Het was een heel erg mooie dag. Het weer was prachtig, vanmorgen zo’n 18 graden en vanmiddag 24 graden. Heerlijk weer om te wandelen dus. En dat heb ik 24 km lang gedaan. Onderweg viel de drukte eigenlijk best mee. Het eerste stuk liep ik zelfs helemaal alleen. Daarna waren er wel meer mensen, maar het was niet echt heel erg druk. Onderweg heb ik drie charmante dames ontmoet uit St. Franciso en San Diego. Die hebben mij koekjes gegeven, want ze hadden veel te veel koekjes gekocht en dat was te zwaar.
Ja, op deze camino ontmoet je wel weer veel mensen van allerlei soort en dat is ook wel weer erg leuk.
Onderweg kwam ik langs een meneer en die had een tafeltje buiten staan met sinaasappels en bananen. Daar mocht je zoveel van nemen als je wilde. Er stond een persje bij, zodat je de sinaasappelen kon uitpersen en een glas vers sap maken. Wat het kostte? “Je geeft maar wat je kunt missen”. Geweldig toch? En het mooiste is dat hij in plaats van een stempel een mooie tekening maakte in mijn credencial. Het duurde een kwartiertje, maar nu heb ik de mooiste credencial van de camino!
Al valt onderweg de drukte wel mee, in de refugio’s is het gigantisch druk. Al mijn volgelingen die me zo graag in een refugio zien slapen in plaats van in een parador, kunnen nu tevreden zijn. Ik lig in de refugio van Cacabelos. De refugio is om de kerk heen gebouwd. Het zijn allemaal hokjes van niet meer dan een meter of twee in het vierkant. In die hokjes staan twee stapelbedden en omdat het zo druk is, ligt er tussen die twee stapelbedden nog een matras. Ik moet zuinig zijn met mijn mobiel, want iedereen wil uiteraard opladen en ik kom er gewoon niet tussen. Zo zie je maar weer: elk voordeel heeft zijn nadeel en omgekeerd.