Ik wilde vandaag stoppen in Azinhaga, zoals ik me gisteren voorgenomen had, maar alles liep een beetje anders. Ik begon uiteraard weer met lopen, lopen, lopen, lopen! Marnix belde en dat was even gezellig ouwehoeren en lachen. Daarna was ik ineens de gele pijlen kwijt en dacht: “Ik ga er ook niet meer naar zoeken, ik ga gewoon over de weg naar Azinhaga”. Met behulp van de GSM de koers bepaald en in de hete zon langs de weg gelopen. Toen fluisterde de verleiding mij in: “Als er een auto stopt en de bestuurder vraagt of je mee wilt rijden, moet je dat meteen doen!” En zie, na vijf minuten stopt er een auto met een jong stel. Niet om te vragen of ik mee wilde rijden, maar de vrouw had een of ander insect in haar beha gekregen en manlief moest die eruit vissen. Toen ze mij zagen en mijn schelp op de rugzak, zei de vrouw: “O, bent u onderweg naar mij? Ik woon op de camino en zie elke dag pelgrims voorbijkomen.” Zij wonen vlak boven Porto, waren op vakantie in de Algarve, maar op de terugweg naar huis, omdat het veel te heet is in de Algarve. Ze gingen weer lekker zwemmen in water van 16 graden. Kijk, dan heb je meteen onderwerpen van gesprek natuurlijk: de hitte en de camino, wat wil je nog meer? Ik vroeg of ze geen zin had om dan zelf eens de camino te lopen, maar ze was twee keer met de auto in Santiago geweest en dat was genoeg. Aardige mensen en toen ze hoorden dat ik tot Azinhaga wilde lopen, werd ik spontaan in de auto gehesen en brachten ze me wel even, ze waren toch voor hun plezier aan het rondrijden. Dus zoefde ik 7 km over de weg tot Azinhaga, daar hebben ze me bij een café afgezet. Ja, Sint Jacob schudde zijn wijze hoofd en liet het me wel even fijntjes voelen: ik liet namelijk mijn petje bij hen in de auto liggen.
Maar het wordt nog gekker. In het café kreeg ik het adres en telefoonnummer van een hotel, maar toen ik daar voor de deur stond, was er niemand te bekennen. Ook op mijn telefoontje kwam geen antwoord, dus ben ik weer terug naar het café gegaan. Een andere mogelijkheid om te overnachten was er niet, dus toen heb ik een taxi gebeld en me nog eens 7 km laten vervoeren naar Golega. Zo kon het gebeuren dat ik 18 km liep en 32 km ben opgeschoten. “Ach”, zei de taxichauffeur, “ik heb elke dag wel een pelgrim in de auto, dus niets om je voor te schamen”. Dat heb ik ook niet gedaan, maar wat Jacob ervan dacht? Ik wist het niet, maar kwam tot de ontdekking dat er wel hotels zijn hier, maar niet één onder de prijs van € 100 per nacht. In één hotel vroegen ze zelfs € 130 per nacht. Dat is dus in een gat als dit duurder dan in Lissabon!! Dat komt omdat het hier wemelt van hele dure paardenfokkerijen, waar dus ook hele rijke mensen op af komen. Ik vond dat toch een beetje al te gortig en nu heb ik voor een veel redelijker prijs een appartement op een mooie camping: een kamer, slaapkamer en badkamer. Dus je ziet, Jacob heeft me de niet gelopen kilometers ruimschoots vergeven. Sterker nog, hij deed ook nog een wondertje als toegift. In het hele dorp zijn de winkels dicht, behalve één winkeltje. In dat winkeltje kun je alles kopen dat niet eetbaar is, voor de Barendrechters onder ons: een soort ‘Anna Tas’, en laat ik nou net in dat ene winkeltje een nieuwe pet kunnen kopen!! Het is weliswaar eigenlijk een damespet, maar dat zie je niet in de wandeling.
Hier in Golega heb ik de kerk bekeken. De kerken zijn hier vrij kaal, niet de Spaanse overdaad, maar in het koor zijn allemaal prachtige tegelplateau’s van blauwe tegeltjes, met allerlei voorstellingen. Erg mooi!
3 gedachten over “Lopen en ….. rijden”
Reacties zijn gesloten.
Zo zie je maar weer, zelfs een pelgrim mag wel eens een meevallertje hebben. Goed gedaan, hoor.
Hoe is het nu met je voet?
Groetjes
Ik denk dat Sint Jacob aan je zussen heeft gedacht!
Dat kan je eigenlijk niet maken, Theo, in een auto stappen en dan op zo’n manier de weg 7 km vervolgen………..
Maar ja, ik zou het ook doen, hoor, bij zulke warmte!
Succes verder!