Vanmorgen was het fris en nat. Niet van de regen, maar van de mist. ik liep zogezegd met mijn hoofd in de wolken. In de loop van de dag trok de mist wel op, maar de wolken bleven, dus ik heb geen zon gezien. Het begint nu ook weer flink te klimmen en te dalen. De route is verder eenzaam, er is onderweg niets aan dorpen of iets dergelijks. Zelfs geen barretje waar je even kunt stoppen om koffie te drinken. Er zijn wel overal bronnen waar je water kunt tappen, dus drinken kan ik genoeg. Als je nergens kunt stoppen, haal je ook geen mensen in of halen zij jou in, zodat ik vandaag niemand heb gezien. Gery vraagt steeds of ik dat niet erg vervelend vind, maar eerlijk gezegd vind ik het niet erg. Ik loop lekker overdag en ’s avonds ben ik toch weer onder de mensen.
Van al dat geklim en gedaal ga je flink zweten, dus je drinkt veel en vanmiddag had ik het lekker warm, ondanks de bewolkte lucht. Om drie uur was ik in een hotelletje in Salas en dat is weer een echt dorp met alles erop en eraan. Overmorgen hoop ik in Borres te komen en daar schijnt helemaal niets te zijn, alleen één refugio waar je zelf voor eten moet zorgen. Dus daar zal ik ongetwijfeld andere pelgrims ontmoeten, want ze zijn er wel….ergens….. Dan is het uit met de luxe hotels en afgelopen met het luxe leventje.
Vanaf Bores zijn er dan twee alternatieven van de Camino Primitivo: ik kan hoog over de bergkam of lager. Dus dan moet ik een keuze maken. Ik weet nog niet wat ik ga doen, ik kijk eerst even hoe het de komende dagen bevalt, maar in principe voel ik het meest voor de hoge route. Ik ben hier tenslotte maar één keer. We zullen zien!!