Snoepjes

Het was vandaag redelijk weer. Vanmorgen zag het er erg dreigend uit, maar het klaarde steeds meer op. We hebben vandaag een heel lange route gelopen, ruim 35 km. We zijn om half acht al vertrokken en de weg was moeilijk en zwaar. We moesten hele hoge bergen over en die waren erg steil. We gingen zogezegd nou niet als een hinde de berg op, het was meer strompelen. We zagen onderweg wel hindes trouwens, die staken vlak voor ons ineens recht de weg over. Dat is natuurlijk prachtig om te zien. Als je dan eindelijk boven op de top van zo’n berg bent, zie je heel diep beneden je een dorpje liggen en dan weet je dat je daar weer naar af moet dalen. En achter dat dorpje zie je dan weer een heuvelrug, waarvan je weet dat je die daarna weer op moet. Het was dus met recht vandaag: ‘Op bergen en in dalen’. Maar hoe hoog de berg ook is, hoe diep het dal, uiteindelijk bereikten we een restaurantje vlak voor Gijon. Daar zijn we eerst maar eens neergestreken om iets te drinken. Er was net een eindexamenfeest met drie meisjes verkleed als flamingodanseressen, dus we vielen met onze neus in de boter. Nadat we daar een tijdje gezeten hadden, hebben we meteen maar gevraagd of we ook iets konden eten en dat kon. Dus toen zaten we, voor Spaanse begrippen achterlijk vroeg, aan tafel. Het eten was heerlijk, daar knapt een mens van op en dan verdwijnt de moeheid uit je benen. Aangezien er dan weer iets anders in de benen zakt, hebben wij ons na het eten de laatste kilometer door een taxi naar de jeugdherberg laten vervoeren, dus daar kwamen we glorieus voorrijden. Ook wel eens leuk voor een keer toch?
Onderweg hebben we ook de afslag gezien die over de picos de Europa leidt. Daar moet je dus doorheen met kompas en touwen, enz. Met andere woorden: dat is echt berg beklimmen. We hebben besloten (althans ik, Marianne had dat thuis al besloten) dat niet te gaan wagen, maar langs de kust verder te gaan. Het kan ook te gek worden.
Net toen dat wijze besluit gevallen was, stopte er een auto naast ons met een oude baas erin, die ons luidkeels begon te vertellen dat we die afslag moesten nemen naar de picos. Wat doe je dan laf? Juist, je doet gewoon of je niets van hem verstaat. Dus hij begon steeds meer te overtuigen en wij deden steeds meer alsof we helemaal niets begrepen van wat hij zei. Na een tijdje zag hij er kennelijk geen heil meer in, want hij stopte ermee, en haalde uit zijn zak toen voor ons ….. snoepjes. Die kregen we toen maar, zoals je kinderen zoethoudt. Dat was wel erg leuk.
Zo is er elke dag wel iets. Onze Duitse Manfred loopt heel erg hard, wij noemen hem de ‘vliegende Duitser’ (aangezien ik nou in de bergen niet echt een vliegende Hollander ben is dit wel een mooi alternatief). Hij loopt heel hard, maar vervolgens rust hij heel lang, dus dan halen wij hem weer in en zit hij heerlijk rustig aan de kant van de weg te schrijven.
Tot Ribadeo lopen we nog langs de kust, daarna gaan we het binnenland in voor het laatste stuk. Het begint alweer op te schieten.