel jammer, die stok is zo trouw met me mee gegaan, maar vooruit, niets aan te doen.
Met de taxi ben ik naar het hotel gegaan, waar de receptioniste zei, dat 32 graden nog wel ging: “Het is nog geen zomer”, zei ze. Ik sloeg meteen terug dat ik vanmorgen met 4 graden vertrokken was (een beetje overdrijven mocht wel, vond ik) en dat maakte de gewenste indruk.
Het is een mooi hotel. Het staat in een heel nauw straatje. Vanuit mijn kamer kijk ik uit op een patio vol met bloemen en een fonteintje. Daar wordt morgenochtend het ontbijt geserveerd. Dat gaat dus wel lukken.
Nu ga ik eerst een dutje doen, want daar ben ik wel even aan toe. Morgenochtend wil ik om half negen bij de mis zijn om vervolgens een stempel te bemachtigen en de rest van de dag ga ik dan Sevilla bekijken en proberen een goede stok te bemachtigen, want die heb ik natuurlijk wel nodig. En dan begint vrijdag de echte Camino!