Goed, de vaste burcht waarin ik vannacht mocht schuilen, bleek te worden beheerd door twee kapitaalkrachtige homo’s, die naar de zin van het leven zoeken bovenop de berg. Heel aardige mannen trouwens en zeer katholiek. Dus met recht het rijke, roomse leven. Het kerkje hebben ze al helemaal gerestaureerd en dit bevat nu glas-in-lood ramen, die komen uit het klooster waar ik vorige nacht geslapen heb.
Vanmorgen ben ik weer fris op pad gegaan en tot Villefranche heb ik in de heuvels gelopen. Dat was om een uur of twaalf, dus daar heb ik eten ingeslagen en toen ben ik verder langs het Canal de Midi gelopen en dat is gewoon vlak, dus dat loopt lekker. Het enige nadeel is, dat het er vandaag wemelde van de fietsers, want Frankrijk heeft vrij, het is bevrijdingsdag hier. Dat ze fietsen is niet erg, maar er is geen Fransman die een bel op zijn fiets heeft zitten, dus ze komen uit alle hoeken en gaten en flitsen je links en rechts voorbij met een noodgang. Halverwege stopt er naast mij ineens een auto met een mevrouw achter het stuur (Ja, weer een vrouw, ik kan het ook niet helpen). Ze stapt uit, komt naar me toelopen en zegt: ”Het spijt me, ik kan u helaas niet meenemen en ik ben ook bang dat u dat toch niet wilt, maar ik moet u even een hand geven, want ik vind het zo leuk dat u dit doet“. Vervolgens vertrok ze weer. Leuk, hè? Verder lopen in deze omgeving heel weinig mensen, op deze route lopen trouwens toch veel minder mensen dan vanuit Le Puy.
Na zo’n 30 km kuieren bij een temperatuurtje van 15–20 graden (en droog, wat bij jullie weer niet het geval was, ha, ha) besloot ik te stoppen in Baziege. Maar ja, vanwege de bevrijdingsdag is alles dicht, er is geen winkel open, maar ook geen restaurant of hotel. Dus dat werd weer aankloppen bij de kerk en gastvrij werd ik binnen gehaald. Ik slaap nu op een matras op de grond in de keuken van de kerk. Komisch is wel, dat midden tussen de volle en lege wijnflessen een crucifix staat. Ik vreesde even dat dit het symbool was dat ik het vanavond alleen met geestelijk voedsel moet doen, want dan komen we niet ver. Maar nee, ik eet vanavond samen met de curé en diens huishoudster, dus dat zit wel goed.
Terjé is al door Toulouse heen, maar sms-te dat hij het niet meer zag zitten. Hij is verkouden en zijn schoenen zijn kapot, dus hij ligt in bed. Volgens mij komt dat gewoon omdat het eerste stuk van de route erg zwaar was met veel te grote afstanden per dag. Vooral omdat je net begint met lopen, vergt dat gewoon heel veel van je. Zo beschouwd is het dus maar goed dat ik een zere voet had, waardoor ik gedwongen werd wat rust te nemen en de afstanden in te korten. Het zou me trouwens niet verbazen als hij gewoon wacht tot ik weer in de buurt ben. Morgen hoop ik in Toulouse aan te komen. Een kleine pelgrim in de grote wereldse stad dus, weer eens iets anders dan in een klooster.
2 gedachten over “Eten met de curé”
Reacties zijn gesloten.
Tja, ik heet ook Theo en ik volg de verrichtingen van mijn naamgenoot ‘op de voet’. Ik wil ook nog wel eens ooit zoiets gaan doen, maar of de droom ooit uitkomt blijft voorlopig de vraag. Over voeten gesproken, ik lees vandaag dat de zere voet verleden tijd is. ”…dat ik een zere voet had” lees ik en dat lijkt een goed voorteken.
Deze Theo haalt het, hoor, de moed zit er weer in, hij gaat weer ‘fris’ op pad en hij loopt weer in op de concurrentie.
Veel sterkte en wel op het rechte pad blijven, hoor!
Groetjes uit Brabant
Ja, dat viel mij ook op, dat in de verleden tijd spreken over je voet. Is het echt waar dat het beter gaat??
Wat dat betreft ben ik net zo achterdochtig als onze moeder, hoor!
Voorzichtig met al die vrouwen die je aanspreken, want het wordt wat veel, vind je niet??
Groetjes en loop ze maar wel voorzichtig.
Je zus