Toen ik vanmorgen op mijn kaartje stond te kijken waar ik heen moest, kwam er een meneer van middelbare leeftijd naar me toe die in perfect Engels vroeg of hij me kon helpen. Ik zei dat ik naar de kerk moest en toen is hij wel een kilometer met me meegelopen om me te brengen. Hij vertelde dat er meer Spanjaarden zijn die Engels spreken dan je zou denken, maar dat ze bang zijn om fouten te maken. Bovendien wordt het ook niet door de regering aangemoedigd.
Opgewekt begon ik daarna aan mijn wandeling en het was een relaxed loopje vandaag, want ik hoefde maar 17 km, dus een wandelingetje van niks. Het was een rustig weggetje en minder saai dan gisteren. Het ging weer een beetje op en neer en onderweg kwam ik langs een paar aardige kasteeltjes.
Ik had wel gedacht dat Oviedo een stadje was, maar het is gewoon een grote stad, ik heb wel anderhalf uur door de buitenwijken gelopen voor ik in het centrum was. Daar was ik om één uur en de albergue gaat pas om vijf uur vanavond open. Ik had niet zo’n zin om de hele middag met mijn rugzak door de stad te lopen, dus ik heb weer heel luxe een hotel genomen. Ik heb nu zelfs een zitje op de kamer, het gaat van kwaad tot erger met pelgrim Theo. Je kunt nu moeilijk nog van ‘afzien’ spreken toch?
Vlakbij mijn hotel is een cafetaria, daar ben ik tussen de middag gaan eten. Daar bediende een ontzettend aardig meisje. Er was nog maar één tafeltje vrij en dat stond in de zon achter het raam, dus het was er warm, maar ja, beter iets dan niets. Op een gegeven ogenblik komt het meisje naar me toe en zegt: “Kom maar, hoor, dan breng ik u even naar een andere zaal, daar is het niet zo warm”. Lief, hè? Dat waren alweer twee hele aardige en behulpzame mensen op één dag. De wereld is zo slecht nog niet.
In Oviedo ben ik eerst naar het postkantoor gegaan om naar de post te kijken. Er was bericht van Andries en Rina met een foto van de dag dat ze mij bezochten. Hartstikke leuk, bedankt! En een kaart van mijn trouwe Geertje natuurlijk. Dat was het.
Toen heb ik de kerk bezocht met de daarbij behorende kloostergang en het museum. Daar ligt onder andere een heel erg mooi gouden kruis, bezet met edelstenen uit 830 na Christus. Toen is dat door ene Pilaryo meegenomen om tegen de Moren te strijden.
O ja, en in de kerk was een kapelletje met aan weerszijden beelden van twee heiligen om de ingang te bewaken. Geloof het of niet, maar die ene heilige, ik weet niet wie het was, maar die lijkt sprekend op Arij. Echt waar, hij was het gewoon, dezelfde houding, hetzelfde gezicht. Ik heb hem dan ook even begroet: “Dag Arij, jij ook hier?”
Ineens deed mijn GPS het niet meer. Ik kon hem niet meer uitzetten en niet meer aanzetten. Daar kreeg ik behoorlijk de pest over in, want net nou begint de Camino Primitivo. Ik heb het opgegeven en Gery gebeld dat de gps het niet meer deed. Die wist het natuurlijk ook niet uit de verte en zei: “Laat toch zitten”, maar dat is toch jammer eigenlijk. Als laatste redmiddel besloot ik vanavond Marnix te bellen, misschien kon die me raad geven.
Enfin, door al dat gedoe wist ik ook niet meer waar mijn hotel was, ik heb steeds maar overal rondgelopen natuurlijk. Ja, ik had de naam van het hotel moeten onthouden, dan had ik de weg kunnen vragen, maar die wist ik ook niet meer. “Nou, het moet al heel gek gaan als ik het niet terugvind”, dacht ik en zie………… ik bleek er nog geen 50 meter vandaan te zijn.
Terug op mijn kamer heb ik de batterijen uit mijn gps gehaald, eens even eraan geschud en zie……….. hij doet het weer! Ik vind dat ik nu mijn eten wel weer verdiend heb. Tot morgen maar weer.
3 gedachten over “Oviedo”
Reacties zijn gesloten.
Hoi Theo
Jammer dat er niet meer post was. Dan is de onze te laat aangekomen. Dus nu maar weer via deze site: Hartelijk bedankt voor je mooie verhalen en een goed pelgrimspad verder toegewenst
Jammer, dan was onze kaart ook te laat, volgende keer beter. Veel plezier verder en je weet het, hè!! Groetjes
Theo,
Die heilige moet toch te achterhalen zijn!
Hoogstwaarschijnlijk is het gewoon familie.