Zo, lekker weer aan de wandel vandaag. Het was een prachtige route. Er waren onafzienbare velden met bloeiende klaprozen en in de berm van het pad mooie gele en blauwe bloemen. Alles zat eigenlijk mee: de omgeving, de natuur, de zon en de temperatuur.
Ik heb al verschillende keren gezegd dat er onderweg geen hond te zien is, maar vandaag heb ik een hond gezien en wat voor een. Op een kilometer afstand zag ik hem al staan, hevig blaffend en echt een enorm grote hond. “Wat nu?”, dacht ik en vervolgens: “Ik laat me niet door zo’n hond op mijn kop zitten”. Dus ik heb mijn stok stevig vastgepakt, je weet tenslotte maar nooit, en stapte moedig voorwaarts. Van de andere kant kwamen twee fietsers. Die zagen de hond ook en stapten af. Ze zochten aan de kant van de weg naar stenen om ermee te kunnen gooien, maar ik dacht: “Doorlopen en niet naar hem kijken”. Dus ik liep weer moedig voorwaarts. Toen ik vlakbij was, nam de hond een run door het hek aan de kant van de weg en ging vervolgens achter het hek weer heel hard blaffen. Dat was wel komisch, want er was dus eigenlijk niets aan de hand.
Er zijn hier enorme grote boerderijen, het lijken wel hele dorpen. Ik heb het idee dat de dorpen misschien zo wel ontstaan zijn: personeel dat in de buurt van de boerderij ging wonen en daar is gebleven. Jullie zien, ik verzin ze waar je bij staat. Maar het kan toch?
Ik had gelezen dat ik in Rielves bij de een of andere pater kon slapen, maar toen ik er was, dacht ik: “Een pater? Nou, ik geloof dat ik maar doorloop naar Torijos, dan kan ik bij de nonnen slapen, dat lijkt me beter”. Ik heb daar dus een boccadillo gegeten en tot mijn verbazing kwam er ineens een Waalse Belg binnenlopen met een grote rugzak. Ik vroeg verbaasd waar hij vandaan kwam, want ik had hem nergens gezien. Hij was over de gewone weg gaan lopen, want hij had geen zin om de camino te lopen. Ook prima natuurlijk, al scheelt het misschien maar 2 km.
Na mijn boccadillo ben ik weer verder gestapt. Aan het einde van het dorp zat een man op een stoel voor de deur. Die zag mij en is wel 3 km met me meegelopen. Hij liep de hele weg te babbelen. Ik verstond er echt geen woord van, maar daar gaf hij niet om, hij kwebbelde lustig verder. Leuk zijn zulke dingen toch.
Sint Jacobus dacht kennelijk: “Als je niet naar de pater wilt, dan ook niet naar de nonnen”, want toen ik in Torijos aankwam bij de nonnen was alles dicht. Er zat een briefje op de deur dat je je ergens kon vervoegen, maar ik had geen idee waar. Dus werd het het gemeentehuis. Vanwege de bezuinigingen was het gemeentehuis alleen ‘s morgens open, dus toog ik maar weer naar het politiebureau. Daar werd ik hartelijk ontvangen en ik kon de sleutel meekrijgen van het sportcentrum en daar slapen. Nou ja, krijgen? Dat ging zomaar niet natuurlijk. Er werd een kopie van mijn paspoort gemaakt, ik moest een berg formulieren invullen, ging vervolgens op de foto en toen kreeg ik dan toch de sleutel met de mededeling dat ik de instructies van de beheerder moest volgen.
Wat me dan steeds weer opvalt is dat Spanjaarden zo vriendelijk zijn en je niet willen teleurstellen. Ik vroeg namelijk hoe ver het was naar het sportcentrum en zij zagen dat ik niet meer zo’n zin had om nog een eind te lopen. Het was dus volgens de agent maar 400 meter en ik zou er maar vijf minuten over lopen. Nou ja, 400 meter, het kon ook 600 zijn, daar wilde hij vanaf wezen en aan het einde van het gesprek was het nog 800 meter en misschien wel tien minuten lopen, maar verder niet, hoor.
De afstand was dus minstens 1800 meter en ik liep er vijfentwintig minuten over. Heerlijk land.
Goed, na de instructies van de beheerder, die eruit bestonden dat hij wees waar de douche was en zo, kon ik dus uit gaan pakken. Er staan twee bedden en er is een matras. Ik nam uiteraard een bed en was me net aan het installeren, toen er nog een Duits echtpaar kwam. Dus moest alles weer even gereorganiseerd worden. Wat nou, geen hond te zien? Het schijnt dat het nog nooit voorgekomen is, dat er drie mensen tegelijk waren. Het was leuk te merken hoe verschillend je tegen zaken aan kunt kijken, want de Duitsers hadden natuurlijk ook te horen gekregen dat het hoogstens 800 meter was en die waren woest en beledigd. Belachelijk, wie zegt nou zoiets? Je zegt het goed of je zegt het niet! Ik herinner me van een vorige tocht Manfred, ook een Duitser, die woest was, omdat er in zijn gidsje stond dat de weg makkelijk was en die was dat niet.
Het Duitse echtpaar had de Waalse Belg ook een paar keer gezien en noemden hem de ‘buspelgrim’, omdat hij vaak de bus schijnt te nemen. Ja, ieder heeft zijn eigen camino!
Net kwam de politie nog even kijken of het allemaal wel goed ging. Aardig is dat toch. Hier aan de overkant van de straat is een supermarkt en er schijnt ook een restaurant bij te zijn, dus alles is puik. Ik heb straks te eten en slaap vannacht warm en droog. Nu maar hopen dat ik niet te hard snurk vannacht!
3 gedachten over “Geen hond te zien?”
Reacties zijn gesloten.
Broer, gewoon lekker snurken. Jij hebt er geen last van en je hoort het niet, dus wat maakt het uit. Als jij maar uitgerust weer opstaat de volgende morgen. Mensen die moeilijk doen over een verkeerde voorstelling van een afstand als je zo’n tocht maakt, hebben meestal over alles wat te zeuren. Zulke mensen genieten van het zeuren, dus laat ze, dan zijn ze ook gelukkig!
Ja, als pelgrim moet je natuurlijk geen voorkeuren gaan aangeven. Je slaapt waar het kan en niet je voorkeur geven aan nonnen en de pater laten zitten. Dan kan je verwachten dat het mis gaat. Wat betreft die hond, die was waarschijnlijk banger van jou dan dat jij het van hem moest zijn. Je weet het gezegde ‘Blaffende honden bijten niet…’
Weer heel veel plezier voor morgen toegewenst.
Je ben een goede zoon van je vader, die was ook van geen enkele hond bang. Maar wat is dat, niet naar de pater en wel naar de nonnen willen? Maar een pelgrim mag altijd iets meer dan een ander, denk ik, dus het is je vergeven.
Ga door met genieten, en wees voorzichtig met je voeten.
Hoe is het weer?
De politie heeft mij nog nooit onderdak hoeven te verschaffen en ook nooit foto’s van mij genomen.
De politie schenkt aan de een nu eenmaal meer aandacht dan aan de ander en naar verluid snurk ik toch ook.
Groeten uit Brabant
Theo