Vanmorgen was het prachtig weer en zo warm, dat ik met mijn jas open heb gelopen. Op een gegeven moment loopt de route langs een fietspad en komt er een man met een grote baard naast me fietsen, die vraagt: “Ha, bent u onderweg?” Als ik vraag wat hij bedoelt, zegt hij: “Naar Santiago natuurlijk”. Hij vertelt, dat hij zelf al drie keer naar Santiago is gelopen, maar nu de volgende keer op de fiets gaat en dan daarmee het kankercentrum in ’s-Hertogenbosch wil sponsoren. Voor hij weer op de fiets stapt, belooft hij me te bellen, voordat ik vertrek, om me Gods zegen toe te wensen.
Een eindje verder kom ik een oude man tegen, die ook al vraagt of ik al ‘onderweg’ ben. Die heeft al vier keer het Pieterpad gelopen, is naar Santiago geweest, maar na een hartaanval “kan het natuurlijk niet meer”, zegt hij spijtig. Ook van hem krijg ik Gods zegen, dus met die zegen zit het wel goed, of liever gezegd loopt het goed, want het lopen gaat goed en wat belangrijker is…. mijn enkel houdt zich tot nu toe ook goed. Als het zo blijft, durf ik het wel aan.
Het is trouwens opvallend dat zo’n tocht naar Santiago hier veel meer leeft dan in bijvoorbeeld Zaandam. Ik ging even koffiedrinken en appeltaart eten in een bezoekerscentrum en de man achter de balie wilde ook alles erover weten. “Ik loop wel elk jaar de Kennedytocht, maar ja, dat is maar een dag en een nacht en ik zou wel eens wat meer willen”, zei hij.
Vanmiddag heb ik de zon niet meer gezien, maar het is hier mooi, ik liep lekker en om half vier kwam ik al bij mijn gastvrouw voor vanavond in Nistelrode aan, die mij opwachtte met koffie en een Brabantse peperkoek. Het was vandaag niet zo’n lange tocht, 18 km en om dat goed te maken, ben ik na de koffie nog maar even tandpasta, sigaren en een washand gaan kopen, 3 km heen en 3 km terug. De tandpasta en de sigaren heb ik en ik heb er meteen maar gegeten, maar de washand heb ik nog niet. Maar wat zou dat? Ik vind het tot nu toe genieten!!!!