Ik heb betere dagen gekend.
De dag begon goed: een heerlijk ontbijt in het hotel, 23 graden, een zonnetje, allemaal geweldig.
Ik stapte vrolijk voort en kwam een boer tegen. Net Sancho Panza, maar dan niet op een ezel, maar op een trekker. Die begreep niet hoe een mens zo idioot kon zijn om zo’n verschrikkelijk eind te gaan lopen en dan ook nog met zo’n zware zak op zijn rug. Het was allemaal ‘nada’. Vervolgens deelde hij mede dat ik de verkeerde kant op liep. Hij had ook al tegen twee Fransen gezegd dat ze verkeerd liepen, maar die waren gewoon doorgelopen. Hij bood aan me op zijn trekker terug naar het dorp te brengen, maar ik keek in mijn gids en dacht: “Ik loop goed”. Ja, toen kon hij er ook niets aan doen en hoofdschuddend over zoveel domheid reed hij verder.
En ik stapte monter voort tot ik weer iemand tegenkwam die me toevoegde dat ik de verkeerde kant opging. Maar ik, eigenwijs, dacht: “Dat kan niet” en stapte vrolijk voort. Het is hier wel ontzettend eenzaam. Ik liep langs de ruïne van een kasteel en een dorp dat verlaten was op één huis na. Daar stond een paard aan een paaltje gebonden. Dat paard schrok zo van mij, toen hij mij zag, dat hij met zo’n bloedvaart wegrende, dat hij touw en paal uit de grond rukte. Dat beest ziet nooit iemand natuurlijk. Dat was toch eigenlijk een duidelijke waarschuwing…
Maar pas toen de derde man die ik zag, zei dat ik echt verkeerd liep, liet ik me overtuigen en keerde op mijn schreden terug. Dat betekende dus dat ik 6 km onnodig heb gelopen.
Maar ja, daar is wel overheen te komen en eenmaal op de goede weg teruggekeerd zag ik de gele pijlen weer en hoefde die alleen maar te volgen. Tot het moment dat ik in mijn gidsje keek en las dat ik het kasteel aan de rechterkant moest houden. Ik zag dus helemaal geen kasteel… Ik moest over een beek en dat klopte weer wel, maar ja, die beek is lang natuurlijk en het zal wel niet de goede plek geweest zijn, want daarna moest ik langs een grote eenzame eik komen. Nou, de enige die eenzaam was, was ikzelf. Ik wist echt totaal niet meer waar ik was. Ik heb de GPS erbij gehaald, maar daar werd ik ook niet veel wijzer van, want daar staan natuurlijk geen voetpaden op. Wat nu?
In de verte zag ik een kerktoren, dus ik redeneerde: “Bij een kerktoren hoort een dorp en bij een dorp hoort een weg”. Dus ik ben richting kerktoren gelopen en kwam inderdaad uit in een dorp op een weg voor auto’s. Op die weg stond ook een bord, waarop stond dat het naar Las Pedroneras, mijn eindbestemming voor vandaag, nog 12 km was!
Als ik nu slim geweest was, had ik natuurlijk in dat dorp gekeken of er een bushalte was, of anders een taxibedrijf, zodat ik me de laatste kilometers comfortabel kon laten rijden. Maar zo slim was ik niet, dus ik heb die kilometers ook nog maar gelopen. Al mat al heb ik er vandaag weer 36,45 km op zitten in plaats van de geplande vijfentwintig.
Maar deze ezelachtige Sancho Panza kwam om kwart voor vijf toch aan in Las Pedroneras.
In de refugio zijn maar twee bedden en die hebben de Fransen al in bezit, dus ik slaap weer in een chauffeurshotel. Ik heb een nette kamer en kan hier ook eten.
Dus……vandaag geen geloop meer!
Zo zien jullie, het is niet elke dag feest. Maar heb ik het nu slecht naar mijn zin? Zeker niet, morgen gaan we er weer fris tegenaan!