Droog!

Hoera, het is droog. Grijs, maar droog, alleen bovenin de bergen loop je letterlijk met je hoofd in de wolken en daar is het dan vochtig, maar niet zo dat je de poncho aan moet. Een pelgrimshand is gauw gevuld.
Het was een pittige tocht vandaag met veel klimmen. Het was niet eens zo gek hoog, maar wel heel steil met af en toe hellingen boven de 9 %. Dus dat is klimmen en klauteren en als je dan eenmaal boven bent, ga je ook heel steil weer naar beneden. Dan krijg je ineens een heel andere houding en dat is lastig.
Gisteravond heb ik na het eten eerst nog even op het terras gezeten en ben toen een ommetje gaan maken door het dorp. Ik heb even in de kerk gekeken, maar daar was niet veel te zien. Toen ik weer buiten kwam, zag ik bij het huis naast de kerk een vrouw met een rugzak aan de bel rukken. Nou, daar loop je dan even naar toe. Ze vraagt of ik een beetje Engels spreek en als ik ja zeg, barst ze los: ”O gelukkig, want ik ben Amerikaanse en spreek geen woord Frans! Ik ben net begonnen met lopen en ze hebben tegen me gezegd dat ik, als ik onderdak zoek, maar aan moet bellen bij het huis naast de kerk, maar dat doe ik en er doet niemand open!“ Ze was in Lourdes gestart en was in één dag van Oloron naar hier gelopen en was compleet versleten. Dat is niet zo gek als je bedenkt dat ik over datzelfde stuk twee dagen heb gedaan. Dus ik heb me als een goed pelgrim over Amerikaanse Pam ontfermd. We zijn eerst maar eens op een muurtje gaan zitten om een beetje te praten en toen kwam er een auto aan met de curé erin. Die had echter weinig zin Pam liefdevol op te nemen en had allerlei excuses: de verwarming was stuk, hij had lekkage, de huishoudster was er niet omdat het zondag was, enz. Nou heb ik vaker met dat bijltje gehakt en wist dus wat ik moest doen: me nederig gedragen en blijven lullen, want Fransen zijn beleefd en zolang jij praat, lopen ze niet weg. Trouwens, dat had ook geen zin, want hij liep wel naar zijn huis, maar ik liep mee en maar blijven praten. Uiteindelijk kon hij gewoon geen nee meer zeggen, dus Pam kreeg een kamer, maar eten had hij niet. Geen punt, we spraken af dat we eerst zouden gaan eten en dan terug zouden komen.
Waarop het volgende probleem rees: hoe we ook zochten, er was echt helemaal niets dat open was. We kwamen twee jongens tegen en vroegen waar we ergens nog iets te eten konden krijgen. De jongens hebben met ons het hele dorp rondgelopen langs alle restaurants en eetgelegenheden, maar alles zat echt potdicht. Inmiddels was het al na achten en ineens vroeg een van de jongens of we ook tevreden zouden zijn met een sandwich. Natuurlijk, als we maar iets in onze maag hadden. ”Nou, ga dan maar mee naar mijn moeder“, zei de jongen. En zo kregen we van de moeder een sandwich met chorizo, lekker warm gemaakt in de magnetron. Die hebben we buiten genoeglijk samen op zitten eten met de eeuwige dankbaarheid van Pam.

sandwich-web

Toen ik vanmorgen vertrok, was het hetzelfde liedje: alles potdicht, er was nog geen brood te krijgen, dus ben ik met een lege maag vertrokken. Uiteindelijk belandde ik halverwege in een piepklein barretje, waar ik ook niets te eten kon krijgen, maar wel koffie. Dat was in ieder geval iets, dus ik aan de koffie en ondertussen weer met iedereen aan de praat natuurlijk. Over van alles en nog wat, en over de Baskische taal natuurlijk. En wat denk je? Wonderbaarlijk verscheen er ineens een sandwich en zei de patron: ”Hier, eet die maar op“. Geweldig toch? Hij wilde er niets eens geld voor hebben, maar dat heb ik natuurlijk wel gegeven, hij moet er ook hard voor werken.
Toen ik hier in Larceveau in het hotel (weer geen gites te bekennen) vertelde dat ik sinds gistermiddag bijna niets gegeten had, stond er in een mum van tijd weer een enorme sandwich voor mijn neus met een fles bier, een stuk Baskische taart en koffie, want een pelgrim zonder eten, dat kan natuurlijk niet. Dus jullie zien wel dat mijn charmes zorgen voor een volle maag!
Hier in het hotel komen vanavond trouwens negentien gasten: allemaal wandelaars, die hun bagage laten vervoeren. De bagage is inmiddels al gearriveerd, de wandelaars komen nog. Daar zal ik vanavond eens een hartig woordje mee moeten spreken, want zo gaat dat niet natuurlijk!
Gery leest me elke avond alle berichten voor als ik zelf niet kan kijken en ik geniet er ontzettend van. Heerlijk, al die commentaren! En ik was blij verrast een berichtje van Marjoleyne te krijgen, ontzettend leuk en bedankt voor de ’sokkentip’, ga ik zeker doen. Het weerbericht belooft dat het morgen beter weer wordt met meer zon en hogere temperaturen, dus we gaan eindelijk de goede kant op. Ik loop nu weer een stukje dezelfde route als vorig jaar van Le Puy en naar verwachting zal ik morgenavond in St Jean Pied de Port arriveren. Daarna wijk ik dan weer van de route af, omdat ik naar Hendaye loop. Er loopt wel een Grande Randonnee, maar ik denk niet dat ik die neem, want die gaat over de hoogste toppen van de Pyreneeën en dat is wel een beetje veel van het goede. Dus ik zoek mijn eigen weg en geen zorgen: ik vind mijn weg wel!

4 gedachten over “Droog!”

  1. Gelukkig weet ik dat je niet in twee sloten tegelijk zult lopen, anders zou ik me nog zorgen moeten gaan maken, dat doe ik dus niet. Het is veel te prettig om je avonturen te lezen. We zijn wel blij dat het droog geworden is. Je kan nog goed werk doen ook begrijp ik, door beginnende pelgrims te vertellen hoe het moet. Dat siert een goede pelgrim. Succes verder en maak het niet te gek met je voet.

  2. Geen commentaar, alleen de mededeling dat ik waarschijnlijk bijna net zoveel geniet als jij door je verhalen te lezen. Heerlijk (dus blijven lopen en vertellen!)
    Je zus

  3. Ha ha, het is je weer gelukt.
    Inderdaad herken ik dit. Wat is het toch geweldig als je zo goed weet hoe de Fransen in elkaar zitten.
    Ik hoop niet voor Pam dat het er net zo koud was als bij die oude dame vorig jaar.

  4. Beste naamgenoot,
    Hoe meer ik van je vorderingen op de weg lees, hoe meer ik er van ga lezen en er door geboeid word. Ik weet niet of ik ooit kan wat jij kunt, voor de tweede keer de reis van je leven maken. Ik moet nog met de eerste beginnen. Of is het leven niet een grote tocht?
    Wat lees ik allemaal vandaag: het vrij voelen en jezelf kunnen zijn in den vreemde, het glimlachend inspelen op de omgeving en de omstandigheden, het bijstellen van de koers. Maar de opmerking: “Ik vind mijn weg wel”, vind ik echt ‘baanbrekend’. Niet de verkramping en de druk die anderen zich opleggen, maar het uitgaan van de eigenheid en het durven afwijken van gebaande paden en schema’s. Dat loslaten, die innerlijke vrijheid, daar ben je erg ver mee.
    Ga op die weg verder en je bereikt je echte doel.

Reacties zijn gesloten.