Gisteravond hebben we zeer uitbundig gegeten met zijn allen, het was in één woord geweldig. Dus vanmorgen na een sober ontbijt weer op pad voor een tamme wandeling (zoals wij dat noemen). Het was somber weer, maar tot twaalf uur bleef het droog. Alleen moesten we door heel veel beekjes waden en dan houd je het ook niet droog. Gezien mijn arme voet heb ik besloten vandaag maar 20 km te lopen tot Angles en daar de bus te nemen naar Castres. Ik heb mij dus het hoongelach van mijn medepelgrims moeten laten welgevallen, dat snappen jullie. Maar ik heb het gedragen als een man, want ik wil gewoon verder en dus geen risico’s nemen. Geer humde goedkeurend bij dit wijze besluit en mompelde al iets van: ”Dan neem je toch gewoon elke dag een stuk de bus“?, maar dat is geen zaken doen. Bovendien heb ik het weer geweldig naar mijn zin met dat geloop.
Om ongeveer half twee was ik in Angles en toen ik geld ging pinnen (want een pelgrim komt er niet alleen met een bete broods, wat pegulanten in de achterzak is ook wat waard, een moderne pelgrim dus die met zijn tijd meegaat), kwam het meisje van de bank met twee collega’s er juist weer aan na de lunch. Kon ik mooi meteen vragen waar de bus naar Castres stopte en hoe laat die ging. ”Nou“, zei het lieve kind toen, ”die stopt hier niet en komt hier ook niet. Er komt hier geen enkele bus“. ”Kijk“, dacht ik berouwvol, ”Jacob bestraft me meteen al“, maar het bleek dat hij toch ook medelijden kon tonen, want het meiske zei tegen een van haar collega’s: ”Waar ga jij vanmiddag naar toe? Naar Rodez? Nou, dan kom je door Castres“. En toen stond ik een half uur later in Castres, keurig afgezet in het centrum. Eerst maar op zoek naar een kamer, dus op naar de VVV. Die wisten eerst alleen maar hotels, waar de kamers € 60 à € 70 per nacht kosten en aangezien ik twee nachten wil blijven, vond ik dat toch te gortig. Uiteindelijk vonden ze toch nog een ander hotel, het minimum voor de minima zogezegd. Ik heb een kamertje met een bed, een wastafel, een houten keukenstoel en een piepklein tafeltje. Douche en toilet zijn op de gang, maar..ik zit midden in het centrum en betaal € 51 voor twee nachten. En nu kan ik tenminste als een echte pelgrim peinzen. Morgen kan Geer dus de website openen met: ”De vermoeide, oude pelgrim zat peinzend op zijn sobere kamertje…….”
Vervolgens ben ik op zoek gegaan naar een apotheek. Nou, het is hier nog net als vroeger, de apotheek staat vol met mensen die met zakken vol medicijnen de deur uitgaan. En als ze iets tegen je zeggen, praten ze niet gewoon, maar gaan ze tegen je fluisteren, zodat je verschrikt denkt: ”Ik zal wel een hele enge ziekte hebben“. Dus ik zeg tegen de fluisterende apothekersassistente dat ik pelgrim ben, dat mijn voet open is en dat ik nog veel moet lopen, en vraag of ze er een zalfje of zo voor heeft. Ja, dat kon ze zo niet zeggen, ze moest het eerst zien. En dus stond pelgrim Theo in een overvolle apotheek zijn schoen en zijn sok uit te trekken onder de belangstellende blikken van de bezoekers, die nadrukkelijk deden alsof ze niets zagen. Dus zo privé is dat fluisteren nou ook weer niet. Maar toen ze mijn voet zag, was het ”O la la“ niet van de lucht en werd ik plechtstatig naar een klein kamertje geleid, want hier moest iets aan gedaan worden. Toen werd de ‘docteur en pharmacie’ erbij gehaald, die zich ernstig over mijn bezwete voet boog. Kijk, dan heb je weer status, zoals het hoort. De voet werd ingesmeerd met een of andere knalrode vloeistof, want zalf erop was helemaal fout, en liefdevol verbonden met een prachtig verband. En verbazend hoeveel personeel er tijdens deze behandeling ineens even in dat kamertje moest zijn. Kijk, een paar maal is mij al verteld dat ik ‘schöne beine’ heb, maar mijn voeten mogen er kennelijk ook zijn. Ik kreeg een paar dozen mee van dat spul om er op te smeren en dat alles voor € 4. Ik mocht er ook wel mee lopen, maar het zou beter zijn als mijn voet, die zojuist zo keurig was ingepakt, zoveel mogelijk blootgesteld zou worden aan de open lucht terwille van de genezing. ”Dan droogt het uit“, zei het lieve kind, terwijl het buiten hoosde. Ik zag mijzelf morgen al de hele dag op mijn keukenstoel zitten met een voet buiten het raam vanwege die open lucht, maar dat schijnt iets anders te zijn dan buitenlucht. Ik moet er alleen maar geen sok of verband omheen doen. Dus Geer kan haar mooie begin van morgen niet vervolgen met: “..en staarde mistroostig uit het raam naar zijn opgezwollen voet, die uit het raam bungelde“. Maar, geloof het of niet, ik liep naar buiten (weer met sok en schoen aan natuurlijk) en het hielp meteen, ik liep stukken beter. Ik zie nu mijn familie denken: ”Ja, ja, op wie lijkt hij nu?“, maar het is echt waar. De apotheker wist niet of één dag genoeg was om mijn voet geheel te laten herstellen, maar ik weet het wel. Morgen een rustdag, maar dan weer verder. Waarschijnlijk zie ik morgenavond Terjé en ‘mijn’ Zwitsers weer, want die zullen dan wel hier zijn.
Vanmiddag ben ik naar het postkantoor gegaan en heb een doos naar huis gestuurd met spullen die ik niet nodig heb. En dat kost dan weer € 29 maar liefst. Gery heeft me vermanend toegesproken en gezegd dat ik nu morgen de hele dag kan nadenken over een paar poste restante adressen, zodat mensen een kaartje kunnen sturen. Ik beloof het!!
3 gedachten over “Half om half”
Reacties zijn gesloten.
Gelukkig dat er nu naar gekeken is. Met zoveel wijze blikken moet het toch goed komen. Op wie wij vinden dat je lijkt, maken wij wel uit. Gelukkig weet je het zelf ook. Maar kijk wel een heel beetje uit met je voet, hè.
Ik heb gehoord dat het betere weer er aan komt, dus nog even doorbijten. Succes verder. Je zus.
Ja, ik kan niet achterblijven natuurlijk. Ik heb net je verhaaltje voor zitten lezen aan mijn collega’s. Lachen daar in die apotheek. Even over je schoeisel. Nu begrijp ik dat de pelgrims die je op oude foto’s en prenten ziet staan altijd sandalen aan hebben. Het lijkt me voor jou niet zo verstandig, dus hou je eigen stappers maar om verder te lopen, dan maar twee dagen in plaats van één dag rust.
Ja, het klinkt bekend zoals je reageert en ja, we weten allemaal op wie je lijkt.
Voorzichtig met de voet en niet te ijdel worden met je benen en voeten! Dat staat een pelgrim ook niet.
Sterkte verder. Je andere zus
De arme pelgrim mist natuurlijk zijn stok en staf die hem vertroosten, vandaar het aggenebisj zolderkamertje, waar hij peinzend terneder zit, terwijl zijn voet niet buiten het raam bungelt. Nee pelgrim, het gaat allemaal te luxe. Je hoort bedelend rond te gaan en niet geld uit de muur trekken orn dan ook nog per auto verder gebracht te worden. Jacobus is hier vast niet blij mee, vandaar dat wij in de zon zitten te bakken en jij verdrinkt in de regen.
Maar ja, een dag rust is je wel gegund en op kapotte voeten hoef je ook nog niet te lopen. Dat de zegen van de Heer op je nederdaal wensen we je van harte toe.