Een rustig dagje

Het was een rustig dagje vandaag. Bij vertrek had ik geen flauw idee waar ik zou gaan overnachten en van mijn gidsje werd ik niet veel wijzer. Volgens mijn gidsje was de eerstvolgende mogelijkheid namelijk Bergerac, 40 km verder en dat leek me toch wel erg ver. In voorgaande jaren werd ik daar dan wel wat zenuwachtig van, maar nu dacht ik: “Ik ga gewoon lopen, er komt wel wat”. En ziedaar, ik kwam Jacques tegen, de Fransman die nu in zijn eentje doorgaat naar Bergerac. Jacques heeft alle gidsen bij zich die er maar te bedenken zijn, een hele bibliotheek aan boeken en ook een lijst met chambres d’ hôtes en dus werd er gebeld naar zijn logeeradres en ik kon daar ook terecht. Zo zie je maar, Jacques zorgt voor me. Het is maar 17 km naar Villamblard, mijn logeeradres, dus ik ben rustig doorgekuierd en was al om twee uur vanmiddag op mijn bestemming. Net op tijd, want mevrouw stond op het punt te gaan klaverjassen en zei blij: “O, bent u er? Dan kunt u mooi Jacques ontvangen, anders staat hij voor een dichte deur”. Nog snel werd me de kamer gewezen, maar toen moest ze echt weg. Dus ik had de beschikking over het hele huis, een tuin met tuinstoelen en een koelkast met drank. Het enige nadeel was dat ik de deur niet uit kon om een internetcafé op te zoeken, maar alla, dat komt dan nog wel. Op mijn kamer hangt een bordje dat ik niet zelf mag wassen, want dat doet mevrouw voor het bedrag van € 4. Ik hoopte wel dat ze op tijd terug zou zijn of een droger had, anders zou mijn wasje niet droog zijn. Je ziet, ‘des pelgrims zorgen zijn vele’, maar met een goede sigaar in het hoofd en een lekker maal in het vooruitzicht zijn die zorgen wel te dragen.
Mevrouw is 75 jaar, dus heeft geen zin meer om hele maaltijden te koken. Daarom heeft ze een afspraak gemaakt met het restaurant in het dorp, dat we daar eten kunnen halen. Vandaag was het restaurant wel dicht, maar we konden het toch gewoon gaan halen. Dus toen Jacques was gearriveerd en het etenstijd was, togen wij naar het betreffende restaurant. Het meisje dat op de stoep zat te spelen meldde vriendelijk dat het restaurant dicht was, maar toen wij uitlegden hoe het in elkaar zat, ging ze haar moeder roepen. Die deed de deur op een kier en zei: “Ja, dat klopt, ga maar op het bankje zitten, over vijf minuten is het klaar” Dus wij zaten op het bankje voor een dicht restaurant te wachten: vijf minuten, tien minuten, een kwartier, twintig minuten…. Toen ik nog maar een keer ging vragen, was het net klaar en konden we binnenkomen. En daar stond een blad op ons te wachten van zowat een vierkante meter met een grote hoeveelheid schalen en schaaltjes, gewoon geweldig. En zo liepen wij dwars door het dorp met een enorm blad tussen ons in. Een avontuur op zich.
Onze gastvrouw heet Kiers, niet echt een Franse naam en ik vroeg dus hoe ik dit uit moest spreken. Ze vertelde dat ze oorspronkelijk uit Duinkerken komt en zei: “Je moet dus Kiers zeggen, en niet Ki-èrs, zoals die Fransen doen”.