25,17 km – 35.966 stappen / totaal 1608,05 km – 2.317.105 stappen
Het contact is toch gelukt. Vanmorgen ben ik vroeg weg gegaan in mijn schoongewassen kleren, die niet alleen schoon zijn, maar ook schoon ruiken, heerlijk. Ik wilde onderweg naar Le Sauvage gaan, een boerderij waar je allemaal natuurproducten kunt eten en kopen, zodat ik Jinze kon vertellen hoe biologisch het hier allemaal toegaat. Dat was 4 km om, maar daar maal ik niet om op zo’n grote afstand. Goed, ik kwam er, er was wel een gebouw, maar verder was er ook helemaal niets, echt totaal niets. Alleen een fonteintje waar je een slok water kon drinken. Dus onverrichterzake weer terug naar de route. Daar kwam ik het Franse echtpaar weer tegen, dat er ook hevig over liep te mopperen. Gezamenlijk besloten we toen bij de kapel van St. Rochus iets te gaan drinken. Leuk plan, maar ook daar was helemaal niets, dus dat was al twee keer niets. Toen had ik zo de pest in dat ik regelrecht ben doorgelopen naar St. Alban.
Het was een mooie route vandaag met mooie uitzichten en niet zo’n ‘benenbreker’. St. Alban ligt wel op 1400 meter hoogte, maar de weg erheen is niet zo steil. In St. Alban bracht Jacobus me eerst in verzoeking door langs de kant van de weg een bord te plaatsen van een hotel met zwembad. Dat klinkt heel erg aangenaam als je het warm hebt, maar moedig weerstond ik de verleiding en sprak mezelf streng toe: “Nee Theo, dat doe je niet, je gaat gewoon op zoek naar een camping!” Inmiddels was het half twee toen ik op de camping aankwam en dit keer ontvangen werd door een chagrijnige man. Ik vroeg of ik nog wat kon eten, maar dat kon niet, hij had niks meer te eten, ik kon een pilsje krijgen en dat was het. Nou, dan maar een pilsje. Terwijl ik die zat op te drinken, riep een vrouw van boven: “Als die meneer wat pates wil hebben, kan ik dat wel even maken, hoor!” Dus de man weer chagrijnig: “Wil je dat?” Ik: “Ja graag, als het kan”. En een paar minuten later zat ik achter een dampend bord spaghetti, met boeuf bourguignon, een halve meloen, brood en twee kaasjes. Dus ik zeg tegen die mevrouw: “U bent een engel en te goed voor deze wereld.” Zij antwoordt: “Ja, dat klopt, want ik ben met deze man getrouwd en ik heet Gabriëlle!” Zulke dingen maken mijn hele dag weer goed. Enfin, na het eten ga ik de camping op en wat is het eerste dat ik zie? Een groot zwembad!! Jullie zien, Jacobus zorgt voor hem, die de verleidingen kan weerstaan.
Dus nu zwem ik af en toe een baantje en lig verder op mijn luchtbedje in de zon, die weer verschenen is na een onweersbui. Ik zie er niet uit, want sommige delen van mijn lichaam zien spierwit en andere zijn donkerbruin, dus die witte stukken ben ik nu aan het bijkleuren. Ja, het leven van een pelgrim is soms echt wel uit te houden.
Overigens is het vanaf Le Puy nu net alsof je langs de autoroute rijdt: overal bordjes met reclame voor overnachtingen en aanbiedingen voor pelgrims, overal bordjes met schelpen en je bent overal welkom. Arij, je vroeg of er vijftig pelgrims tegelijk uit Le Puy vertrokken en ik kan je vertellen dat het een rustige dag was! En gezien de vele overnachtingsmogelijkheden hier schrikken ze ook niet terug van vijfhonderd per dag. Wat betreft je grap over de Hellingman-bus: In de gîte waarin ik vannacht geslapen heb, hing een reclamebriefje van een man, die met een busje je bagage en/of jezelf overal op de route brengt, waar je maar heen wilt. Je ziet, ook hier heeft de commercie toegeslagen. Verder staan er ook overal bordjes met daarop het aantal kilometers dat je nog van St. Jacques de Compostela verwijderd bent. Ik heb nog 1475 km te gaan. Ik zit niet echt op al die bordjes te wachten, maar nou ja, het hoort erbij en dit is het enige waarmee men hier wat kan verdienen.
Het weer hier in de Aubrac schijnt erg wisselvallig te zijn. Gabriëlle vertelde, dat ze eind mei twee Australiërs had, die gezeten bij de open haard naar buiten naar de sneeuw zaten te kijken. Die rolden zowat van hun stoel, want ze hadden nog nooit sneeuw gezien en een open haard kenden ze alleen buiten. Dat je binnen ook zo’n ding kon hebben, daar hadden ze nooit bij stil gestaan. Ik stop, want ik moet hoognodig weer even een koele duik nemen en dan verder zonnen.
Theo, je begint met steeds meer vertedering over het katholicisme te spreken, maar gedenk wat vader altijd zei: ”Pas op, voordat je het weet zetten ze je weer op de brandstapel”.
Hallo,
Wat een belevenissen. Bij het lezen van het commentaar van Suzan en Ton dacht ik even: “Zouden we dat ook eens gaan proberen?” Ik denk dat Leen vraagt of ik ziek ben of helemaal niets zegt en me alleen maar aan zal kijken. Ik denk niet dat het wat wordt met hem, want hij heeft zijn stok al in de koffer gedaan voor onze vakantie a.s. zondag.
Het lijkt me echt een hele belevenis om dat allemaal mee te maken, maar dat lopen hè… dat is wat minder.
Al die verschillende mensen ontmoeten. Dan zie je dat de wereld zo rot nog niet is en dat er gelukkig nog heel veel vriendelijke en goede mensen zijn.
Om met die mevrouw te spreken.. natuurlijk haal je het!
Welja, de zegen houdt niet op, een bisschoppelijke zegen en wat gebeurt? Een zwembad voor meneer. Wat komt dan ook nog? Een wasvrouw en vervolgens ontmoet de pelgrim een engel.
Maar toch, wat een moed nog 1400 en zoveel kilometer te gaan. Ja Theo, je bent een ware pelgrim die alle zegen van Sint Jacob verdient en natuurlijk haal je het. Denk wel om het open plekje aan je voet, dat is toch wel bedreigend want met je voeten moet je het doen. Succes.
Ha Theo
Het heeft wel wat, hè, het katholieke. Het zijn mijn wortels, dus ik begrijp dat wel. Het heeft zeker een zekere charme.
Ik volg je nog steeds op de voet en iedere keer met meer bewondering. Alleen nog even zeuren: let goed op je voet, want open plekjes daarop genezen niet heel goed, zeker niet als ze de hele dag zwaar belast worden. Geloof me maar!!
Gisteren met mijn broer over jou gehad en die ziet dat ook helemaal zitten, maar dan op de fiets. Ook van hem veel bewondering en succes toegewenst.
Heel veel groeten en wandelplezier.