Even de laatste berichten van het thuisfront. Gisteren kwam de neuroloog drie minuten bij het bed van Marnix staan om te zeggen dat hij wel naar huis kon. Punt. En weg was hij. Dus Marnix zei tegen de verpleging dat hij dit eigenlijk geen stijl vond, want wat schiet hij hier nu mee op? Hij had toch wel een paar alternatieven verwacht. Dat vond de verpleging ook en zei dat ze een afspraak voor hem gingen regelen met de neuroloog, want dat hierover gesproken moest worden. Goed, ik heb hem opgehaald, zijn bed in zijn woonkamer gesleept, zodat hij tenminste tv kon kijken en zo scharrelt hij nu een beetje door zijn huis, maar lekker gaat het niet. Hij kan heel slecht lopen en absoluut niet zitten, nou, dan wordt je wereld erg klein. Vanmorgen kreeg hij de sleutel van zijn nieuwe huis, dus ik kwam hem halen en toen ging de telefoon…het ziekenhuis, dat hij om twaalf uur met de neuroloog kon praten. Het was kwart voor twaalf, dus eerst naar het ziekenhuis. De neuroloog zei zowaar iets, dat leek op een excuus. Hij begreep nu toch ook dat dit zo niet kan en er toch iets zal moeten gebeuren. Nu krijgt hij op de pijnpoli een zenuwblokkade om te kijken of dat helpt en verder gaat hij naar een revalidatie-arts. Dan moet die in ieder geval maar iets bedenken, waardoor het voor hem weer een beetje leefbaar wordt, want hier word je niet vrolijk van.
Toen maar weer naar huis, zodat hij een poos kon liggen en uiteindelijk toch de sleutel gehaald en even in zijn nieuwe domein gekeken. Het is een leuk appartementje, vrij grote woonkamer met keuken en een grote slaapkamer. Het enige minpunt is eigenlijk het uitzicht, of liever gezegd: hij heeft geen uitzicht, maar verder ligt het midden in de stad en dat is leuk, want je zit overal dichtbij en zeker nu is dat een groot voordeel natuurlijk. Er moet nog wel het een en ander aan gebeuren, plafonds gewit en muren gesaust, want hij vond een lila slaapkamer niet echt het einde. Dat is zacht uitgedrukt, want het is gewoon afgrijselijk en bovendien zou ik ook niet in een blauwe woonkamer willen zitten. Hij vindt het uiteraard vreselijk dat hij niets kan doen, maar hij heeft nog vijf weken om te verhuizen en ik ben vanwege mijn landgoed inmiddels een ervaren verver. Ja, ik denk om mezelf (om vast enige vragen voor te zijn) en mijn gordelroosje in de nabloei, en als het niet lukt, dan is er altijd nog de ‘echte’ schilder. Ik heb wel binnenpret, want het loopt natuurlijk altijd anders dan je denkt. Toen Theo net weg was, dacht ik: “Hoe houd ik mezelf nu bezig ’s avonds en in het weekend en zo?” Nou, dat probleem is tenminste opgelost, de dagen vliegen voorbij.
Marnix en ik genieten elke dag van Theo’s verhalen en het feit dat het tot nu toe zo lekker gaat. Dat maakt heel veel goed en zeg nou zelf, zien jullie Theo muren schilderen of zo? Hij kan van alles, die schat, maar bij zulk werk is het beter dat hij ver uit de buurt is. Kortom, wij als thuisfront versagen niet!