Vanmorgen begon ik na tien minuten al met een flinke klim en daarna was het afdalen geblazen van 1100 meter hoogte naar het stuwmeer op 100 meter hoogte. Dat was weer zoiets wonderlijks: Ik liep letterlijk de bergen uit. Tot aan het stuwmeer was het een echt berglandschap, daarna veranderde het landschap als bij toverslag. Het was totaal anders: ik liep plotseling door de heuvels, veel groener en ik kon kilometers ver kijken. Als ik achterom keek, zag ik de berg met alle windmolens, waar ik vandaan kwam. Het was wonderbaarlijk mooi.
Ik kwam langs een boerderij, die gebouwd is op de fundamenten van een Middeleeuws hospitaal. Naast die boerderij stond een heel klein kapelletje uit die tijd. Dat was heel erg goed onderhouden, er stond zelfs een kaars in te branden. Het was gewoon aandoenlijk mooi.
Een eindje verder komt er opeens een klein busje aan met een Belgisch kenteken en zeven vrouwen erin. Dus ik zei op zijn Nederlands goeiemorgen en er brak een luid gejubel los. Dat was wel erg grappig. De chauffeuse vertelde dat een kennis van haar (”wel een Waal, hoor”, zei de Vlaamse alsof het om een ander soort ging) naar Santiago was gelopen,en dat ze die in Santiago had ingehaald. Daar was ze zo enthousiast over geworden en had daar zo enthousiast over verteld, dat ze nu met vriendinnen de route aan het rijden was. Dat was dus even gezellig om mee te praten en toen we afscheid namen, riepen ze me na: “Doe de groeten aan onze Jaap, hè”, waarmee ze St. Jacques bleken te bedoelen. Dat zijn toch leuke dingen?
Het weer is nog steeds schitterend, overdag zo’n 25 graden, maar ’s nachts is het al behoorlijk koud. De bossen beginnen hier al een herfstkleur te krijgen.
Ik had in Grandas kunnen stoppen, maar heb besloten nog 6 km door te lopen naar Castro. Daar vond ik alle pelgrims op de stoep van de herberg zitten. Jason was er, het meisje dat ik een eindje meegenomen heb ook (die was weer een stuk met de bus gegaan) en verder waren er weer alle nationaliteiten: Spaans, Duits, Amerikaans, Zwitsers, Fins, Nederlands. Het leuke is dat je onderweg goeie vrienden maakt, maar niet gebonden bent. Soms loop je een eindje met elkaar op, maar dan ga je ieder weer je eigen weg of je loopt weer met een ander op. Alles is goed, je hebt geen enkele keer het idee, als je een poosje met iemand loopt, dat je de volgende dag dan weer met dezelfde persoon moet lopen of met elkaar moet vertrekken of zo. Iedereen gaat zijn eigen weg en ergens ontmoet je elkaar dan weer. Een van de Duitse dames heeft ook de GR 10 gelopen dwars door de Pyreneeën van St Jean Pied de Port naar Hendaye. Zij vond het ook heel erg zwaar en meer bergbeklimmen dan wandelen. Dus daar konden we samen even lekker moeilijk over doen.
Maar goed, we hebben zo’n anderhalf uur op de stoep gezeten voor we naar binnen mochten en waarom dat was, weet niemand. Het is hier een privé herberg en niet goed georganiseerd dus. Bovendien staan er veel te veel bedden bovenop elkaar, dus je loopt elkaar steeds in de weg. Kosten € 13 en voor je nu denkt dat je voor dat geld niets mag verwachten, meld ik even dat de herbergen in Galicië, de regio waar we morgen in komen, van de staat zijn en vaak gratis.
Maar alla, het voordeel hier is wel dat we vanavond kunnen eten en morgenochtend een ontbijt kunnen krijgen, dus ik zal niet zeuren.
Morgen is er de eerste 20 km helemaal niets, geen barretje of zo, totaal niets, dus het is wel handig als je dan tenminste hebt ontbeten. Waar je onderweg nooit gebrek aan hebt, is water. Dat komt zo uit de berg stromen en is het lekkerste water dat ik ooit geproefd heb: heel helder en heerlijk fris, zonder ijskoud te zijn. Waar vind je dat nog?
2 gedachten over “De groeten aan onze Jaap”
Reacties zijn gesloten.
Weet je, Theo, ik denk dat ik dat meisje wel begrijpen kan. Misschien zou ik het ook wel zo doen, want weet je, ze kan ook zeggen: “Ik kap er mee” en dan ziet ze niets en nu nog wat tenminste. Ik weet dat het slap is als ik jouw verhalen lees, maar niet alle mensen zijn eender, zei vader altijd, toch?
Tot morgen maar weer, hè. Groetjes
Hoi Theo, wat was dit een mooie route. Je vertelt er zo mooi over dat je het bijna voor je ziet. Maar ik weet wel dat de werkelijkheid nog mooier is. Echt genieten, Theo. En dat doe je. Over het lopen in de bergen, dat best zwaar is, dat begrijpen we, vertel je niet veel. Maar wat je ziet! Daar horen we des te meer over. Bedankt.
En een goede reis weer morgen.