2013: Camino de Levante

Op naar de volgende camino

Vanmorgen heb ik uitermate hartelijk afscheid genomen van mijn Zwitserse en Amerikaanse vriendin. Er is een tijd van komen en van gaan en ik ben blij weer aan de wandel te zijn. Ik loop nu een stukje de Via de la Plata. Ik ben een eindje opgelopen met een Engels echtpaar uit Londen. Zij doen de Via de la Plata in drie jaar en zijn nu aan het tweede stuk bezig. Alles is door hen goed georganiseerd, want zij laten door een reisbureau van tevoren alle overnachtingen boeken. Dan heb je natuurlijk wel de zekerheid dat je overal een slaapplaats hebt en hoef je niet in een sportcentrum in de gymzaal te overnachten. Aan de andere kant ben je dan ook verplicht om elke dag op de gereserveerde plaats te zijn. Je kunt niet afwijken.

Ik wandel hier weer over hele lange wegen, van heinde en ver zie je alles en iedereen aankomen. Ik zag onderweg in de verte een fourwheel drive jeep aankomen en toen deze dichterbij kwam, zag ik dat daar een hele mooie dame in zat. Ze stopte bij elke pelgrim, dus ook bij mij en gaf iedereen een kaartje met het adres van een casa rural, waar je kunt overnachten. Dat leek me wel wat, dus toen ik om één uur in Montemarte aankwam, ben ik daarnaar op zoek gegaan. Dat valt niet mee, want Montemarte is een dorp, waar soms straatnamen staan, maar meestal niet. Ik had wel een adres, maar waar dat nu precies was? Gelukkig reed er een bakker in het rond en kon ik het aan hem vragen. Hij heeft me keurig de weg gewezen en zo stond ik al gauw voor de deur van de casa. Alleen..die was wel dicht en er was verder helemaal niemand te zien, ook de mooie dame natuurlijk niet meer. Op het kaartje dat ik gekregen had, stond een telefoonnummer, dus dat heb ik toen maar gebeld.
De dame die de sleutel had, werkte in de plaatselijke supermarkt, dus daar moest ik maar even naar toe komen. Eerlijk gezegd had ik in het hele dorp helemaal nergens een supermarkt gezien. Dat bleek ook te kloppen, want de supermarkt bevond zich in een doodgewoon huis. Je moet gewoon aanbellen, dan wordt de deur opengedaan en kom je in een mini-mini-mini supermarktje terecht. De mevrouw had de sleutel en liep met me mee naar de casa. Dus in die tijd kan er helaas geen klant komen. Heerlijk land.
Ik zit nu in mijn eentje in een casa rural met een zitkamer, eetkamer, drie slaapkamers, keuken, badkamer en grote binnenplaats middenin het dorp voor € 20. Betalen met een pasje kan hier niet, dus ik moest contant betalen en bleek daarna nog € 5 in mijn portemonnee te hebben. Voor de zekerheid heb ik maar een fles water en een rol kaakjes gekocht met de gedachte dat ik zelfs in Spanje voor € 5 geen maaltijd kan krijgen. “De pelgrim moet het vandaag dus met een schamel maal doen”, dacht ik zorgelijk. Als troost ben ik toen maar heerlijk op mijn binnenplaats in de zon gaan zitten en heb daar de siësta doorgebracht, althans, ik zat even en ineens was het een stuk later.

Uitgerust en weer goed wakker loop ik het dorp in en wat zie ik daar? Een bus, waarop de naam van een bank staat. Ik grijp meteen mijn kans en loop naar de bus, want wie weet? De bus blijkt echt een rijdende bank te zijn. Aan de buitenkant zit een klep en daar zit ook een echte pinautomaat in. Dat is toch vindingrijk. Ik heb weer geld om te eten, dus dat schamele maal stel ik maar weer uit tot een andere keer.

Wij hebben een gezegde: “Het is niet alle dagen feest”. In Spanje hebben ze dat niet, want ook hier in het dorp is het feest. Compleet met kermis. Om de feestvreugde te verhogen klinken er een paar keer per uur hele harde knallen. Waarom het feest is? Vanwaar die knallen? Ik heb geen idee, maar ik vrees het ergste vannacht. Ik heb wel eens meer zo’n Spaans feest vlak voor de deur gehad en dat duurde heel erg lang en er was heel veel geluid. Het zou me niet verbazen als ik, wanneer ik morgenochtend om half acht mijn ontbijt ga nuttigen in de plaatselijke bar, nog hier en daar een feestganger door het dorp zie dwalen.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 2 reacties

Wat moet je eigenlijk met een vrije dag?

parador-zamora-1-web parador-zamora-2-web

Gisteravond was er geen enkel restaurant open, tenminste niet die we hadden bedacht. Alleen…… de parador. Ik dacht dat die een eind buiten de stad was, maar toen Margrit zei dat die 50 meter van de albergue was, dacht ik: “Dat is niet voor niets, dat moet betekenen dat wij daar nu heen moeten!” Margrit zei nog dat we daar niet heen konden in ons T-shirt en op onze crocs, maar ik vond dat een waarlijk goed restaurant daar niet op mocht letten en dus hebben we daar als grootvorsten gezeten en er heerlijk gegeten.
Het is ook nooit goed. Heb ik een vrije dag, vind ik er eigenlijk niets aan. Ik heb de kerk bekeken en het kasteel en verder de dag in ledigheid doorgebracht. Het was gelukkig mooi weer, maar je kunt toch ook niet acht uur op een terras gaan zitten. Ik ben zelfs vanmiddag uit verveling met Margrit boodschappen gaan doen, kun je nagaan. Tussen de middag heb ik met Guy de Vlaming gegeten. Die kwam ook ineens weer opdagen en slaapt vannacht in de albergue. Morgen gaat hij met de bus naar Irun. Daar ontmoet hij een paar vrienden en dan gaan ze een stuk van de Camino del Norte lopen.
Ik heb besloten niet de route over Portugal te nemen, maar noordwaarts te trekken. Morgen wandel ik naar Montamarte. Daarna ga ik verder naar Granja de Moreruela en daar ga ik verder naar het noorden tot Astorga. Dan ben ik weer op de Camino Frances, die ik de allereerste keer gelopen heb. Dat is een drukke route, maar als er al veel pelgrims zijn, kan ik er ook nog wel bij, denk ik zo. Eén meer of minder merk je niet.
Dit wordt dus een camino met grote verschillen: de eerste helft was de stilste camino, de tweede helft is de drukste camino.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 2 reacties

Eindpunt van de Camino de Levante

Om kwart over zeven vertrok ik vandaag. Zonder koffie, want in het hotel was alles nog dicht. Ik hoopte in de stad nog een bar te vinden die open was, maar die hoop was vergeefs, alles was nog dicht.
Dus geen koffie, maar wel was ik getuige van een schitterende zonsopgang. Toro is gebouwd op hoge, rode rotsen en vanmorgen scheen daar de zon op. Een adembenemend gezicht.
Dus mijn dag was weer goed, al was de wandeling lang. Waarschijnlijk liep ik vandaag voor het laatst zonder ook maar een enkele pelgrim, lopend of fietsend, te zien. Na vandaag zal het wel weer drukker worden. Ik liep verder door het dal van de Douro en pas tegen twaalven kwam ik in een plaats waar ik koffie kon drinken en wat kon eten. Toen moest ik nog 15 km lopen.
Het was warm vandaag, minstens 25 graden. Lekker, hoor!
Om vier uur was ik aan de rand van Zamora. Op de brug heb ik een poosje stil gestaan, want het was toch wel een bijzonder moment: einde van de Camino de Levante. Het was eigenlijk best een zware tocht. Niet zozeer omdat de wegen lastig waren, maar per dag moet je grote afstanden afleggen en het vinden van een slaapgelegenheid is ook een heel gedoe. En het is een eenzame route. Ik heb daar zelf niet veel last van gehad, maar als je voor het eerst een camino gaat lopen, is deze route niet geschikt. Ik zou het niet doen tenminste.
Maar enfin, de laatste 37,5 km heb ik vandaag gelopen en het gidsje gaat nu dicht. Mijn gidsje is van 2009 en eigenlijk te oud. Inmiddels is er weer heel veel veranderd.

Zamora-webde albergue in Zamora

Even achteruit kijken en dan weer vooruit naar wat de rest van de tocht zal brengen. Het begin is al fantastisch, want in de albergue van Zamora stonden Margrit en haar Amerikaanse vriendin mij met open armen op te wachten.

Theo-met-Margrit-web

Het is ontzettend leuk Margrit weer te zien. De Amerikaanse vriendin vertelde dat ze al veel over mij gehoord had en Margrit zei meteen tegen haar: “Zie je wel dat hij een veel te zware rugzak heeft?” Dat was de vorige tocht het eeuwige strijdpunt tussen haar en mij. Zij vond dat ik veel te veel meesjouwde en ik zei dat ik dat allemaal nodig had. Ze had het heel leuk gevonden dat er steeds mensen in de albergue waren gekomen die mijn groeten overbrachten. O ja, ik moet Gery mededelen dat zij mij er erg gezond uit vindt zien, dus dat het goed met me gaat. Bij deze!

Ik heb samen met haar Spaanse opvolgster de mooiste kamer in de albergue en, als ik het tegen niemand zeg, mag ik bij hoge uitzondering twee nachten blijven. Dat doe ik natuurlijk, veel te leuk om elkaar weer te zien. Wat de drukte betreft: er slapen hier vannacht elf mensen en zij vinden dat rustig! Voor mij is het dus druk, druk, druk.
Morgen ga ik me onder andere bezighouden met de rest van mijn route. Ik kan de route nemen die ik al gelopen heb, maar er is ook nog een andere route: La Hiniesta. Dat is de Via Portigues van de Via de la Plata, die ik vorige keer heb gelopen. Ik ga dan nu eerst naar het westen door het bovenste stukje van Portugal en dan naar Ourense. Ik heb daar geen gids van, dus ik ga me morgen oriënteren om te zien of dit haalbaar is en of ik het wil. Ik moet zeker weten dat er overnachtingsplaatsen zijn. Margrit kwam al met een boekje aandragen erover.
Maar welke weg ik ook neem, het is allemaal leuk en het zal wel weer heel anders zijn dan de Camino de Levante. Ik ben erg blij dat ik deze heb gelopen. Eerst morgen van een vrije dag genieten en het zal vanavond vast wel gezellig worden!

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 4 reacties

Verdwalen op het grote pad

gele-pijl-web

Mijn enige excuus is dat het nog vroeg was. Om half zes ben ik al opgestaan, even over zes was ik in de bar van het hotel voor het ontbijt en om kwart over zes stapte ik welgemoed de deur uit. Op het centrale plein zag ik al gauw een schildje met de Jacobsschelp en een gele pijl, dus dat ging uitstekend. Heel uitstekend, want ik kwam steeds weer de gele pijl tegen, dus mijn gidsje was niet nodig. Dacht ik… Op een gegeven ogenblik zie ik staan: spoorwegstation. Hè????? Dat ligt toch helemaal niet op mijn route???? Even het gidsje erbij gepakt en wat zie ik? Ik loop totaal de verkeerde kant op, maar ook echt de heel verkeerde kant. Dan kom ik tot de ontdekking dat ik niet op de camino de Levante loop, maar nu ineens bezig ben met de Camino sur-est. Die loopt van Allicante naar Santiago en beide camino’s kruisen elkaar. Ik ben dus nu echt een afgedwaald schaap. Inmiddels ben ik al een heel eind buiten de stad en teruglopen? Daar begin ik niet aan, ik loop niet terug!
Dus ik loop gewoon door. Het lastige is nu natuurlijk wel, dat ik hier geen gids van heb, dus er komt een moment dat ik de autoroute voor me heb. Zo vroeg is er geen hond op straat, dus ik kijk goed links-rechts-links en steek de autoroute gewoon over. Aan de overkant loop ik dus keurig rechts op de autoroute. Nog steeds geen auto te bekennen, maar nog geen vijf minuten later word ik aangehouden: politie! Of er nu ergens camera’s zijn, waarop ze de zaak in de gaten houden of dat het louter toeval is, weet ik niet, maar mij wordt allervriendelijkst toegevoegd dat ik verkeerd loop. “Ja”, zeg ik, “dat weet ik” en leg de zaak uit. “Nou, als u hier nu op het zandpad naast de autoroute gaat lopen, dan belandt u rechtstreeks in Tordesillas en bent u in ieder geval weer in de bewoonde wereld”. Het prikkeldraad wordt naar beneden vastgehouden, zodat ik er overheen kan stappen en dan loop ik op het veilige zandpad. Het is nog wel 23 km naar Tordesilla. De eerste 8 km loop ik direct naast de autoroute en dat is niet zo leuk natuurlijk, maar daarna buigt het pad af en kom ik in Rueda terecht. Een heel leuk wijndorp met allemaal grote wijnhuizen. Eerst maar een kop koffie voor de schrik en dan moedig voorwaarts. Er komen weer binnenpaden en om half één stap ik Tordesillas binnen. Ook dat is een erg leuke plaats met veel toerisme. Anders was ik hier dus nooit gekomen, dus zo zie je weer eens wat, moet je maar denken.
Maar ja, ik zal toch weer naar de camino de Levante moeten, dus ik heb maar eens gevraagd naar het busstation. Volgens het papier dat daar hing, zou er om half drie een bus komen. Ik heb er zo mijn twijfels over, maar om half drie precies stopt de bus en brengt mij in twintig minuten 30 km verderop naar Toro. Daar moet ik zijn, dus ik zit weer op de goede weg. Het afgedwaalde schaap heeft de weg teruggevonden.
Toro is ook een erg leuke stad. Uiteraard ligt de stad weer hoog en kijk je vanaf die hoogte op de Douro neer. Het is het feest der communie, want overal lopen hier meisjes van een jaar of twaalf als bruidje verkleed. Het is wel grappig, want uiteraard lopen ze als filmsterren devoot over straat, maar af en toe vergeten ze de devotie en net zag ik er drie die aan het voetballen waren in bruidstooi.
Het was schitterend weer vandaag, dus de wandeling was lekker en nu ben ik ineens een stukje opgeschoten en heb uiteindelijk een dag gewonnen. Als alles goed gaat, ben ik morgenavond in Zamora. Margrit belde al om te melden dat het Duitse echtpaar daar nu was en ook de groeten van mij had gedaan. Dus ik ben welkom!

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 1 reactie

Theo hop hop

Zo, we zijn weer ruim 30 km verder gestapt. Vanmorgen om zeven uur, toen ik vertrok, was het heel erg koud. De zon kwam prachtig op, maar ineens kwam er mist. Om een uur of tien werd het weer heerlijk weer, 25 graden, zonnig, dus zeer aangenaam om te lopen. Ik kwam in een dorp en daar liep een mevrouw twee honden uit te laten of liever gezegd één hond en een hondje. Komisch genoeg heette het kleine hondje Gigant en de grote Kleintje. Ze was zo vriendelijk mij de weg naar de bar te wijzen, zodat ik koffie kon drinken, want ik had inmiddels al 20 km gelopen, dus dan wil de koffie er wel in. Op het terras voor het café zat het halve of misschien wel het hele dorp al lekker in het zonnetje en toen ik weer op weg ging, werd mij bereidwillig de weg gewezen: aan het eind van de straat rechtsaf.
Ik kwam aan het eind van de straat en zag toch echt een gele pijl, die me linksaf stuurde. Dus ik stond nog wat te aarzelen, toen er een mevrouw aan kwam hollen: Ik moest echt rechtsaf en me van die pijl niks aantrekken. Het halve of hele dorp verhief zich van het terras en kwam gezellig mee discussiëren en bij toerbeurt en door elkaar heen roepen dat ik echt rechtsaf moest gaan, want ‘als je linksaf gaat, sturen ze je wel 6 km om en er is niks te zien daar’. Ja, tegen zo’n overmacht kon ik niet op en ben dus maar rechtsaf geslagen. Ze hadden trouwens wel gelijk, want ik had een zandpad naast de autoweg, dat rechtstreeks naar Medina del Campo voerde.

Ik weet dat pelgrims horen te lijden en af moeten zien, maar laat ik nu vlak voor het centrum een driesterrenhotel op mijn pad vinden. Je moet elke vingerwijzing goed interpreteren, dus ben ik daar maar naar binnen gegaan. Ten eerste kreeg ik een mooie ruime kamer met badkamer en ten tweede was ik op tijd voor het eten in het restaurant. En tijdens het eten heb ik weer erg veel plezier gehad. Ik heb een lokaal gerecht gegeten dat ik alleen maar kon vertalen als ‘gebakken melk’. Ik was dus erg nieuwsgierig wat het was en het bleek de poot van een speenvarken te zijn met het vel en alles er nog aan. Ik heb altijd een hekel aan dat gedoe met botten en dat gepeuter, maar als je het vel er eenmaal af hebt, heb je heel lekker vlees en er zat een prima salade bij. Toen ik binnenkwam, zaten er al twee groepen en daarna kwam er nog een groep bij. Dat bleek een familie te zijn, waarvan een van de kinderen de eerste communie had gedaan, dus het was groot feest. De eerste communie had niet zo’n erg heilzame invloed gehad, want de kinderen waren ontzettend druk. Tel daarbij ooms en tantes en opa’s en oma’s, dan kun je je ongeveer voorstellen wat een gekakel het was. Ik heb genoten.

Een iets kleinere familie aan een andere tafel vierde kennelijk de zoveeljarige bruiloft van opa en oma. Ook dat ging niet geruisloos, vooral niet toen een kleindochter voor opa en oma een zelfgemaakt gedicht voordroeg en dat daarna, op perkament geschreven en compleet met een zegel eraan, overhandigde. Oma was hierdoor zo ontroerd, dat ze spontaan opstond en een lied begon te zingen. Niet erg zuiver en iedere keer als de familie dacht dat het afgelopen was, begon ze weer. De helft keek geschokt, de andere helft lag gillend van de lach op tafel. Het feest was compleet toen de grote taart kwam met daarbij een echt zwaard, waarmee oma de taart aan moest snijden. Het was geweldig!

Onderweg heb ik geen enkele pelgrim gezien, maar wel vond ik op de weg meermalen een boodschap in het zand geschreven van de Fransen die ik in het begin heb gezien en die nu ver vooruit zijn. Omdat het niet geregend heeft en er verder niemand over dat pad loopt, kon ik genieten van teksten als: “Theo hop hop” en “Theo ha ha”. Ik kreeg een sms van Margrit in Zamora dat ze daar inmiddels zijn gearriveerd en de hartelijke groeten van mij hebben gedaan.
Morgen heb ik weer een hele afstand te gaan, maandag en dinsdag is het iets korter en als alles meezit, hoop ik woensdag in Zamora te zijn. Margrit gaat daar donderdag weg, dus wellicht kan ik haar dan nog net zien. Dat zou leuk zijn.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 1 reactie

Beproevingen

Gisteravond hebben we met zijn vieren: de twee Spanjaarden, de Belg en ik, gegeten in de bar, waar we grondig werden bekeken door de enige andere klant. Ik heb heerlijk geslapen. Vanmorgen vertrokken eerst de Spanjaarden, toen de Belg en om kwart over zeven liep ik ook alweer langs de straat te slenteren. Het was een beetje mistig en het gras was heel erg nat. Binnen de kortste keren ben je dan tot aan je knieën nat. Het regende gelukkig niet, maar de zon zag ik ook niet.
Voor het eerste dorp was een benzinepomp, waar ze koffie verkochten en broodjes. Ik dacht: “Dat doe ik niet, ik ga in het dorp in een bar zitten, veel gezelliger”. In mijn gids stond dat er in elk dorp een bar was, dus ik liep geen risico. Althans, dat dacht ik. Want in het dorp was wel een bar, maar die was dicht. Dus op naar het volgende dorp. Ook daar was de bar nog dicht. Ik werd zwaar beproefd, want ook in het derde dorp was de bar nog dicht. Dus in het vierde dorp zag ik een bar en ik stormde zowat naar binnen, snakkend naar koffie. Ik heb drie madeleines (dat zijn een soort cakejes) gegeten en een dubbele koffie. Toen kon ik gesterkt weer op weg en wat zag ik toen? Achter elkaar drie bars, die open waren en waar veel lekkerder zaken te verkrijgen waren, zoals versgeperst sinaasappelsap. Zo zie je maar weer, je weet het hier nooit.

harswinning-web Een deel van de route liep door een bos. Ik denk dat er wel 5000 bomen stonden. Hier wordt hars gewonnen. Van elke boom halen ze een stuk bast weg en onderaan, waar de bast weer begint hangen ze een bakje om de hars in op te vangen. Het zal wel een gigantisch werk zijn om dat te doen, maar daarna druppelt de hars vanzelf in het bakje.
Na het bos moest ik een heel stuk over de autoweg lopen. Dat is nooit leuk, want aan de kant van de weg is een heel smal vluchtstrookje, waar je dan over moet lopen. Ik moet wel zeggen dat de automobilisten het kennelijk gewend zijn dat er mensen over de weg lopen en fietsen, want ze letten wel goed op.
Onderweg naar Arevalo heb ik gebeld naar het hotel dat in mijn gidsje staat en een kamer gereserveerd. Ik was er welkom. Gelukkig maar, want in Arevelo kwam ik de Belg tegen, die op een bankje zat te wachten tot het vanavond negen uur is, eerder kan hij volgens hem niet in het sportcentrum terecht. Het hotel waar ik zit, ligt langs de route en dat vond ik wel belangrijk, omdat ik morgen weer meer dan 30 km moet lopen. Het nadeel is dat het in een industriegebied ligt, waar verder niets is. Ik was er om drie uur en kon nog eten, maar er volgde meteen weer een beproeving: het eten was namelijk absoluut niet lekker. Aardappelschijfjes die in de olie drijven en helemaal slap zijn, ik geef het je te doen. Weet je wat nog het ergste is? Aangezien hier verder niets is, moet ik hier vanavond weer eten. Dus weer een beproeving. Kortom, een dag vol beproevingen.
Arevalo is een leuke stad met oude kerken en een standbeeld van Isabella de Katholieke. Die staat hier overal en schijnt heel Spanje gesticht te hebben of zoiets.
Ik kreeg nog een sms-je van Margrit, met wie ik de vorige tocht gelopen heb. Zij bestiert op dit moment de refugio in Zamora en vraagt waar ik nu ben en of ze me nog zal ontmoeten. Dat zal hoogstwaarschijnlijk niet lukken. Als ik in Zamora aankom, is zij alweer weg. Jammer, maar niets aan te doen.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | Een reactie plaatsen

Het postkantoor verkoopt geen postzegels

Vanmorgen kon ik uitgebreid uitslapen, want ik kon toch niet weg. Dus ik heb het ervan genomen, heb uitgebreid ontbeten en ben toen lekker lui op een terras gaan zitten. Ik heb ansichtkaarten gekocht, maar toen ik op het postkantoor postzegels ging halen, kreeg ik te horen: “Nee, die verkopen we niet meer, dan moet je bij een tabac zijn”. In Holland klagen we erover dat er geen postkantoren zijn, hier zijn ze nog wel, maar de meest elementaire zaken als postzegels verkopen ze dus niet meer. Helaas zijn alle tabacs vandaag gesloten. Op het terras gezeten wilde ik ze toen maar vast gaan schrijven, maar toen had ik de adressenlijst niet bij me en was te lui om die te gaan halen. Je ziet, ik heb het er dus echt van genomen.

Om half twaalf ben ik maar vast schoenmakerwaarts gegaan en ja, mijn schoenen waren al klaar! Ze zijn keurig gerepareerd voor maar € 8 en ze lopen weer prima. Dus snel mijn rugzak gehaald, wat broodjes voor onderweg gekocht en aan de wandel. Toen ik vertrok was het nog mooi, zonnig weer. Ik moest nog wel een stukje omhoog, maar dan komt de laatste heuvel en als je daar bovenop bent, zie je ineens een heel ander landschap. Heel bijzonder is dat, alle bergen zijn ineens verdwenen, het landschap is alleen nog een beetje glooiend. Dat loopt natuurlijk wel een stuk makkelijker, temeer daar het ging regenen. Je weet hoe dat gaat: eerst een paar spetters, waarbij je denkt: “Dat is zo wel over”, dus je loopt door. Dan gaat het iets harder regenen, maar je blijft optimistisch. Dan gaat het nog harder regenen en wordt het tijd voor de poncho, maar eer je die dan gepakt en aangetrokken hebt, ben je al nat natuurlijk. Het heeft niet al die tijd hard geregend, maar echt droog is het niet meer geworden.

Om zes uur was ik hier in Cardenosa Gottarrendura. De naam doet heel wat vermoeden, in werkelijkheid is het een dorp van honderdtien inwoners, maar wel het dorp waar de ouders van onze heilige Theresia hebben gewoond. Uiteraard is het huis nu een museum. Verder zit ik nu in de allermooiste herberg tot nu toe, samen met een Belg en twee Spanjaarden, allemaal wandelaars. Dus dat is wel gezellig. Ik ga straks eten in de enige bar die het dorp rijk is.
Kortom, alles naar wens en op het stadhuis hier op het plein hangt een bordje dat de camino naar Santiago nog 500 km is. Dus ik ben al over de helft.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 1 reactie

De camino van de eenlingen

kathedraal-Avila-web De kathedraal van Avila

Het regent vandaag, dat wil zeggen: af en toe is er een klein buitje, maar hier in Spanje is dat erg en komen onmiddellijk overal de paraplu’s tevoorschijn. Overigens, tijdens mijn rondrit met het treintje vertelde men dat de gemiddelde zomertemperatuur hier in Avila maar 20 graden is. Dat komt omdat de stad zo hoog ligt. Dat is ook duidelijk te zien, als je op de muur staat kijk je overal de vlaktes in. Een mooi gezicht. Avila is echt een prachtige stad. Binnen de muren zijn heel ruime pleinen en er is zelfs een park in. De straten zijn hier ook niet zo middeleeuws smal. Het is echt een koningsstad.
Vanmorgen zag ik bij de kathedraal een pelgrim, die heb ik aangesproken. Dat doe je dan natuurlijk als pelgrim zijnde. Het bleek een Vlaming te zijn, dus we konden Nederlands spreken. We staan daar even te praten en opeens komt er een hele dikke man bij ons staan met een petje op van de vierdaagse van Nijmegen. Een Hollander dus. Die deed lustig mee aan het gesprek en wilde van alles weten. Het wemelt hier echt van de Nederlanders, ik wist helemaal niet dat er zoveel Nederlanders naar deze stad gaan.
De pelgrims die ik hier tegenkom, zijn het allemaal roerend met elkaar eens: “Het is heerlijk om alleen te lopen”. Je hoeft met niemand rekening te houden, je kunt je eigen tempo bepalen en rusten waar en wanneer je wilt. Je ziet op de hele camino ook opvallend veel mensen die alleen lopen of hooguit met zijn tweeën.
De Vlaming en ik hebben samen de kathedraal bekeken. Erg mooi met heel veel versiering, echte Spaanse overdaad, maar het bijzondere is dat de stenen afwisselend donker en wit zijn van nature, dus niet geverfd of zo. Dat geeft een heel mooi effect.
Voor het eten kon ik nog net even naar mijn schoenmaker. Die ging me opgewekt uitleggen wat hij allemaal ging doen. Ik vond het allemaal best en vroeg langs mijn neus weg of ze dus morgen klaar waren. “Ja”, zei hij, “de elfde” Toen was ik nog geen stap verder. Hij zag kennelijk dat ik er niets van snapte, want hij pakte de kalender erbij en wees de datum aan. Toen bleek dat hij op de maand april zat te kijken in plaats van mei. Dus het raadsel is opgelost en het lag dus niet aan mijn povere Spaans.
Ik heb uitstekend gegeten en toen was het tijd voor de mystiek. De heilige Theresia heeft heel veel mystieke werken geschreven. Ze zat in een klooster, maar werd naar een genezeres gebracht omdat ze ziek was. Daar las ze een boek en kreeg ze de eerste mystieke genade. Vervolgens keerde ze terug naar het klooster, maar raakte schijndood. Dat bleef ze drie jaar en toen genas ze spontaan en volgens haar had Jozef, de vader van Jezus, dat gedaan. Ze ging haar orde, die van de Karmelietessen, hervormen, omdat die verslapt was in de kloosterregels. Haar naaste medewerker, de heilige Johannes van het Kruis, nam de hervorming van de mannelijke tak van de Karmelieten ter hand. Dus die zie je ook overal in Avila. Er zijn zoveel relikwieën van haar, dat ik me afvraag of er nog iets van haar is begraven. Er is zelfs een vinger van haar met een ring eraan. Als nuchtere Hollander stel je er toch je vragen bij. Ik bedoel maar: hebben ze die vinger er meteen maar afgehakt na haar dood?
Goed, voorlopig genoeg mystiek gehad, dus we gaan over tot de aardse zaken, zoals het feit dat ik nieuwe sokken heb gekocht, want die heb ik ergens laten liggen. Dit keer zonder ‘R’ en ‘L’ erop, dus Gery kan tevreden zijn. Die lacht me altijd uit om die letters.
Morgen wordt het een laat vertrek, want ik kan om één uur mijn schoenen pas halen. Maar ik heb ook geen zin om hier nog een dag te blijven, ik wil weer verder!

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 3 reacties

Af en toe een spatje

Vandaag heb ik de hoogste berg beklommen tot nu toe. Het was een heftige tocht naar boven met veel gehijg, temeer omdat ik nog geen bak koffie op had. Dat kan natuurlijk niet voor een Hollander, dat is de motor waarop wij draaien. Toen ik om zeven uur vanmorgen vertrok was er in San Bartolome nog geen bar open. Dat vond ik niet erg, want in het dorp verderop waren volgens mijn gids twee bars. Helaas, toen ik in El Herrador kwam waren beide bars niet open en gingen volgens de bewoners ook nooit meer open, met andere woorden: dag koffie. Ja, een pelgrim moet af en toe ook lijden natuurlijk, dus begon ik zonder koffie aan de zware klim. De zon scheen vandaag niet, het was bewolkt en af en toe voelde ik zelfs een spatje regen. Niet zo koud dat ik niet in korte broek kon lopen en niet zulke grote spatten dat ik mijn poncho aan moest, maar toch. Ondanks deze verzwarende omstandigheden kwam ik heelhuids boven en stond ik op 1360 meter hoogte in het rond te kijken. Tot Zamora heb ik nu geen echte klimpartijen meer, dat begint weer na Zamora.
De afdaling ging ondanks het gebrek aan koffie weer wat gemakkelijker, maar pas om twaalf uur vond ik in Tornadizos de Avila een bar en dat was maar 8 km verwijderd van het einde van mijn tocht. Kun je nagaan! Ik ben daarna maar snel doorgelopen naar Avila, want daar wilde ik op tijd zijn voor het eten. En dat lukte gelukkig, zodat het toch nog allemaal goed kwam.
Daarna heb ik mij natuurlijk snel naar het postkantoor begeven vanwege de veters, die Gery had opgestuurd. Dat werd weer een heel festijn. Ik vroeg netjes of er post voor mij was, maar de dames achter het loket riepen: “Nee, poste restante doen wij niet meer, daarvoor moet je naar een tabac gaan”. Dat vond ik ook goed, dus vroeg ik bij welke tabac ik moest zijn. “Dat maakt niet uit, dat kan bij elke tabac”. Dat leek me sterk, dus ik legde uit dat mijn vrouw het naar dit postkantoor had gestuurd, dus waar was het nu gebleven? Nu spreek ik natuurlijk na twaalf lessen vloeiend Spaans, maar van het gekakel dat hierop volgde, begreep ik uiteraard geen woord. Terwijl de dames nog druk aan het kakelen waren, zag ik achter het andere loket een man van een jaar of vijftig staan, die al die tijd mijn pakketje voor zijn borst hield, maar dat hadden de dames in het vuur van de discussie niet door. Dus mijn pakje was netjes op het postkantoor gebleven.
Snel mijn prachtige lange veters in mijn schoenen, maar ja, daarmee waren de schoenen nog niet verzoold, dus op naar de schoenmaker. Die keek ernstig naar de zolen, schudde zijn hoofd eens zorgelijk en ik begreep dat hij niet zomaar hier en daar een stukkie zool erop kon plakken, maar dat er nieuwe zolen onder moesten en dat kon hij echt niet zomaar even doen. Dat begreep ik wel en aangezien ik toch van plan ben om morgen in Avila te blijven en de stad te bekijken, is dat niet zo’n groot probleem. Maar het blijkt dat ik toch nog iets meer lessen Spaans nodig heb, want het is mij niet duidelijk geworden hoe lang het gaat duren. Volgens mij zei hij: “Donderdag”, wellicht werkt hij op Hemelvaartsdag gewoon, maar ik meende ook iets te horen van “de elfde” en dat is pas zaterdag. Dus voorlopig is het nog een raadsel dat opgelost dient te worden. Morgen tegen de avond maar eens bij hem langs gaan en zien of ik er dan beter wijs uit kan worden.

avila-web

Het is in ieder geval geen straf om hier een dag te blijven, want Avila is een prachtige stad met een ommuring, vestingwerken en poorten die puntgaaf zijn. De muur is wel 2,5 km lang met achtentachtig uitstulpingen en negen torens. In de stad is ook van alles en nog wat te zien. In 1515 werd hier de heilige Theresia geboren, een van de beroemdste mystici van de katholieke heiligen. De mystiek leeft hier, geloof ik, nog steeds, want ik zie hier allerlei mensen rondlopen die er naar mijn idee mystiek uitzien. Er schijnt ook een soort museum van te zijn, dus daar ga ik morgen naar toe, want ik wil er meer van weten.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | Een reactie plaatsen

Ce n’est pas la Hollande

De bergbeklimming vandaag is goed gegaan. Ik heb vanmorgen de koeken en drankjes in mijn zak gestoken en ben vervolgens in een bar koffie gaan drinken. Dat is veel gezelliger natuurlijk, dan zie je nog eens iemand.
De route naar boven was goed aangegeven en was af en toe paradijselijk mooi. Prachtige uitzichten en, omdat het veel geregend heeft, veel bergbeekjes. Schitterend gewoon. Soms vormen de beekjes wel een probleem, want die moet je dan oversteken natuurlijk. Je schoenen uitdoen is ook een heel gedoe, vooral de mijne, maar meestal liggen er wel een paar stenen en kun je van steen op steen springen.

Bovenop de berg aangekomen was ik meteen de weg kwijt. Er waren alleen nog maar weilanden, geen pad meer, geen huis, geen enkel punt om je op te oriënteren. En natuurlijk ook geen gele pijlen. Die zijn er net niet als je ze hard nodig hebt. In de verte zag ik een hek en dat ben ik toen maar zo’n beetje evenwijdig gaan volgen. Opeens zag ik weer een geel puntje op een steen en verderop een klein pijltje. Dus zo gek was mijn idee nog niet.

Tegen twee uur was ik in San Bartolome de Pinares, dus dat is een mooie tijd. Ik moest de sleutel van de refugio bij iemand halen, dus ik belde aan en wachtte..en wachtte. Allengs staken er al meer buurvrouwen hun hoofd buiten de deur, alleen niet bij de deur die ik graag open wilde zien. Eindelijk ging er boven een raam open en kwam er een blote schouder en nat hoofd tevoorschijn. Dochterlief was alleen thuis en stond onder de douche, dus of ik maar even wilde wachten. Ze sprak trouwens erg goed Engels.

Nu zit ik dus in de refugio. Die is boven een soort gezondheidscentrum, er zijn drie stapelbedden. Guy is hier ook. Er ligt een boek, waarin iedereen iets kan schrijven. Altijd leuk om te lezen natuurlijk, maar ik zag dat de Fransen die ik een poosje geleden heb ontmoet, er ook in geschreven hadden. Een keurig bedankje voor de genoten gastvrijheid en daaronder: “Hé Theo, ce n’est pas la Hollande, eh?” Dus ook al zie je elkaar niet meer, de correspondentie blijft op peil. Leuk is dat. Overigens zijn de routes in de gids van Guy heel anders dan in die van mij en de kilometers ook. En Gery heeft een gids thuis en die is ook weer anders. Er leiden al zoveel wegen naar Santiago, dus er nog meer bij verzinnen hoeft nou ook weer niet.

Ik was van plan om hier in San Bartolome waspoeder te kopen, maar er is hier geen enkele winkel. Wel vier bars, maar geen winkel. Dus dat wordt een beetje uitspoelen vanavond
Morgenochtend wil ik vrij vroeg weg, misschien ben ik dan op tijd om mijn schoenen naar de schoenmaker te brengen en er nieuwe zolen onder te laten zetten, want die beginnen aardig te verslijten. Ik kijk wel of ik het haal, want ik moet natuurlijk eerst naar het postkantoor voor mijn veters! Dus als het niet lukt, ga ik in Zamorra wel naar de schoenmaker.

Vanmorgen was het prachtig zonnig weer, maar nu heb ik wat bewolking. Dat kan natuurlijk niet als ik net lekker buiten een sigaartje rook!

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 1 reactie

Blog op WordPress.com.