Fleecejack aan

Het eten gisteravond was slecht, maar het gezelschap maakte veel goed. Het was erg gezellig.
Ik heb het vannacht ontzettend koud gehad. Ook vanmorgen, toen we op weg gingen was het koud, mijn fleecejack kon het niet aan. Ja, stil maar, ik weet dat het bij jullie kouder is en herfstachtig en ik weet dat het vanmiddag hier weer 29 graden was, maar vanochtend had ik het gewoon koud. Ziezo, nou weten jullie het.
Gelukkig moesten we vlak na het vertrek heel fors klimmen, 400 meter omhoog op een paar km, dus dat was heftig en daarna had ik het dus niet koud meer. Na die klim ging de weg weer een beetje naar beneden en de rest van de tijd bleef dat zo en liep ik over een asfaltweg. Dat loopt wel makkelijk, maar is nogal saai. Vanmorgen liep ik met de Fransen uit Lyon, met wie ik gisteravond ook gegeten heb, later weer alleen.
Ik ben al vroeg gestopt, iets na de middag, in Pola de Siero. Ik had wel door kunnen lopen naar Orviedo, maar dan had ik toch morgenochtend eerst naar het postkantoor gegaan om te zien of er post is. “Ik kan eigenlijk net zo goed morgen gaan lopen”, dacht ik zo.
Dus ik had een vrije middag. Die heb ik nuttig besteed door eerst eens uitgebreid te gaan eten. Ik heb tussen de middag twee uur aan tafel gezeten en ontdekt dat je hier eigenlijk tussen de middag moet eten, want dan eten ze de heerlijkste zaken en ’s avonds raffelen ze het een beetje af.
Ik veronderstelde dat Pola de Siero wel een dorp zou zijn, omdat er een hotel is, maar het is een echte stad. Niet al te groot, maar wel een echte stad. Leuk, hoor!
Na het eten heb ik de was gedaan, gedoucht en toen was het luieren geblazen: in de zon, op mijn balkon, sigaartje in de mond.