Auteursarchief: pelgrimtheo

Gezelschap

Het is de hele dag droog geweest, al was het wel erg koud.
Vanmorgen werd ik ingehaald door Carlos, een Spanjaard. Die is beginnen te wandelen in Tordesillas, de plaats waar ik een week geleden hopeloos ben verdwaald. Hij heeft vannacht in de albergue van Alija del Infantado geslapen en heeft me de hele dag gezelschap gehouden. Samen hebben we gemopperd op het feit dat we nergens koffie konden krijgen. We zijn zelfs van de route afgeweken, omdat we een dorp zagen en muziek hoorden. “Daar is vast wel iets open”, dachten wij en gingen op het geluid van de muziek af. Nou, daar was wel een bar geweest, maar die was nu verbouwd tot een soort jongerenhonk en de jongeren die daar rondhingen hadden duidelijk geen koffie gedronken. En nee, koffie hadden ze niet, we konden wel een whiskey krijgen. Dat hebben we maar niet gedaan, dus ook deze omweg was tevergeefs. Zo leden wij dus verder en tot half één vanmiddag moesten we de ontbering lijden zonder koffie te moeten lopen.
Vlak voor La Bañeze, de eindhalte vandaag, ben ik gestopt om een trui en jas aan te trekken, want ik had het koud. Carlos is doorgelopen en heeft kennelijk de pijlen gezien, die ik niet gezien heb, want ik kon nergens de albergue vinden. Ik heb het hier en daar gevraagd, maar niemand wist het en zelfs toen ik in de kerk ernaar vroeg, zei de pastoor dat er geen albergue was. Ik werd dus zogezegd door de kerk op een dwaalspoor gebracht, want ineens zag ik een café. “Eindelijk koffie”, dacht ik en snelde naar binnen. Daar heb ik eindelijk mijn koffie kunnen nuttigen met een paar madeleines erbij. Daarna heb ik naar de albergue gevraagd en de mevrouw van de bar is wel tweehonderd meter met me meegelopen om me de weg te wijzen. Dus ik werd dit keer door de kroeg de goede weg gewezen en niet door de kerk. Wat moet je hier nou van denken?
Ik zit nu in de albergue van la Bañeze, eerst samen met Carlos, maar net is ook een Sloveens echtpaar gearriveerd. Zij komen van de Camino Frances, maar zeggen dat ze de drukte zijn ontvlucht. Dus dat kan nog wat worden voor mij, die nu aan een stille tocht gewend is. Ik moest er vandaag al aan wennen dat Carlos de hele dag meeliep. Ik ga die drukte nu opzoeken, dus ik zal daar ook wel weer aan wennen.
De refugio is prima. Ik betaal € 4 en heb daarvoor warm water om mijn kleren te wassen, warme douches, het is er schoon, het wordt beheerd door twee vriendelijke dames en…… ik heb een ziekenhuisbed voor mij alleen. ziekenhuisbed-web Ik hoef vanavond dus niet in het stapelbed.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 1 reactie

Temperatuur van januari

Het was vandaag weer heel erg koud. Het werd niet warmer dan 12 graden en volgens de Spanjaarden is dit een temperatuur, die normaal in januari voorkomt. Vanmorgen ging het nog wel, toen was er geen wind en af en toe zelfs een klein zonnetje, maar vanmiddag was de zon weg en er woei een keiharde, fluitende wind. Dat maakt het meteen ijskoud. Ik heb ook een beetje regen gehad, maar dat was niet veel gelukkig.

alija-brug-web

Onderweg kwam ik over de rivier de Orbigo over een Romeinse brug van meer dan honderd meter lang. In de buurt van de brug was van alles geweest kennelijk: een speeltuin, een hotel, een restaurant, enz. Maar alles was nu dicht en overwoekerd, dus het heeft geen lang leven gehad.
Overal zie je tekenen van verval. Ik kwam in een dorp waar ze trottoirs hadden, waar de Scheveningse boulevard nog u tegen zou zeggen: prachtig breed, fraaie design lantaarnpalen, afvalputjes versierd met de Jacobsschelp, de stenen met mozaïeken versierd, overal prachtige bankjes. Maar ook hier was alles verwaarloosd en slecht onderhouden. Er is gewoon geen geld meer. Bovendien lopen de meeste dorpen leeg. Er is geen werk, dus de jongeren trekken naar de stad. Het is erg stil geworden in de dorpen.
Het was ook weer stil op de route, ik heb geen levende ziel gezien. Dat wordt nu wel een beetje saai moet ik zeggen. Moet je opletten, straks loop ik op de Camino Frances, ga ik natuurlijk zeuren dat het zo vreselijk druk is. Ik ben benieuwd hoe me dat gaat bevallen trouwens.
Ongeveer 2,5 km voor Alija del Infantado, de plaats van bestemming vandaag, zag ik een bordje met ‘albergue’, maar dat wees in de richting waar ik vandaan kwam. Ik had echt geen albergue gezien, dus ben doorgelopen tot het dorp. In het dorp bleek dat de albergue die daar was geweest, verplaatst was naar het sportterrein, 2,5 km terug. Ik had er weinig zin in weer terug te lopen, dus ben een bar in gegaan. Jawel, daar verhuurden ze kamers. Of ik een half uurtje kon wachten, want ze moesten nog schoongemaakt worden. Dat vond ik geen probleem, want het was pas twee uur, dus ik heb wat gegeten en gedronken. Toen was mijn kamer inderdaad klaar. Hij ziet er netjes uit, er is een tv, een badkamertje met douchegel en zeep. Tevreden liep ik naar beneden om te betalen en daarna was ik iets minder tevreden. Ik ben zo dom geweest niet meteen te vragen wat het kostte en nu bleek dat ik voor de kamer € 50 moet betalen. Daarvoor heb ik bijna een kamer in een parador. Dat noem ik afzetterij en ik werd er nijdig om, maar gelukkig schoot mij de kreet te binnen die Marnix ooit slaakte: “Pa, laat je belazeren, maar blijf lachen”.
Ook in dit dorp is niemand op straat, niet alleen door de kou, maar er wonen niet veel mensen. Er zijn wel geneeskrachtige bronnen, die tegen elke mogelijke ziekte schijnen te helpen, maar er is geen hotel in het centrum.

bodega-web alija-bodega-web

Wat wel leuk is, dat zijn de bodega’s: een soort kunstmatige grotten, die ze in een heuvel hebben gemaakt. Bovenop het heuveltje staat dan een schoorsteen voor luchtverversing. Oorspronkelijk werd hier de wijn in bewaard, altijd dezelfde temperatuur natuurlijk. Nu staan ze leeg, worden gebruikt als opslagruimte en sommige zijn ook in gebruik als feestruimte. Het is een leuk gezicht.
De lange afstanden per dag zijn nu een beetje over, vandaag heb ik ca 25 km gelopen, morgen en overmorgen is het ook zoiets. Korte stukjes lijken dat nu.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | Een reactie plaatsen

Geen sneeuw, wel hagel

Allereerst wil ik jullie hartelijk bedanken voor de commentaren. Als ik ze zelf niet kan lezen, leest Gery ze voor en ik geniet er erg van. Broer Cees heeft zijn zin, want het was heel erg slecht weer vandaag. Toen ik vanmorgen vertrok, was het niet meer dan 10 graden en eenmaal onderweg kreeg ik een paar gigantische hagelbuien over me heen. De hagelstenen op mijn poncho maakten een hels lawaai en ik had even het idee, dat ze gaten in mijn poncho zouden slaan. Dat viel gelukkig mee. Het is even droog geweest, maar al gauw barstte het noodweer weer los.
Suzanne, ik heb zelf geen sneeuw gehad, maar rondom me zien alle bergen wit en niet alleen aan de top. Spanje klaagt steen en been en elke avond op de tv gaat het over het bar slechte weer en zien we een pelgrim met zijn rugzak door de sneeuw zwoegen. Zo’n plaatje doet het wel natuurlijk.
Ik loop deze route van Zamora naar Astorga, omdat ik die nog niet eerder heb gelopen, maar eerlijk gezegd is dit niet het leukste stuk van de route. Erg saai en het grootste gedeelte gaat langs de autoweg. In mijn gids stond wel een andere route, die heb ik genomen en die was inderdaad een stuk mooier, maar net toen ik hoog over een spoorbrug liep, begon het alweer te hagelen. Het is daarna niet meer droog geweest. Onderweg heb ik me voorgenomen om de eerste de beste slaapgelegenheid te nemen in Benavente, waar ik langs kwam, want ik was doornat en koud. Of het nou een hotel, albergue of refugio was, het kon mij niet schelen. Laat nou ongeveer honderd meter voor de albergue een parador zijn.

parador-benavente-webde parador in Benavente

Wat je jezelf beloofd hebt, moet je doen, dus ik ben daar heen gegaan. Jacobus toonde begrip voor het feit dat ik me vanmorgen niet kon wassen en gisteravond en vanmorgen mijn tanden niet kon poetsen, omdat het hotel zo goor was, en stuurde mij rechtstreeks naar de parador. Voor het feit dat ik nu in een kamer zit met hd tv, een zithoek, een badkamer met twee wastafels en een bad heb, heb ik ook al een smoes verzonnen: Dit stukje van de route van Zamora naar Astorga mag ik me als toerist gedragen. Op de Camino Frances aangekomen, zal ik mij wel weer als pelgrim gedragen. Deze parador heeft ook een nadeel: het is in een burcht bovenop een berg, dus je moet eerst de hele berg opklimmen! Straks wandel ik naar beneden naar het stadje, want ik moet een nieuwe kaart voor mijn camera hebben, ik heb er al twee vol. Daar eet ik dan een eenvoudig hapje en dan moet ik daarna weer de berg opklauteren. Ik moet er dus echt wel iets voor doen om het een nachtje luxueus te hebben!
Djiet, ik hoop maandag aan te komen in Astorga. Ik schat dat het hier vandaan nog ongeveer 50 km is. Van Astorga naar Santiago de Compostela is dan nog ca 285 km. Van Santiago naar Fisterra is dan iets meer dan 100 km en dan ben ik echt uitgewandeld. Ja, dan begint het gewone leven weer, maar daar wil ik nu nog even niet aan denken, want ik heb het veel te goed naar mijn zin.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 5 reacties

Ach, ach, ach

Gisteravond heb ik zo genoten. Zoals ik al schreef, was er feest in het dorp. Ik bleek te laat te zijn voor de processie. Terwijl de bevolking devoot in de processie liep, lag ik schaamteloos te snurken op mijn binnenplaats. Maar ik zag dat er om acht uur een bijeenkomst in de kerk zou zijn. Geen flauw idee wat er dan te doen was, maar ik besloot daar eens heen te gaan. En daar heb ik geen spijt van gehad. Het was gewoon geweldig! De kerk zat propvol mensen en er bleek een zanger op te treden met echte Spaanse liederen. Daarbij werd hij op de piano begeleid door de pastoor. Hij zong liederen met van die geweldige uithalen en iedere keer als dat lukte, riep de menigte enthousiast: “Olé, olé”. Het is toch fantastisch dat ik dit allemaal weer meemaak, gewoon echt een feest in een dorp. Ik vond het prachtig!

Dat het niet altijd feest kan zijn, merkte ik vandaag. Nou ga ik even lekker klagen! Niet over vanmorgen, toen was het nog heerlijk weer en ik liep erg lekker, maar vanmiddag was de zon ineens weg en werd het gewoon koud met veel wind. Ik heb in hoog tempo 28 km gelopen en ben gestopt 3 km voorbij Granja de Moreruela. Volgens de gids zit ik hier in een goed hotel, maar … en nu komt de tweede klacht… het is een waardeloos hotel. Ik heb een kamer waar alleen een bed en een stoel staan, er is zelfs geen wastafel. Je wassen moet in een hok in de gang, maar daar is het zo smerig dat je er niet eens in wilt kijken. Verder is er een bad, maar daar zit geen stop bij en er is een douche, maar geen doucheslang.
Klacht drie: Het eten was ook al niet lekker: vieze stukken kip en vette patat.

Ik tel even op: koud, wind, geen wastafel, bad zonder stop, douche zonder slang, vieze kip, vette patat. Zie je nou wel dat het leven van een pelgrim ook diepe dalen kent? Morgen schijnt het de hele dag te gaan regenen, maar dat is pas morgen gelukkig. Dat zien we dan wel weer.

Voor degene die nu denkt dat ik het niet meer naar mijn zin heb: Ik kan je verzekeren dat dat niet waar is, ik vind het nog steeds heerlijk om te doen! Dit soort dingen horen er gewoon bij natuurlijk, maar ik had gewoon zin om lekker te klagen.
Gery vertelde me net dat het in Zaandam de hele dag heeft geregend en dat het daar ook niet echt warm is. Kijk, dat troost me weer een beetje, gedeelde smart is halve smart.

Ik moet nog even een stunt vertellen: Ik kreeg geen sleutel van mijn kamer, want die had ik niet nodig volgens de receptie. Als ik er per se een wilde, kon ik die krijgen, maar ik kon van binnen de deur met een knop dichtdoen. Dat kan in elk hotel natuurlijk, maar goed, ik ging mijn kamer uit, kwam terug… en kon mijn kamer dus niet meer in. Toch maar even beneden een sleutel halen.
Twee dames liepen met mij mee naar boven met een la vol met sleutels. Er werd gepast en gepast en gepast…. maar er was geen enkele sleutel die paste.
Vervolgens werd de ‘Spaanse methode’ toegepast: de kamer ernaast werd geopend, het raam ervan ging ook open, een van de dames trok haar rok omhoog en klom het raam uit op het dak, liep vervolgens over het dak naar mijn raam, klom daar weer naar binnen en maakte vervolgens van binnenuit mijn kamer open. Is het niet geweldig? Ik mag mijn kamer niet meer op slot doen nu, maar ach, wat geeft dat.
Deze pelgrim maakt elke dag wel iets mee, zoals jullie merken.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 5 reacties

Op naar de volgende camino

Vanmorgen heb ik uitermate hartelijk afscheid genomen van mijn Zwitserse en Amerikaanse vriendin. Er is een tijd van komen en van gaan en ik ben blij weer aan de wandel te zijn. Ik loop nu een stukje de Via de la Plata. Ik ben een eindje opgelopen met een Engels echtpaar uit Londen. Zij doen de Via de la Plata in drie jaar en zijn nu aan het tweede stuk bezig. Alles is door hen goed georganiseerd, want zij laten door een reisbureau van tevoren alle overnachtingen boeken. Dan heb je natuurlijk wel de zekerheid dat je overal een slaapplaats hebt en hoef je niet in een sportcentrum in de gymzaal te overnachten. Aan de andere kant ben je dan ook verplicht om elke dag op de gereserveerde plaats te zijn. Je kunt niet afwijken.

Ik wandel hier weer over hele lange wegen, van heinde en ver zie je alles en iedereen aankomen. Ik zag onderweg in de verte een fourwheel drive jeep aankomen en toen deze dichterbij kwam, zag ik dat daar een hele mooie dame in zat. Ze stopte bij elke pelgrim, dus ook bij mij en gaf iedereen een kaartje met het adres van een casa rural, waar je kunt overnachten. Dat leek me wel wat, dus toen ik om één uur in Montemarte aankwam, ben ik daarnaar op zoek gegaan. Dat valt niet mee, want Montemarte is een dorp, waar soms straatnamen staan, maar meestal niet. Ik had wel een adres, maar waar dat nu precies was? Gelukkig reed er een bakker in het rond en kon ik het aan hem vragen. Hij heeft me keurig de weg gewezen en zo stond ik al gauw voor de deur van de casa. Alleen..die was wel dicht en er was verder helemaal niemand te zien, ook de mooie dame natuurlijk niet meer. Op het kaartje dat ik gekregen had, stond een telefoonnummer, dus dat heb ik toen maar gebeld.
De dame die de sleutel had, werkte in de plaatselijke supermarkt, dus daar moest ik maar even naar toe komen. Eerlijk gezegd had ik in het hele dorp helemaal nergens een supermarkt gezien. Dat bleek ook te kloppen, want de supermarkt bevond zich in een doodgewoon huis. Je moet gewoon aanbellen, dan wordt de deur opengedaan en kom je in een mini-mini-mini supermarktje terecht. De mevrouw had de sleutel en liep met me mee naar de casa. Dus in die tijd kan er helaas geen klant komen. Heerlijk land.
Ik zit nu in mijn eentje in een casa rural met een zitkamer, eetkamer, drie slaapkamers, keuken, badkamer en grote binnenplaats middenin het dorp voor € 20. Betalen met een pasje kan hier niet, dus ik moest contant betalen en bleek daarna nog € 5 in mijn portemonnee te hebben. Voor de zekerheid heb ik maar een fles water en een rol kaakjes gekocht met de gedachte dat ik zelfs in Spanje voor € 5 geen maaltijd kan krijgen. “De pelgrim moet het vandaag dus met een schamel maal doen”, dacht ik zorgelijk. Als troost ben ik toen maar heerlijk op mijn binnenplaats in de zon gaan zitten en heb daar de siësta doorgebracht, althans, ik zat even en ineens was het een stuk later.

Uitgerust en weer goed wakker loop ik het dorp in en wat zie ik daar? Een bus, waarop de naam van een bank staat. Ik grijp meteen mijn kans en loop naar de bus, want wie weet? De bus blijkt echt een rijdende bank te zijn. Aan de buitenkant zit een klep en daar zit ook een echte pinautomaat in. Dat is toch vindingrijk. Ik heb weer geld om te eten, dus dat schamele maal stel ik maar weer uit tot een andere keer.

Wij hebben een gezegde: “Het is niet alle dagen feest”. In Spanje hebben ze dat niet, want ook hier in het dorp is het feest. Compleet met kermis. Om de feestvreugde te verhogen klinken er een paar keer per uur hele harde knallen. Waarom het feest is? Vanwaar die knallen? Ik heb geen idee, maar ik vrees het ergste vannacht. Ik heb wel eens meer zo’n Spaans feest vlak voor de deur gehad en dat duurde heel erg lang en er was heel veel geluid. Het zou me niet verbazen als ik, wanneer ik morgenochtend om half acht mijn ontbijt ga nuttigen in de plaatselijke bar, nog hier en daar een feestganger door het dorp zie dwalen.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 2 reacties

Wat moet je eigenlijk met een vrije dag?

parador-zamora-1-web parador-zamora-2-web

Gisteravond was er geen enkel restaurant open, tenminste niet die we hadden bedacht. Alleen…… de parador. Ik dacht dat die een eind buiten de stad was, maar toen Margrit zei dat die 50 meter van de albergue was, dacht ik: “Dat is niet voor niets, dat moet betekenen dat wij daar nu heen moeten!” Margrit zei nog dat we daar niet heen konden in ons T-shirt en op onze crocs, maar ik vond dat een waarlijk goed restaurant daar niet op mocht letten en dus hebben we daar als grootvorsten gezeten en er heerlijk gegeten.
Het is ook nooit goed. Heb ik een vrije dag, vind ik er eigenlijk niets aan. Ik heb de kerk bekeken en het kasteel en verder de dag in ledigheid doorgebracht. Het was gelukkig mooi weer, maar je kunt toch ook niet acht uur op een terras gaan zitten. Ik ben zelfs vanmiddag uit verveling met Margrit boodschappen gaan doen, kun je nagaan. Tussen de middag heb ik met Guy de Vlaming gegeten. Die kwam ook ineens weer opdagen en slaapt vannacht in de albergue. Morgen gaat hij met de bus naar Irun. Daar ontmoet hij een paar vrienden en dan gaan ze een stuk van de Camino del Norte lopen.
Ik heb besloten niet de route over Portugal te nemen, maar noordwaarts te trekken. Morgen wandel ik naar Montamarte. Daarna ga ik verder naar Granja de Moreruela en daar ga ik verder naar het noorden tot Astorga. Dan ben ik weer op de Camino Frances, die ik de allereerste keer gelopen heb. Dat is een drukke route, maar als er al veel pelgrims zijn, kan ik er ook nog wel bij, denk ik zo. Eén meer of minder merk je niet.
Dit wordt dus een camino met grote verschillen: de eerste helft was de stilste camino, de tweede helft is de drukste camino.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 2 reacties

Eindpunt van de Camino de Levante

Om kwart over zeven vertrok ik vandaag. Zonder koffie, want in het hotel was alles nog dicht. Ik hoopte in de stad nog een bar te vinden die open was, maar die hoop was vergeefs, alles was nog dicht.
Dus geen koffie, maar wel was ik getuige van een schitterende zonsopgang. Toro is gebouwd op hoge, rode rotsen en vanmorgen scheen daar de zon op. Een adembenemend gezicht.
Dus mijn dag was weer goed, al was de wandeling lang. Waarschijnlijk liep ik vandaag voor het laatst zonder ook maar een enkele pelgrim, lopend of fietsend, te zien. Na vandaag zal het wel weer drukker worden. Ik liep verder door het dal van de Douro en pas tegen twaalven kwam ik in een plaats waar ik koffie kon drinken en wat kon eten. Toen moest ik nog 15 km lopen.
Het was warm vandaag, minstens 25 graden. Lekker, hoor!
Om vier uur was ik aan de rand van Zamora. Op de brug heb ik een poosje stil gestaan, want het was toch wel een bijzonder moment: einde van de Camino de Levante. Het was eigenlijk best een zware tocht. Niet zozeer omdat de wegen lastig waren, maar per dag moet je grote afstanden afleggen en het vinden van een slaapgelegenheid is ook een heel gedoe. En het is een eenzame route. Ik heb daar zelf niet veel last van gehad, maar als je voor het eerst een camino gaat lopen, is deze route niet geschikt. Ik zou het niet doen tenminste.
Maar enfin, de laatste 37,5 km heb ik vandaag gelopen en het gidsje gaat nu dicht. Mijn gidsje is van 2009 en eigenlijk te oud. Inmiddels is er weer heel veel veranderd.

Zamora-webde albergue in Zamora

Even achteruit kijken en dan weer vooruit naar wat de rest van de tocht zal brengen. Het begin is al fantastisch, want in de albergue van Zamora stonden Margrit en haar Amerikaanse vriendin mij met open armen op te wachten.

Theo-met-Margrit-web

Het is ontzettend leuk Margrit weer te zien. De Amerikaanse vriendin vertelde dat ze al veel over mij gehoord had en Margrit zei meteen tegen haar: “Zie je wel dat hij een veel te zware rugzak heeft?” Dat was de vorige tocht het eeuwige strijdpunt tussen haar en mij. Zij vond dat ik veel te veel meesjouwde en ik zei dat ik dat allemaal nodig had. Ze had het heel leuk gevonden dat er steeds mensen in de albergue waren gekomen die mijn groeten overbrachten. O ja, ik moet Gery mededelen dat zij mij er erg gezond uit vindt zien, dus dat het goed met me gaat. Bij deze!

Ik heb samen met haar Spaanse opvolgster de mooiste kamer in de albergue en, als ik het tegen niemand zeg, mag ik bij hoge uitzondering twee nachten blijven. Dat doe ik natuurlijk, veel te leuk om elkaar weer te zien. Wat de drukte betreft: er slapen hier vannacht elf mensen en zij vinden dat rustig! Voor mij is het dus druk, druk, druk.
Morgen ga ik me onder andere bezighouden met de rest van mijn route. Ik kan de route nemen die ik al gelopen heb, maar er is ook nog een andere route: La Hiniesta. Dat is de Via Portigues van de Via de la Plata, die ik vorige keer heb gelopen. Ik ga dan nu eerst naar het westen door het bovenste stukje van Portugal en dan naar Ourense. Ik heb daar geen gids van, dus ik ga me morgen oriënteren om te zien of dit haalbaar is en of ik het wil. Ik moet zeker weten dat er overnachtingsplaatsen zijn. Margrit kwam al met een boekje aandragen erover.
Maar welke weg ik ook neem, het is allemaal leuk en het zal wel weer heel anders zijn dan de Camino de Levante. Ik ben erg blij dat ik deze heb gelopen. Eerst morgen van een vrije dag genieten en het zal vanavond vast wel gezellig worden!

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 4 reacties

Verdwalen op het grote pad

gele-pijl-web

Mijn enige excuus is dat het nog vroeg was. Om half zes ben ik al opgestaan, even over zes was ik in de bar van het hotel voor het ontbijt en om kwart over zes stapte ik welgemoed de deur uit. Op het centrale plein zag ik al gauw een schildje met de Jacobsschelp en een gele pijl, dus dat ging uitstekend. Heel uitstekend, want ik kwam steeds weer de gele pijl tegen, dus mijn gidsje was niet nodig. Dacht ik… Op een gegeven ogenblik zie ik staan: spoorwegstation. Hè????? Dat ligt toch helemaal niet op mijn route???? Even het gidsje erbij gepakt en wat zie ik? Ik loop totaal de verkeerde kant op, maar ook echt de heel verkeerde kant. Dan kom ik tot de ontdekking dat ik niet op de camino de Levante loop, maar nu ineens bezig ben met de Camino sur-est. Die loopt van Allicante naar Santiago en beide camino’s kruisen elkaar. Ik ben dus nu echt een afgedwaald schaap. Inmiddels ben ik al een heel eind buiten de stad en teruglopen? Daar begin ik niet aan, ik loop niet terug!
Dus ik loop gewoon door. Het lastige is nu natuurlijk wel, dat ik hier geen gids van heb, dus er komt een moment dat ik de autoroute voor me heb. Zo vroeg is er geen hond op straat, dus ik kijk goed links-rechts-links en steek de autoroute gewoon over. Aan de overkant loop ik dus keurig rechts op de autoroute. Nog steeds geen auto te bekennen, maar nog geen vijf minuten later word ik aangehouden: politie! Of er nu ergens camera’s zijn, waarop ze de zaak in de gaten houden of dat het louter toeval is, weet ik niet, maar mij wordt allervriendelijkst toegevoegd dat ik verkeerd loop. “Ja”, zeg ik, “dat weet ik” en leg de zaak uit. “Nou, als u hier nu op het zandpad naast de autoroute gaat lopen, dan belandt u rechtstreeks in Tordesillas en bent u in ieder geval weer in de bewoonde wereld”. Het prikkeldraad wordt naar beneden vastgehouden, zodat ik er overheen kan stappen en dan loop ik op het veilige zandpad. Het is nog wel 23 km naar Tordesilla. De eerste 8 km loop ik direct naast de autoroute en dat is niet zo leuk natuurlijk, maar daarna buigt het pad af en kom ik in Rueda terecht. Een heel leuk wijndorp met allemaal grote wijnhuizen. Eerst maar een kop koffie voor de schrik en dan moedig voorwaarts. Er komen weer binnenpaden en om half één stap ik Tordesillas binnen. Ook dat is een erg leuke plaats met veel toerisme. Anders was ik hier dus nooit gekomen, dus zo zie je weer eens wat, moet je maar denken.
Maar ja, ik zal toch weer naar de camino de Levante moeten, dus ik heb maar eens gevraagd naar het busstation. Volgens het papier dat daar hing, zou er om half drie een bus komen. Ik heb er zo mijn twijfels over, maar om half drie precies stopt de bus en brengt mij in twintig minuten 30 km verderop naar Toro. Daar moet ik zijn, dus ik zit weer op de goede weg. Het afgedwaalde schaap heeft de weg teruggevonden.
Toro is ook een erg leuke stad. Uiteraard ligt de stad weer hoog en kijk je vanaf die hoogte op de Douro neer. Het is het feest der communie, want overal lopen hier meisjes van een jaar of twaalf als bruidje verkleed. Het is wel grappig, want uiteraard lopen ze als filmsterren devoot over straat, maar af en toe vergeten ze de devotie en net zag ik er drie die aan het voetballen waren in bruidstooi.
Het was schitterend weer vandaag, dus de wandeling was lekker en nu ben ik ineens een stukje opgeschoten en heb uiteindelijk een dag gewonnen. Als alles goed gaat, ben ik morgenavond in Zamora. Margrit belde al om te melden dat het Duitse echtpaar daar nu was en ook de groeten van mij had gedaan. Dus ik ben welkom!

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 1 reactie

Theo hop hop

Zo, we zijn weer ruim 30 km verder gestapt. Vanmorgen om zeven uur, toen ik vertrok, was het heel erg koud. De zon kwam prachtig op, maar ineens kwam er mist. Om een uur of tien werd het weer heerlijk weer, 25 graden, zonnig, dus zeer aangenaam om te lopen. Ik kwam in een dorp en daar liep een mevrouw twee honden uit te laten of liever gezegd één hond en een hondje. Komisch genoeg heette het kleine hondje Gigant en de grote Kleintje. Ze was zo vriendelijk mij de weg naar de bar te wijzen, zodat ik koffie kon drinken, want ik had inmiddels al 20 km gelopen, dus dan wil de koffie er wel in. Op het terras voor het café zat het halve of misschien wel het hele dorp al lekker in het zonnetje en toen ik weer op weg ging, werd mij bereidwillig de weg gewezen: aan het eind van de straat rechtsaf.
Ik kwam aan het eind van de straat en zag toch echt een gele pijl, die me linksaf stuurde. Dus ik stond nog wat te aarzelen, toen er een mevrouw aan kwam hollen: Ik moest echt rechtsaf en me van die pijl niks aantrekken. Het halve of hele dorp verhief zich van het terras en kwam gezellig mee discussiëren en bij toerbeurt en door elkaar heen roepen dat ik echt rechtsaf moest gaan, want ‘als je linksaf gaat, sturen ze je wel 6 km om en er is niks te zien daar’. Ja, tegen zo’n overmacht kon ik niet op en ben dus maar rechtsaf geslagen. Ze hadden trouwens wel gelijk, want ik had een zandpad naast de autoweg, dat rechtstreeks naar Medina del Campo voerde.

Ik weet dat pelgrims horen te lijden en af moeten zien, maar laat ik nu vlak voor het centrum een driesterrenhotel op mijn pad vinden. Je moet elke vingerwijzing goed interpreteren, dus ben ik daar maar naar binnen gegaan. Ten eerste kreeg ik een mooie ruime kamer met badkamer en ten tweede was ik op tijd voor het eten in het restaurant. En tijdens het eten heb ik weer erg veel plezier gehad. Ik heb een lokaal gerecht gegeten dat ik alleen maar kon vertalen als ‘gebakken melk’. Ik was dus erg nieuwsgierig wat het was en het bleek de poot van een speenvarken te zijn met het vel en alles er nog aan. Ik heb altijd een hekel aan dat gedoe met botten en dat gepeuter, maar als je het vel er eenmaal af hebt, heb je heel lekker vlees en er zat een prima salade bij. Toen ik binnenkwam, zaten er al twee groepen en daarna kwam er nog een groep bij. Dat bleek een familie te zijn, waarvan een van de kinderen de eerste communie had gedaan, dus het was groot feest. De eerste communie had niet zo’n erg heilzame invloed gehad, want de kinderen waren ontzettend druk. Tel daarbij ooms en tantes en opa’s en oma’s, dan kun je je ongeveer voorstellen wat een gekakel het was. Ik heb genoten.

Een iets kleinere familie aan een andere tafel vierde kennelijk de zoveeljarige bruiloft van opa en oma. Ook dat ging niet geruisloos, vooral niet toen een kleindochter voor opa en oma een zelfgemaakt gedicht voordroeg en dat daarna, op perkament geschreven en compleet met een zegel eraan, overhandigde. Oma was hierdoor zo ontroerd, dat ze spontaan opstond en een lied begon te zingen. Niet erg zuiver en iedere keer als de familie dacht dat het afgelopen was, begon ze weer. De helft keek geschokt, de andere helft lag gillend van de lach op tafel. Het feest was compleet toen de grote taart kwam met daarbij een echt zwaard, waarmee oma de taart aan moest snijden. Het was geweldig!

Onderweg heb ik geen enkele pelgrim gezien, maar wel vond ik op de weg meermalen een boodschap in het zand geschreven van de Fransen die ik in het begin heb gezien en die nu ver vooruit zijn. Omdat het niet geregend heeft en er verder niemand over dat pad loopt, kon ik genieten van teksten als: “Theo hop hop” en “Theo ha ha”. Ik kreeg een sms van Margrit in Zamora dat ze daar inmiddels zijn gearriveerd en de hartelijke groeten van mij hebben gedaan.
Morgen heb ik weer een hele afstand te gaan, maandag en dinsdag is het iets korter en als alles meezit, hoop ik woensdag in Zamora te zijn. Margrit gaat daar donderdag weg, dus wellicht kan ik haar dan nog net zien. Dat zou leuk zijn.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 1 reactie

Beproevingen

Gisteravond hebben we met zijn vieren: de twee Spanjaarden, de Belg en ik, gegeten in de bar, waar we grondig werden bekeken door de enige andere klant. Ik heb heerlijk geslapen. Vanmorgen vertrokken eerst de Spanjaarden, toen de Belg en om kwart over zeven liep ik ook alweer langs de straat te slenteren. Het was een beetje mistig en het gras was heel erg nat. Binnen de kortste keren ben je dan tot aan je knieën nat. Het regende gelukkig niet, maar de zon zag ik ook niet.
Voor het eerste dorp was een benzinepomp, waar ze koffie verkochten en broodjes. Ik dacht: “Dat doe ik niet, ik ga in het dorp in een bar zitten, veel gezelliger”. In mijn gids stond dat er in elk dorp een bar was, dus ik liep geen risico. Althans, dat dacht ik. Want in het dorp was wel een bar, maar die was dicht. Dus op naar het volgende dorp. Ook daar was de bar nog dicht. Ik werd zwaar beproefd, want ook in het derde dorp was de bar nog dicht. Dus in het vierde dorp zag ik een bar en ik stormde zowat naar binnen, snakkend naar koffie. Ik heb drie madeleines (dat zijn een soort cakejes) gegeten en een dubbele koffie. Toen kon ik gesterkt weer op weg en wat zag ik toen? Achter elkaar drie bars, die open waren en waar veel lekkerder zaken te verkrijgen waren, zoals versgeperst sinaasappelsap. Zo zie je maar weer, je weet het hier nooit.

harswinning-web Een deel van de route liep door een bos. Ik denk dat er wel 5000 bomen stonden. Hier wordt hars gewonnen. Van elke boom halen ze een stuk bast weg en onderaan, waar de bast weer begint hangen ze een bakje om de hars in op te vangen. Het zal wel een gigantisch werk zijn om dat te doen, maar daarna druppelt de hars vanzelf in het bakje.
Na het bos moest ik een heel stuk over de autoweg lopen. Dat is nooit leuk, want aan de kant van de weg is een heel smal vluchtstrookje, waar je dan over moet lopen. Ik moet wel zeggen dat de automobilisten het kennelijk gewend zijn dat er mensen over de weg lopen en fietsen, want ze letten wel goed op.
Onderweg naar Arevalo heb ik gebeld naar het hotel dat in mijn gidsje staat en een kamer gereserveerd. Ik was er welkom. Gelukkig maar, want in Arevelo kwam ik de Belg tegen, die op een bankje zat te wachten tot het vanavond negen uur is, eerder kan hij volgens hem niet in het sportcentrum terecht. Het hotel waar ik zit, ligt langs de route en dat vond ik wel belangrijk, omdat ik morgen weer meer dan 30 km moet lopen. Het nadeel is dat het in een industriegebied ligt, waar verder niets is. Ik was er om drie uur en kon nog eten, maar er volgde meteen weer een beproeving: het eten was namelijk absoluut niet lekker. Aardappelschijfjes die in de olie drijven en helemaal slap zijn, ik geef het je te doen. Weet je wat nog het ergste is? Aangezien hier verder niets is, moet ik hier vanavond weer eten. Dus weer een beproeving. Kortom, een dag vol beproevingen.
Arevalo is een leuke stad met oude kerken en een standbeeld van Isabella de Katholieke. Die staat hier overal en schijnt heel Spanje gesticht te hebben of zoiets.
Ik kreeg nog een sms-je van Margrit, met wie ik de vorige tocht gelopen heb. Zij bestiert op dit moment de refugio in Zamora en vraagt waar ik nu ben en of ze me nog zal ontmoeten. Dat zal hoogstwaarschijnlijk niet lukken. Als ik in Zamora aankom, is zij alweer weg. Jammer, maar niets aan te doen.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | Een reactie plaatsen

Blog op WordPress.com.