Auteursarchief: pelgrimtheo
NS wandeling A’dam – Koog-Zaandijk
[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/w-nholland-amsterdam-cs-koog-zaandijk-cs.gpx”]
Camino de Levante
Twee maanden zijn alweer voorbij gevlogen sinds ik op 5 juni weer thuis kwam. Maar de herinneringen aan de Camino de Levante zijn nog heel levend. Misschien komt dat ook omdat ik deze twee maanden bijna elke dag bezig ben geweest met mijn film, want dat was een heel karwei. Eerst heb ik alle niet ter zake doende beelden moeten wissen en daarna moest er een geheel van gemaakt worden. Bijna de hele tocht beleef je dan opnieuw: alle ontmoetingen en de schitterende landschappen.
Elke keer weer verwacht ik dat ik het nu wel gewend ben, maar het tegendeel is waar. Elke tocht is weer nieuw en ik kan daar heel erg van genieten.
De Camino de Levante, die vanaf Valencia naar Zamora gaat, is een reis door de eenzaamheid. Dikwijls wandel je hele dagen alleen, met slechts bij vertrek en bij aankomst een dorp of stad. Maar vooral in het voorjaar is de natuur soms adembenemend mooi. Heel veel bloemen overal en bloeiende bomen. En van tijd tot tijd heel mooie historische steden. Niet alleen grote steden zoals Toledo, Avila, Zamora zijn heel mooi om te bezoeken, maar het zijn toch vooral ook de kleine stadjes en dorpen waar je in het echte Spanje ontzettend aardige en behulpzame mensen ontmoet.
Na Zamora wordt het ineens drukker op de Via de la Plata, maar echt druk wordt het pas op de Camino Frances na Astorga. Daar zag ik binnen tien minuten meer peldrims dan in de vijf voorafgaande weken. Dat is even schrikken en ik had er een paar dagen spijt van dat ik deze route genomen had, maar ook dat heeft weer zijn goede kanten. Bovendien kon ik vergelijken met de eerste camino die ik liep in 2006.
Van dat alles heb ik dus een video gemaakt. Als je Everytrail aanklikt (Camino de Levante) in de linkerkolom, dan krijg je een kaartje te zien van Spanje met daarop mijn route ingetekend. Bij inzoomen zie je zelfs waar ik verkeerd gelopen ben. Automatisch gaat er een filmpje draaien en kun je dus zien wat er gebeurde vanaf Valencia. Bij elk puntje op de route hoort een filmpje. Nu zijn de kaartjes nogal klein, maar diezelfde filmpjes staan ook op You Tube en daar kun je ze op schermgrootte zien. Zoek op “Theo den Otter”. Klik dan op ‘Kanaal’. Onderaan staan dan de diverse afspeellijsten.
Alleen zie je dan natuurlijk geen kaart daarbij.
Ik hoop dat jullie een indruk krijgen van de reis waar ikzelf zoveel plezier aan heb beleefd.
Iedereen heel erg bedankt voor de reacties op alle mogelijke manieren. Ik heb het heel erg op prijs gesteld dat zoveel mensen geïnteresseerd waren.
Que te vaya bien y hasta la vista!
Saludos
Theo
Cap Fisterra
De laatste dag
Vanmorgen heb ik zowaar een filosofische les uitgedeeld. Ik had een praatje met een Duits meisje en zei dat het jammer genoeg de laatste dag was. “Nee, hoor”, zei ze, “ik loop door naar Muxia en dan loop ik weer terug naar Santiago”. Ik zei wijs: “Luister naar me, dat moet je niet doen, je moet in het leven niet terug willen lopen. Dat kan niet. Accepteer dat Fisterra het einde van de camino is. Ik vind het ook niet leuk, maar het is gewoon zo. Als je dan per se terug wilt lopen, moet je helemaal terug naar huis lopen”. Dat vond ze toch wat ver.
Waarschijnlijk denkt ze nu: “Wat een ouwe zeikerd”, maar misschien zegt ze over twintig jaar: “Ik heb op de camino eens een ouwe man ontmoet en die zei………. ik vond het toen onzin, maar hij had gelijk”.
De laatste dag van de camino was een heel mooie dag. Het was stralend mooi weer en een genot om de laatste 32 km te lopen. Er zijn nu weer behoorlijk veel pelgrims onderweg naar Fisterra. Ik verbaas me nog steeds over het grote aantal albergues dat erbij gekomen is. Ik denk dat het aantal wel vervijfvoudigd is.
Ik heb nu twee keer de Camino Frances gelopen en ik denk niet dat ik het nog een derde keer doe, maar het stuk van Santiago naar Fisterra blijft een prachtige route.
Ik heb trouwens de hele camino gemakkelijk gelopen. Vorige keren had ik steeds een open plekje op mijn voet, maar dit keer zijn de voetjes heel gebleven, ondanks het feit dat ik soms per dag lange afstanden heb gelopen. Maar ik ben er nu op bedacht. Zodra het rood gaat zien, gaat er een algenpleister op en dat werkt prima.
Ik was van plan om vandaag meteen door te lopen naar de kaap en dan pas Margrit en haar zus te bellen, maar dat is niet gelukt. Er bereikten mij voortdurend sms-jes waar ik zat en dat zij op me zaten te wachten. Dan kun je toch niet zeggen: “Ik loop eerst door?” Ik kreeg uitleg dat zij in een blauw restaurant zaten aan het begin van het strand. Nou, hoe ik ook zocht, geen blauw restaurant te vinden. Toen ik belde zei Margrit: “Nee, het ligt niet aan het strand, maar aan de weg”. Goed, ik wandelde naar de weg en liep en liep…tot ik in Fisterra kwam en nog steeds geen blauw restaurant. Dus maar weer bellen. “O, dan ben je er voorbij gelopen”. Ik wist zeker dat dat niet zo was en toen bleek dat er tussen het strand en de weg nog een zandweggetje liep en dat daar het restaurant was. Nou ja, toen ben ik maar in het hotel gegaan en kwamen de dames me daar verwelkomen.
Begrijp me goed, ik vind het hartstikke leuk om ze weer te ontmoeten, maar ik ben dus nu al geen baas meer over mijn eigen tijd en moet gaan overleggen wanneer we naar de kaap zullen lopen. Geer zegt dat ik nu vast kan wennen aan het gewone leven. Nou, ik vind het maar niks. Maar ja, mijn eigen wijze les maar in praktijk brengen: zo is het nu eenmaal!
Theo de held
Vandaag weer 37 km gelopen en nog ben ik het lopen niet zat. Ik vertrok vanmorgen om half acht met mooi weer. Frisjes, maar droog. Aan het eind van de morgen kwamen er steeds meer wolken en viel er een spatje regen. Later ging het miezeren en was het weer poncho aan en poncho uit.
Toen ik door een dorpje kwam, stonden er aan de kant van de weg twee vrouwen van een jaar of dertig duidelijk te wachten. Ik dacht nog: “Waar wachten die nou op?’” Nou, dat bleek dus op mij te zijn. Toen ik dichterbij was, zag ik dat er midden op de weg twee hele grote honden lagen. De dames durfden er niet voorbij. Kijk, toen stond de ware held natuurlijk voor ze klaar. “Kom maar mee”. Dus ik liep voorop met mijn stok in de aanslag om de dames zo nodig te vuur en te zwaard te verdedigen. De dames liepen bijna op mijn hielen. Het was eigenlijk een beetje jammer dat de vijanden geen enkele poging deden om aan te vallen. Ze verroerden hun kop zelfs niet en er ging zegge en schrijve één lodderig oog open. Maar goed, dat deed aan de dankbaarheid van de dames geen afbreuk. Ik werd uitbundig bedankt en liep als een ware held met mijn neus in de lucht verder. Dat had ik beter niet kunnen doen. Elk stukje van de camino geeft zo zijn levenslessen, want omdat ik met mijn neus in de lucht liep, miste ik de afslag. Dus ik liep en liep. Omdat er geen zijweg kwam, wist ik niet eens dat ik verkeerd liep. Ik zag wel geen pijlen, maar ja, als ervaren pelgrim miste ik die zelfs niet eens. Ik dacht op den duur wel: “Hé, de wind kwam steeds van achteren en nu komt hij van voren”, maar ook die wenk begreep ik niet en liep vrolijk verder, steeds hoger de berg op. Ik zag ook geen andere pelgrims meer, maar er kwam eindelijk wel een zijweg. Daar stond ook geen pijl, maar moedig schreed ik nog een eindje voorwaarts. En zie, daar verscheen weer een pijl. Het vervelende was alleen dat deze pijl de kant op wees waar ik net vandaan was gekomen. Ja, toen zat er niets anders meer op dan deemoedig het hoofd te buigen en terug te lopen. Dat was dus 4 km extra.

Je ziet hier weer overal de horreos, vroeger gebruikt voor graan- en maisopslag, maar nu worden ze volgens mij niet meer gebruikt. Er zijn echt hele mooie, versierde exemplaren bij. Het is typisch iets voor deze streek.
Om half vijf was ik in Olveireo. Ik was vast van plan om nog één keer in een albergue te gaan slapen. Er was er altijd maar één hier. Nu waren er drie bijgekomen en zijn er dus vier, maar allemaal vol, er kon geen kip meer bij. Dus uiteindelijk moest ik toch uitwijken naar het hotel en daar was nog precies één kamer vrij.
Het geeft allemaal een spijtig gevoel: voor de allerlaatste keer mijn wasje doen, voor de allerlaatste keer mijn batterijen opladen en denken: “Eigenlijk hoeft dit al niet meer”.
Morgen is mijn allerlaatste caminodag. Aan alles komt een eind en ik heb weer een geweldige tijd gehad, dus ik heb niets te mopperen. Ik ben ook weer blij om naar huis te gaan, maar toch…….
Toegift
Ik ben aan de toegift begonnen, nog even drie dagen lopen naar Fisterra. Het is nu heel rustig op de route. Ik denk dat Spanjaarden dit over het algemeen laten zitten, want die zie ik nu bijna niet meer. Het was vandaag goed weer. Het was droog en meestal was er zon. Het is wel fris, maar lekker om te wandelen. Bijna iedere wandelaar is na het slechte weer verkouden en loopt te snotteren. Ik ben ook maar mee gaan doen.
Er was veel water in de waterval bij Ponte de Maceira, meestal is er veel minder water. Het hotel dat er staat was weer leeg. Er heeft al van alles in gezeten, maar kennelijk lukt het niet. Geen wonder, want niemand stopt daar al. Het is en blijft wel een schilderachtig plekje.
Ik was om één uur vanmiddag al in Negreira, waar ik ‘altijd’ slaap (sprak hij arrogant), maar ik kom tot de ontdekking dat ik te vroeg ben gestopt. Vroeger was hier de enige mogelijkheid tot overnachting, maar in die zeven jaar zijn er heel veel albergues bij gekomen en ik zag nu dat er 10 km verderop ook één was. Dat had ik beter kunnen doen, want morgen is het een heel eind, herinner ik me. Maar ja, nu is het te laat.
Ik heb natuurlijk zin om weer naar huis te gaan en thuis te zijn, maar ik heb het ook nog steeds geweldig naar mijn zin hier. Overigens zal ik thuis veel moeten zonnebaden in de tuin, want ik heb wel een hele bruine kop en bruine armen en onderbenen, maar de rest is nog melkflessen-wit. Het moet nu wel snel mooi weer worden daar, want ik kom er bijna aan!
Ik ben er!
Gisteravond heb ik met vier Zweden een heel gezellige avond gehad. We hebben ontzettend gelachen. Zij hebben de humor, die ons ligt. Ze kunnen ook zichzelf in de maling nemen.
Vanmorgen dreigde het te gaan regenen, ik voelde al een paar spatjes. Maar gelukkig heeft de regen niet doorgezet en is het de hele dag droog gebleven. Geen zon en grijze luchten, erg fris, maar geen regen.
Ik heb gelopen en bij elke stap kwam Santiago dichterbij. Om kwart voor tien was ik bij Lavacolla, de plaats waar de pelgrims zich vroeger moesten wassen voor ze de stad in kwamen om het ergste vuil eraf te spoelen. Om elf uur liep ik langs de startbaan van het vliegveld. Toen ben ik eerst maar iets gaan eten om het eind van de camino nog even uit te stellen.
Maar ja, hoe je ook treuzelt, het moet er toch van komen.
Om half vier liep ik het plein van de kathedraal op en…… ging de zon schijnen. Ik kwam nu voor de zesde keer aan en was ervan overtuigd dat het me niets meer zo doen. Dat kan een mens wel denken, maar op de een of andere manier is het toch weer een bijzonder moment. Ik ben heel blij dat ik het weer gehaald heb…..en…..ik vind het weer jammer dat het nu (bijna) afgelopen is.
Het was niet druk. Op het pelgrimskantoor waren maar vier mensen voor mij. Nu heb ik dus mijn zesde credencial binnen!
Ik heb een prachtige tocht gemaakt en het weer geweldig naar mijn zin gehad. Het is toch iedere keer weer anders. Niet alleen wat de natuur betreft, maar ook de rest. Ik heb nu veel minder mensen gezien, maar als ik terugdenk aan die ontmoetingen waren die allemaal leuk en mooi. Toen ik Santiago binnenliep hoorde ik ineens een luid gebrul. Dat was de Italiaanse Belg, die ook vandaag aangekomen is. Zo zie je elkaar dan toch weer terug.
Vandaag blijf ik verder in Santiago, ik heb een prima hotel gevonden met gratis internet, dus ik kan de terugreis boeken. Morgenochtend vertrek ik dan alweer richting Fisterra. Margrit en haar zus zijn daar zondag en Margrit heeft al een hotel voor me besproken daar. Ik hoop dus zondagmiddag in Fisterra aan te komen. Maandag ga ik dan met de bus terug naar Santiago en daar blijf ik dan nog een dag. Als er nog plaats is, kom ik dan woensdag met het vliegtuig thuis en kan ik weer aan de afwas!






