Spaans, Engels of Vlaams

Vanmorgen begon dan het ‘echte’ werk. Mijn eerste stempel heb ik gisteren al in de kathedraal gehaald, dus het begin is er. Het is heerlijk weer vandaag: 24 graden, de hele dag zon en een lekker windje, dus uitgelezen weer om te lopen.
Zo mooi als het weer was, zo saai was de route. Ik heb eerst kilometers door woonwijken en over industrieterreinen gelopen. Niet leuk, maar dat weet je als je bij een stad bent en ik troostte mij met de gedachte dat ik vanmiddag door een natuurpark zou lopen.
Dit gebied is van de Moren geweest en je ziet nog overal minaretten, elk dorp heeft er wel één. Soms zijn ze een beetje omgebouwd, soms is er zelfs een gemeentehuis omheen gebouwd, maar je ziet duidelijk dat het eigenlijk minaretten zijn. In elk dorp staat ook een standbeeld van een ridder te paard, die het dorp van de Moren heeft bevrijd.
Bij Silla begon het natuurpark, maar daar liep het mis. De pijl stond er wel, alleen was alles afgezet met grote hekken, je kon er gewoon niet in. Het gevolg was dat ik vervolgens nog 10 km langs de autoweg heb gelopen. Dat was wel iets korter, maar wat de route betreft werd het dus niet ‘een dag om nooit te vergeten’!
Om kwart voor vier was ik in mijn hotel in Almussafes. Bij de receptie begon ik met de receptioniste eerst in het weinige Spaans waarover ik beschik te praten, maar toen wist ik het niet meer en ging over in het Engels, waarop ik in sappig Vlaams antwoord kreeg. De receptioniste is weliswaar een echte Spaanse, maar heeft van haar eerste tot haar veertiende jaar in Hasselt in België gewoond. Ze vond het heel leuk om weer Vlaams te spreken, want zo vaak doet ze dat niet meer.
Het hotel is simpel, maar netjes. In deze plaats staan de Fordfabrieken en die zijn geweldig groot. Iedereen rijdt hier natuurlijk ook in een Ford.
Er schijnt wel een Hollander voor me uit te lopen, die is vanmorgen uit dit hotel vertrokken, dus wie weet haal ik hem nog in.
Dat zal morgen in ieder geval nog wel niet gebeuren, want ik loop dan maar 14 km. Daar staat het enige hotel dat nog een kamer heeft, de rest zit vol, ook verderop. Ja, het is natuurlijk weekend.
Nou, ik vind het eigenlijk prima, dan heb ik morgen alle tijd en de dag daarna wordt het zo’n 25 km. Dus dat is mooi verdeeld.
Na mijn babbeltje met de receptioniste was het weer even wennen wat het dagelijkse ritueel betreft. Ik doe het allemaal wel, maar moet er steeds bij denken: “O ja, nu eerst wassen”, “O ja, nu rugzak uitpakken”, etc. Dat is allemaal nog geen automatisme. Maar ja, na de eerste dag kan dat ook niet natuurlijk, dus ik zal niet klagen. Ik heb ook niets te klagen, want het bevalt allemaal weer prima.
En nu naar het terras voor een pilsje. Gek hè, maar die routine zit er nog wel in!