De refugio, waarin ik vannacht heb geslapen, zit in een oud klooster en daarin is ook een informatiecentrum over een heel beroemde Spaanse schilder van religieuze onderwerpen: Francesco de Zurbaran. Die is in Fuento de Cantos geboren, vandaar dus dat centrum.
Gisteravond heb ik gezellig gegeten met twee Duitse dames, terwijl buiten de processie aan de gang was. Onder het eten begon het weer gigantisch te regenen, zodat de hele processie de kerk in vluchtte.
Ja, de regen is nog niet uit de lucht, merkte ik vandaag.
Het eerste stukje was het zowaar droog, maar na een uur gingen de hemelsluizen weer wijd open. Ik ben een stuk opgelopen met een Zwitser, die liep een eindje voor me uit en begon ineens wild met zijn armen te zwaaien en te wenken. Ik dacht: “Wat zou er zijn?”, maar het bleek dat hij voor een beek stond, waarvan mijn gids meldde dat er in de zomer misschien nog wel eens een beetje water onderin kon staan. Nou, als dat allemaal voor de zomer nog op moet drogen, mag de zon wel heel hard schijnen, want het was gewoon een brede kolkende rivier geworden, waar je met geen mogelijkheid doorheen kon, ook niet met je schoenen uit. Op datzelfde moment verschenen er aan de overkant ineens een paar pelgrims die wezen dat er een eind verderop een brug was. Dus sopten wij een kilometer in de regen door hoog, zeer nat gras en dan is een kilometer best lang. Maar zowaar, er was een brug, waar we overheen konden. Alleen waren er aan de overkant geen mooie gele pijlen, omdat we uiteraard van de route waren afgeweken. Het gevolg was dat we hopeloos zijn verdwaald en net zolang hebben rondgelopen tot we op een grote weg kwamen. Om verdere dwaaltochten te voorkomen, hebben we vervolgens die weg maar aangehouden. Minder mooi, maar wel de kortste en dat is wel zo prettig met dit weer, want nu loop je echt niet voor de lol.
Het werd echter wel prettiger. Op een gegeven moment, ongeveer 8 km voor Zafra, moest ik linksaf en opeens rijdt er een gigantische BMW naast me, die een eindje verder stopt en terug komt rijden. De man stapt uit en vraagt waar ik naar toe moet. Ik meld hem: “Eerst naar Pueblo de Sancho Perez en dan nog door naar Zafra”. Hij hoort natuurlijk dat ik geen Spanjaard ben en vraagt of ik Duits versta. Vervolgens begint hij in keurig Duits tegen me te praten. Hij heeft een opleiding gevolgd in Noord-Duitsland en spreekt goed Duits. Hij vertelt dat ze in die tijd uit gingen naar Sappemeer (of all places in the world). “Nou, stap maar in, je kunt meerijden tot Pueblo”, zegt hij en dat doe ik. Lekker even droog zitten. We zitten zo gezellig te praten, dat hij in Pueblo zegt: “Nou, ik vind het leuk om weer eens Duits te kunnen spreken, dat doe ik nooit meer, dus ik breng je wel even naar Zafra”. Ik heb dat aanbod dankbaar aanvaard en zodoende werd deze zielige, arme pelgrim dit keer door een fraaie BMW voor de deur van mijn hotel afgezet!!
In het hotel bleek mijn kamer nog niet klaar te zijn, maar ik kreeg een pilsje en tapas aangeboden aan de bar, dus dat was geen probleem. Toen moest ik nog eten, het was inmiddels al half vier, dus ik dacht: “Er zal wel niet veel meer te krijgen zijn”, maar nee, er was gewoon nog van alles en om vier uur stapten nog mensen binnen om …. te lunchen.
Gisteren had ik een praatje met een advocaat die Engels sprak en die zei dat Spanje echt erg moet veranderen en meer Europees moet gaan denken. “Als Europa aan het werk is, gaan wij slapen”, zei hij en vertelde vervolgens dat hij hoog opgeleide sollicitanten krijgt met alle kennis die nodig is tot het moment waarop hij vraagt of ze Engels spreken. De meesten moeten dan afhaken.
Hij heeft natuurlijk gelijk, maar aan de andere kant, in Portugal spreken ze wel meer talen, maar daar gaat het nog slechter.