Onderweg kom ik nu weer regelmatig pelgrims tegen. Vannacht waren er twee Duitse dames in de refugio, die vanmorgen om half zeven alweer vertrokken, het was nog amper licht. Ik ben om half negen opgestapt en vanmiddag passeerde ik dezelfde dames die zo vroeg vertrokken waren. Je ziet dus dat iedereen een eigen tempo heeft. Het geldt nog steeds: ieder zijn eigen camino!
De route ging veel op en neer, dat kost wel veel inspanning, maar de route was wel erg mooi. Onderweg passeerde ik wel een stuk of vier, vijf bronnen en dat is fijn, want dan kun je iedere keer fris, koel water tappen. Het water uit zo’n bron is erg lekker. Ik wilde in het klooster slapen, waar ik de vorige keer ook geslapen heb, maar dat is wel een flinke tippel. Om een uur of vier kwam ik in het dorp Cenarruza aan, maar dan is het nog wel 7 km naar het klooster toe. Aangezien ik er al zevenentwintig onder de zolen had, leek me dat toch nog wel erg ver, dus toen ik iemand met een glas water op een terras zag zitten, dacht ik: “Ik ga vragen of ik hier een taxi kan bellen voor het laatste stuk”. Zo bedacht, zo gedaan, waarop de man meteen zei: “O, geen punt, ik breng je wel even”. Toen ik zei dat dat echt niet nodig was, zei hij: “Nee, ik breng je, want ik vind het wel leuk om weer eens Engels te praten”. Wat zijn mensen toch ontzettend aardig en vriendelijk. Dus ik stapte in een grote fourwheeldrive, waarin het een ongelofelijke bende was en waarin ook al een grote herdershond zat. De man vertelde toen dat hij drie herdershonden heeft en dat hij fulltime schaapherder is over ongeveer honderdvijftig schapen. Hij heeft in Amerika gewoond, vandaar zijn Engels. Toen we er waren, vroeg ik uiteraard of ik hem een pilsje mocht aanbieden, maar dat sloeg hij af. En vervolgens vertelde hij dat hij in het verleden vaak te veel gedronken had. Toen hij een keer aangehouden werd, had hij hele lelijke dingen gezegd tegen de politieagent met het gevolg dat hij voor de rechter moest verschijnen. “Nou”, zei hij, “ik heb toen de rechter beloofd dat ik geen druppel meer zou drinken en dat heb ik dus ook niet gedaan, ik drink alleen water”. Prachtig, hè, zo’n verhaal. Zulke verhalen liggen langs de route eigenlijk voor het oprapen, iedereen heeft zijn eigen verhaal. Sommige zijn leuk, sommige zijn mooi, sommige zijn triest, maar ieder heeft zijn verhaal. Het mooie is, dat mensen hun verhaal ook willen vertellen.
Uiteindelijk zit ik nu niet in het klooster, want daar was geen plaats meer, maar in een perfect hotel ernaast. Ik heb een salon, een slaapkamer, douche, etc. en dat alles voor € 45. En ik kan hier ook eten, dus deze pelgrim is weer onder de pannen.