….. en hoe ver

Dit was de allerzwaarste dag tot nu toe. Het was echt afzien. Niet dat-ie slecht begon, integendeel. Gisteravond heb ik echt het traditionele Franse voedsel op: soep vooraf met een scheut crème de cassis erin en daarin sop je dan je brood, vervolgens een omelet met pietepeuterig kleine champignonnetjes erin, die door madame zelf in het bos gezocht worden, echt overheerlijk, een aantal forse kazen en een yoghurt toe. En zo was het ook met het ontbijt vanmorgen: een grote kom koffie met hompen brood erin. Er was ook boter en confiture en toen ik later dus een stuk brood smeerde en er confiture opdeed, zei madame: “O ja, zo doen ze het in andere streken”. Met de belofte een kaartje te sturen als ik in Santiago ben en beslist terug te komen samen met Gery, ging ik vervolgens welgemoed op pad.

Maar die moed is me vandaag echt wel een paar keer in de schoenen gezakt en ik heb grote schoenen. Het was 32 graden en een bere-eind en onderweg was er letterlijk niets, geen restaurantje, geen barretje, zelfs geen bakker. Ik kreeg water van een meneer die in de tuin zat, anders had ik zelfs dat niet gehad. Toen ik op een bankje in de schaduw ging eten en mijn worst aansneed, sneed ik in mijn duim, bloeden als een rund natuurlijk. Dus ik heb die duim fraai verpakt met de spullen uit mijn EHBO-doosje en op dat moment kwamen de vijf pelgrims langs, waarmee ik een paar dagen geleden gegeten heb. Die waren uiteraard vol bewondering voor mijn verbonden duim en dat was even gezellig. Ik heb hen onderweg nog een paar keer ontmoet. Verder liep ik door eindeloze bossen en steil omhoog en er kwam een moment dat ik dacht: “Dit haal ik nooit”. Op dat moment stuurde Jacobus een echtpaar langs, dat vroeg of ik met hen mee wilde lopen een stukje, want zij wonen aan de route. Dat heb ik dankbaar aangenomen en ik kreeg er koffie, heb het gastenboek gelezen en getekend uiteraard. Daar knapte ik weer van op. Toen ik verder ging, gaf mevrouw mij haar eigen stok mee, want zonder stok was het geen doen volgens haar. Dus nu heb ik weer een staf zogezegd.
En dankbaar dat ik voor die stok geweest ben, want die was heel erg handig. Daarmee kun je beter je evenwicht bewaren, want niet alleen dat het erg steil is, de weg bestaat ook uit rolkeien, dus voor je het weet, lig je ondersteboven. Met een zware rugzak is het moeilijk je evenwicht te bewaren. Zo ben ik drie keer naar meer dan 1000 meter hoog gestegen en ook weer afgedaald. Om uiteindelijk in Retournac te komen, moest ik aan het einde van de dag ook nog weer eens 700 meter stijgen. Ik heb gelopen van acht uur vanmorgen tot zes uur vanavond en dat in deze hitte.

Maar….ik ben er gekomen, zit nu in een hotel met kamer, diner en ontbijt. Dus ik hoef de deur niet meer uit vanavond. Op de kamer is het niet zo warm, ik heb heerlijk gedoucht en nu ben ik weer lekker opgeknapt.

Ik hoop over twee dagen in Le Puy aan te komen en dan neem ik weer eens een dagje rust, dat heb ik dan wel weer verdiend.
Ja mensen, het begint op een echte pelgrimstocht te lijken……ultreia! Dat betekent, voor wie het niet weet: ‘Tot het einde’!

4 gedachten over “….. en hoe ver”

  1. De moed zonk jou even in de schoenen, maar de bewondering stijgt ons nog steeds ver boven het hoofd.
    Ultreia
    Het ga je goed

  2. Theo,
    Wij waren vandaag blij verrast door jouw kaart uit Frankrijk. Dat je tijdens je overlevingstocht nog aan ons gedacht had…. Dit betekende voor ons veel meer dan zo maar een vakantiekaartje.
    Met een mengsel van bewondering en jaloezie volgen wij jouw reis.
    Hou vol en ook voor ons mag je een kaarsje branden in Santiago.

  3. We zijn vol bewondering voor je doorzettingsvermogen.
    Maar ook voor het thuisfront, want het is toch maar niets zonder man en vader en dan ook nog een hernia. Als Gery naar München moet is het helemaal een ramp. En dan in de hitte de tuin doen, alle lof Geer. En Theo, het is nu toch wel heel moeilijk geworden. Als ik die hoogteverschillen zie, wordt het mij koud om het hart, nou is dat wel lekker in de hitte, maar toch. Alle hulde voor jullie alledrie.
    Sterkte

  4. Theo,
    Het is voor ons laaglanders uit het noorden altijd weer even schrikken om vast te stellen hoe eindeloos groot Frankrijk kan zijn. Het gaat er daar dan nog eens flink op en neer en in de zomer is het er echt wel warmer dan bij ons.
    Nu wij zelf al vijf dagen temperaturen van boven de 25° meemaken, beweren wij Belgen dat wij ‘officiëel’ een hittegolf beleven en in die omstandigheden doen we niet veel meer dan een of twee biertjes drinken op een terrasje en als we daar niet te moe van geworden zijn nemen we nog een derde, en zo verder.
    Ik wil maar zeggen: de kilometers die je morgen kan doen mag je vandaag gerust laten liggen. Wat je zeker niet moet doen is je laten opjagen door je bewonderaars aan de computer, die iedere dag zoals ik met een potloodje jouw vorderingen aanstrepen op hun Michelinkaart. Doe maar rustig aan. Je ziet, ik begin al meer en meer om je te geven. Er zijn nog genoeg dagen om in Santiago te komen.
    En nog maar eens zeggen: het is de reis die telt, niet de aankomst.
    Groetjes

Reacties zijn gesloten.