29,9 km – 41.428 stappen / totaal 2675,34 km – 3.842.795 stappen
Gisteravond hebben we met zijn twaalven rijkelijk van de spaghetti zitten eten en daarna zijn de mannen naar de bar gegaan. En wie zat daar weer op het terras? Juist ja, vriend David. Het is gewoon komisch.
Vanmorgen was ik er weer om half zes uit (jawel, half zes!!), dus na het ontbijt, dat nog minder is dan in Frankrijk, ging ik weer op stap. Er was een schitterende zonsopgang boven de Meseta, geweldig gewoon.
De meseta is een hoogvlakte van tientallen kilometers, er groeit heel zelden een boom, alleen maar graan en er zijn hopen stenen overal. Daar tussenin zijn dan hele diepe dalen, waarin de dorpen liggen. Het is heel groots en indrukwekkend door zijn eenzaamheid. Het lijkt misschien saai, maar ik vind het groots. Je kunt je gewoon niet voorstellen dat je echt helemaal niets ziet, zelfs geen kerktoren of zo. De dorpen liggen heel ver uit elkaar en er is geen water, dus je moet zorgen dat je voldoende bij je hebt. Je loopt en loopt en ziet geen teken van menselijk leven, tot je ineens een bordje ziet met de naam van een dorp dat er over een halve kilometer schijnt te zijn, maar waarvan je echt nog niets ziet. En dan zo’n 200 meter voor het dorp, ga je ineens heel steil naar beneden en ligt het dorp aan je voeten. Ik vind het heel bijzonder.
Ik ben een stukje omgelopen, want ik wilde langs Fuente de Sambol. Dat is een plaatsje dat bewoond wordt door hippies, zoals wij die in de jaren zestig noemden. Een stel alternatievelingen dus, die daar een refugio hebben ingericht en er is ook een camping. Nou moet je je daar niet te veel van voorstellen, want er is zelfs geen toilet. Het enige dat ze hebben, is water uit de bron. Verder is er een muur met alternatieve beschilderingen en een koepel, waar je hele goede koffie krijgt. Ik vond het erg leuk.
Tijdens het laatste stuk kwam ik langs de ruïne van een klooster, San Anton, waar de weg doorheen loopt. Ter hoogte van de poort zie je dan rechts 2 nissen, waar de monniken vroeger wijn en brood neerzetten voor de pelgrims. Boze tongen beweren dat ze de wijn zelf opdronken en er dan water voor in de plaats zetten, maar ze verzorgden daar wel de pelgrims die leden aan het St. Anthonisvuur. Iemand die weet wat voor ziekte dat is? Ik niet, maar je kon er misvormd van raken.
Jullie zien, er is elke dag wel iets te beleven. Leuke, maar ook minder leuke dingen, want ik ben het kettinkje dat ik van Geer gekregen heb, helaas kwijtgeraakt. Het was gebroken en ik had het dus in mijn broekzak gestopt, maar nu is het er niet meer. Jammer, want ik was er wel een beetje aan gehecht. Dat is dus nu onthechten geblazen.
Nu ben ik in een hotel in Castrojeriz, ik heb gedoucht en de badkamer hangt alweer vol met mijn was. In het hotel zelf heb ik geen bereik, daarvoor moet ik naar buiten. Dat is wel komisch, want buiten zit een heel stel oude vrouwen, zoals je dat vaak in dorpen ziet en die hebben mij nauwkeurig uitgeduid waar ik moet zijn om wel bereik te hebben. Dus nu zit ik op een bankje bij de bron, terwijl de dames in volle aandacht mijn koeterwaals aan zitten te horen.
Ik zal eens in het medisch woordenboek kijken of daar het St. Antonisvuur in voorkomt.
Als ik dit allemaal zo lees, krijg ik de indruk dat het hier niet zo hectisch is als de eerste dagen in Spanje en dat je het hier ook weer meer naar de zin hebt.
Wij hebben alle verhuizingen achter de rug en hebben nu weer tijd voor andere dingen, zoals bijvoorbeeld een dagje lopen. Op dit moment is de temperatuur daar ook weer geschikter voor geworden. Wanneer kom je bij die berg stenen?
Ik heb het al: St. Anthonisvuur wordt ook wel de pest genoemd en dat is beter bekend.
Groetjes
Een zoektocht op internet leverde het volgende op:
St. Antoniusvuur is de middeleeuwse naam voor ergotisme. Dat is een ziekte die wordt veroorzaakt door het eten van met moederkoorn geïnfecteerd graan.
Moederkoorn of moederkoren (Claviceps purpurea) is een schimmel uit de klasse Zakjeszwammen (Ascomycetes), die op de aren van granen als rogge en tarwe groeit, echter zelden op gerst, haver of grassen. De naam is afgeleid van het gebruik door vroedvrouwen van deze schimmel om weeën op gang te brengen. Door het gebruik van ontsmet zaaizaad komt de aantasting bijna niet meer voor behalve bij de ecologische landbouw waar geen ontsmet zaaizaad mag worden gebruikt. Moederkoorn produceert giftige alkaloiden, zoals ergotamine, die kunnen leiden tot darmkrampen, doorbloedingsproblemen, waardoor vingers en tenen afsterven, en hallucinaties. Voor een volwassen persoon kan 5–10 gram moederkoorn dodelijk zijn. LSD is een stof die uitgaande van moederkoornalkaloiden kan worden gesynthetiseerd.
Ergotamine werd tot voor kort wel gebruikt bij migraine, deze toepassing is tegenwoordig eigenlijk obsoleet (verouderd). Het enige toepassingsgebied in de huidige geneeskunde is bij bloedverlies na de bevalling, om de baarmoeder samen te laten trekken.
Vooral in de Middeleeuwen kwamen vaak vergiftigingen voor met besmet meel die soms epidemische proporties aannamen, leidend tot uitroeiing van hele dorpen of steden. De alkaloiden leiden tot ergotisme, ook wel Anthoniusvuur, brandende ziekte of kriebelziekte genoemd. Hoewel in 1676 een verband werd gevonden tussen de schimmel en de kwalijke effecten, heeft het laatst bekende geval zich in 1951 voorgedaan in Pont Saint-Esprit in Frankrijk met 300 slachtoffers.
Waarschijnlijk is een aantal heksenvervolgingen te wijten aan de hallucinatoire werking van de aan LSD verwante stoffen in moederkoorn. In 1692 leidden de vreemde beweringen van een aantal vrouwen tot de heksenprocessen van Salem (Verenigde Staten). Het geconstateerde ‘heksengedrag’ is wellicht toe te schrijven aan vergiftiging met moederkoorn.
Een ander verhaal wil dat ze ontstaan door de aanraking van een geest, de roggemoeder, die in het koren leeft en de aren aanraakt.