Gery en Marnix hebben me vanmorgen weer naar het plein voor de kathedraal gebracht en voor de laatste paar dagen ben ik nog even op pad.
Toen ik het plein afliep, was er een andere pelgrim die vroeg of ze een stukje met me mee mocht lopen om de stad uit te komen. Zij vroeg dat in het Engels, maar al gauw bleek dat ze Zuid-Afrikaanse is met Nederlandse wortels. Ze woont al vijftig jaar in de omgeving van Kaapstad en haar moeder komt zelfs uit Barendrecht. De verrassing werd nog groter toen ik haar naam hoorde: Ze heet namelijk Pauline van de Vijver! Dus Pauline, je bent de enige niet met die naam, blijkt nu.
We hebben de hele dag samen gelopen. De route ging door de bossen die drie jaar gelden net verbrand waren. Je ziet er nu nauwelijks meer iets van. Zo af en toe staat er nog een zwartgeblakerde boomstam tussen de varens, maar verder is alles weer helemaal dichtgegroeid. Overigens wordt de route naar Finisterra steeds populairder kennelijk, want het is ontzettend druk. Veel drukker dan drie jaar geleden. Zo druk, dat de albergue van Negreira stampvol was. Zo vol dat buiten slapen ook niet meer mogelijk was. Daarom besloten we in Negreira in een hotel te gaan slapen. Gegeten hebben we in een bar 100 meter verderop. En zo hebben we nu de situatie dat twee degelijk getrouwde mensen, de een eenenveertig jaar getrouwd, de ander zevenenveertig jaar getrouwd, samen op een hotelkamer slapen en dat nog op de website zetten ook.