Zo, we zijn weer ruim 30 km verder gestapt. Vanmorgen om zeven uur, toen ik vertrok, was het heel erg koud. De zon kwam prachtig op, maar ineens kwam er mist. Om een uur of tien werd het weer heerlijk weer, 25 graden, zonnig, dus zeer aangenaam om te lopen. Ik kwam in een dorp en daar liep een mevrouw twee honden uit te laten of liever gezegd één hond en een hondje. Komisch genoeg heette het kleine hondje Gigant en de grote Kleintje. Ze was zo vriendelijk mij de weg naar de bar te wijzen, zodat ik koffie kon drinken, want ik had inmiddels al 20 km gelopen, dus dan wil de koffie er wel in. Op het terras voor het café zat het halve of misschien wel het hele dorp al lekker in het zonnetje en toen ik weer op weg ging, werd mij bereidwillig de weg gewezen: aan het eind van de straat rechtsaf.
Ik kwam aan het eind van de straat en zag toch echt een gele pijl, die me linksaf stuurde. Dus ik stond nog wat te aarzelen, toen er een mevrouw aan kwam hollen: Ik moest echt rechtsaf en me van die pijl niks aantrekken. Het halve of hele dorp verhief zich van het terras en kwam gezellig mee discussiëren en bij toerbeurt en door elkaar heen roepen dat ik echt rechtsaf moest gaan, want ‘als je linksaf gaat, sturen ze je wel 6 km om en er is niks te zien daar’. Ja, tegen zo’n overmacht kon ik niet op en ben dus maar rechtsaf geslagen. Ze hadden trouwens wel gelijk, want ik had een zandpad naast de autoweg, dat rechtstreeks naar Medina del Campo voerde.
Ik weet dat pelgrims horen te lijden en af moeten zien, maar laat ik nu vlak voor het centrum een driesterrenhotel op mijn pad vinden. Je moet elke vingerwijzing goed interpreteren, dus ben ik daar maar naar binnen gegaan. Ten eerste kreeg ik een mooie ruime kamer met badkamer en ten tweede was ik op tijd voor het eten in het restaurant. En tijdens het eten heb ik weer erg veel plezier gehad. Ik heb een lokaal gerecht gegeten dat ik alleen maar kon vertalen als ‘gebakken melk’. Ik was dus erg nieuwsgierig wat het was en het bleek de poot van een speenvarken te zijn met het vel en alles er nog aan. Ik heb altijd een hekel aan dat gedoe met botten en dat gepeuter, maar als je het vel er eenmaal af hebt, heb je heel lekker vlees en er zat een prima salade bij. Toen ik binnenkwam, zaten er al twee groepen en daarna kwam er nog een groep bij. Dat bleek een familie te zijn, waarvan een van de kinderen de eerste communie had gedaan, dus het was groot feest. De eerste communie had niet zo’n erg heilzame invloed gehad, want de kinderen waren ontzettend druk. Tel daarbij ooms en tantes en opa’s en oma’s, dan kun je je ongeveer voorstellen wat een gekakel het was. Ik heb genoten.
Een iets kleinere familie aan een andere tafel vierde kennelijk de zoveeljarige bruiloft van opa en oma. Ook dat ging niet geruisloos, vooral niet toen een kleindochter voor opa en oma een zelfgemaakt gedicht voordroeg en dat daarna, op perkament geschreven en compleet met een zegel eraan, overhandigde. Oma was hierdoor zo ontroerd, dat ze spontaan opstond en een lied begon te zingen. Niet erg zuiver en iedere keer als de familie dacht dat het afgelopen was, begon ze weer. De helft keek geschokt, de andere helft lag gillend van de lach op tafel. Het feest was compleet toen de grote taart kwam met daarbij een echt zwaard, waarmee oma de taart aan moest snijden. Het was geweldig!
Onderweg heb ik geen enkele pelgrim gezien, maar wel vond ik op de weg meermalen een boodschap in het zand geschreven van de Fransen die ik in het begin heb gezien en die nu ver vooruit zijn. Omdat het niet geregend heeft en er verder niemand over dat pad loopt, kon ik genieten van teksten als: “Theo hop hop” en “Theo ha ha”. Ik kreeg een sms van Margrit in Zamora dat ze daar inmiddels zijn gearriveerd en de hartelijke groeten van mij hebben gedaan.
Morgen heb ik weer een hele afstand te gaan, maandag en dinsdag is het iets korter en als alles meezit, hoop ik woensdag in Zamora te zijn. Margrit gaat daar donderdag weg, dus wellicht kan ik haar dan nog net zien. Dat zou leuk zijn.
Als je nu niemand meer ziet waar zijn dan die Spanjaarden en die Belg gebleven?
En een pelgrim hoeft niet iedere dag af te zien, hoor, een dag eens iets anders is ook wel goed. Dan kun je het ook volhouden om pelgrim te zijn.
Blijf genieten en foto’s maken.