De Pool op onze kamer heeft inderdaad verschrikkelijk gesnurkt, niet normaal gewoon. Tot overmaat van ramp ging een van de Koreanen toen ook nog in zijn slaap liggen praten. Ik zag de een na de ander met zijn kussen onder zijn arm uit de kamer verdwijnen en uiteindelijk heb ik ook mijn matras en deken gepakt en ben op de gang gaan slapen. Nou was dat ook geen onverdeeld genoegen, want bij elke beweging ging het licht aan. De anderen hadden een bank veroverd in de zitkamer, maar ook daar ging het licht aan bij elke beweging. Kortom, de enige twee die voortreffelijk geslapen hebben, zijn de Pool zelf en de Koreaan.
Om zes uur was ik daarom al uit bed en voor zevenen al op weg. Eerst zijn we naar het dorp gelopen om de sleutel weer weg te brengen, toen naar de bar om te ontbijten. Die was nog dicht, dus dan maar gaan wandelen. De eerste 4 km gingen over de asfaltweg, dus dat liep gemakkelijk.
Maar toen werden we door de gele pijlen de bergen in gejaagd en dat stuk was ontzettend zwaar. Drie uur lang over rollende stenen en rotsblokken en dan ook nog klimmen van 600 naar 1100 meter, ik geef het je te doen. Het was nog niet zo zwaar als in de Pyreneeën, maar het kwam er wel dichtbij. Gelukkig werden we boven op de berg beloond met een wondermooi uitzicht.
Daarna ging het naar beneden tot we gelukkig een bar vonden. Toen we binnenkwamen kreeg iedereen een viltstift en een Jakobsschelp. Op de Jakobsschelp moest je je naam en de datum zetten. De barman hing die vervolgens op. De hele bar hangt dus propvol met Jakobsschelpen met namen en data, ze zitten zelfs tegen het plafond. Erg leuk, alleen de Fransen vroegen zich natuurlijk meteen af wie alle inhoud opgegeten had.
Het was een mooie route, alleen werd het wel erg warm. In Vilar de Barrio hebben we iets gegeten. Ik had geen zin om daar te stoppen, dan zit je weer een hele middag te niksen, want er is niets te zien daar. Dus ben ik maar weer verder gekuierd tot Xunqueira de Ambia. Eerst kwam ik terecht in de albergue, daar was nog een bed voor mij. Toen ik ging betalen, heb ik gevraagd of er ergens een hotel was, want ik wil niet het risico lopen vannacht weer uit de slaap gehouden te worden. Er was geen hotel, maar wel een Bed & Breakfast. Die heeft ze gebeld en die zijn me na een half uurtje op komen halen, dus ik hoefde niet eens meer te lopen.
Om half acht ga ik eerst naar de mis en de Bed & Breakfast zit naast het restaurant waar alle pelgrims vanavond eten, dus ik zit niet alleen, maar… ik slaap vannacht wel alleen!!
Het begint al erg op te schieten. Ik heb het uitgerekend, morgen ga ik tot Ourense en daar blijf ik een dag en als alles goed gaat, sta ik over precies een week weer op het plein voor de kathedraal in Santiago de Compostela. Gery begint al aanstalten te maken, zij wil met de auto komen en er drie dagen over doen en dan kunnen we daarna op ons gemak samen de terugreis doen en missschien een paar dagen ergens blijven als we iets leuks tegenkomen.
Op die manier kan ik vast weer een beetje aan het ‘gewone’ leven wennen.
Hoi Theo,
Ik heb eens even gekeken waar dat Vilar de Barrio nu precies ligt. Bij het ontbreken van kaartjes is Google Maps een goede hulp.
Je hebt er al een aardig stuk op zitten. Hier gaat een geoefend wandelaar, dat kun je wel stellen.
Veel succes in je laatste week onderweg naar Santiago. Doe voorzichtig en vermijd riskante klimpartijen.
En ik wens je een goede nachtrust. Lijkt me niet onbelangrijk, zelfs niet voor een geoefend wandelaar…
Wat een pech heb je als je zo’n snurker als kamergenoot krijgt. Heel wijs om een ander onderkomen voor de volgende nacht te nemen! Doe wel voorzichtig bij dat klimmen en klauteren om hogerop te komen want je weet: “as je val dan leggie!”