De baas in de herberg heette Leclerc en was volgens eigen zeggen van origine Nederlander. ”Ja“, zei Marianne, ”u heeft de blauwe ogen van mijn vader“ en de man smolt ter plekke. Hij liep met ons mee om een goed restaurant aan te wijzen en we kregen zelfs de sleutel mee, zodat we later dan tien uur terug mochten komen. Nou, we hebben voortreffelijk gegeten en we waren liederlijk laat terug, pas om half twaalf. We wilden vanmorgen vroeg weg, maar door allerlei ditjes en datjes was het toch al negen uur toen we de stad uitliepen. Ik zei: ”Ik ga eerst nog even geld pinnen, want ik weet niet wanneer we weer iets tegenkomen“. Jawel, dat kun je makkelijk zeggen, maar hoe ik ook zocht, ik kon nergens mijn bankpasje meer vinden. Die heb ik naar alle waarschijnlijkheid gisteren in de pinautomaat laten zitten. Jullie snappen dat ik me het apelazerus schrok. Gauw een sms-je naar Geer dat ze het pasje moest laten blokkeren. Die belde al meteen terug om te vragen of ik nu zonder geld zit de rest van de tocht, want de creditcard ligt thuis. Gelukkig vond ik in mijn portemonnee nog de giropas van Gery’s rekening en hoe het kan weet ik ook niet, want ik gebruik dat ding nooit, maar ik wist mijn pincode!! Gery heeft toen meteen mijn pasje laten blokkeren, dus gelukkig is alles opgelost, maar de schrik schiet je wel even goed in de benen natuurlijk. ‘Alles loslaten’ is dan wel de kreet, maar als je je pasje dus loslaat, wordt het erg moeilijk. Deze pelgrim eindigde dus bijna in de goot, bedelend om een stukje brood en een glas water. Maar, om een beetje in stijl te blijven: ik ben nu op weg op kosten van mijn eigen barmhartige Samaritaanse. Zo zie je, het komt wel weer goed!
We hadden vandaag harde tegenwind en dat valt echt niet mee met een rugzak op je rug. Je bent net een zeilboot en wordt alle kanten opgeblazen. Bovendien liepen we een stukje verkeerd (uiteraard!!) en Marianne houdt niet van teruglopen, dus hebben we de weg gevraagd aan een voorbijganger. De man is vervolgens wel 5 km met ons mee gelopen om ons de weg te wijzen. Aardige mensen hier! Aardige mensen en een prachtige omgeving. We hebben vanwege het feit dat we een beetje verdwaald waren, een heel eind langs de Route National gelopen en dat is nooit zo prettig, want de Spanjaarden gebruiken die als racebaan en je moet dus heel goed opletten, maar we hadden af en toe hele mooie uitzichten op zee. Het is hier echt heel erg mooi! Nu zitten we knusjes in een hotel in Muros de Nalon. De plaats zelf ligt een beetje het binnenland in, maar vanuit de plaats loopt een klein weggetje naar de kust en aan het einde van dat weggetje staat ons hotel. Vlak aan zee dus. Het kan slechter!
Manfred heeft uitgerekend dat het nog maar ongeveer 300 km is tot Santiago. Dat vervult ons met zorg………
2 gedachten over “Pasje weg”
Reacties zijn gesloten.
Hallo Marianne en Theo,
Gelukkig is dat met de pas opgelost. Wordt maar weer eens filosofisch over wat je echt nodig hebt en toch los kunt/moet laten. Misschien zijn we toch verwend. Nou heb ik makkelijk praten met een supertje en flappentap op 2 minuten afstand. Nog 300 km: dat schiet toch al lekker op!!! Als je rekent hoe lang de tocht is, is dat een peulenschil. Zet hem op!! Succes, sterkte, geluk, goede voeten, etc.etc. Liefs voor Marianne (dat is zo ‘t gebruik en gemeend), groeten en knuffels voor de hele pelgrimfamilie.
Nog 300 km….jeetje, dat gaat razendsnel! Ik lees elke dag trouw het dagverslag om een beetje bij te blijven, want met een paarduizend km in de voeten wil je bij thuiskomst vast nog wel eens een paar details vergeten! Blij dat alles, uitgezonderingen daargelaten, goed gaat!
Liefs Pauline en Koen (Koen mist je vandaag erg, zei hij).