Zoals ik me gisteren heb voorgenomen, zo heb ik vandaag mijn plan uitgevoerd. Om half elf vanmorgen kwam de taxi voor mijn sjieke hotel rijden en bracht me naar Coimbra.
Daar ben ik eerst op zoek gegaan naar een schoenmaker en die heb ik ook gevonden. Hij begreep het probleem in ieder geval, zette overal kruisjes op mijn schoen en meldde vervolgens dat ik ze morgen om twaalf uur weer op kan halen. Dus dat is in ieder geval iets.
Omdat ik onder de nagel van mijn grote teen allerlei bobbeltjes zag verschijnen, dacht ik wijs: “Weet je wat, laat ik nou de wijze adviezen van iedereen opvolgen en even naar een dokter gaan”. Wist ik veel……..
In het hotel, waar ik zit, heb ik dus het adres van een dokter, een ‘clinica’ gevraagd. Gewapend met het adres dus op zoek, een beetje zoeken en nog een beetje zoeken, maar uiteindelijk vond ik het adres. Dus ik naar binnen en daar zaten al heel veel mensen te wachten.
Bij de balie werd me verteld dat ik helaas niet geholpen kon worden, want… er waren geen dokters aanwezig. Ik kon beter naar de Eerste Hulp van het Universiteitsziekenhuis gaan, werd gezegd.
Dat vond ik wel een slim plan, dus ik snelde in een taxi (nog nooit zo vaak in een taxi gezeten als deze weken) naar het Universiteitsziekenhuis. Nou, daar heb ik zo het een en ander beleefd. Gery kijkt vaak naar ER, een ziekenhuis-soap van een ziekenhuis in Amerika. Nou, ik zat nu in een ziekenhuis-soap in Portugal.
Om te beginnen kwam ik uiteraard in een wachtkamer terecht. Logisch natuurlijk, alleen bleek dat het de wachtkamer was, waar je moest wachten tot je ingeschreven werd. Daar begon een probleem, want toen ik aan de beurt was, kreeg het meisje mijn Hollandse gegevens niet in de computer. Dus de een na de ander kwam erbij, want het moest natuurlijk wel opgelost worden. De rij achter me werd langer en langer, ik wachtte geduldig. Uiteindelijk werd het probleem opgelost en mocht ik naar de portier.
De portier stuurde me onverbiddelijk rechtsaf naar wachtkamer twee. Daar zaten natuurlijk ook weer veel mensen. Dus ik ga weer braaf zitten wachten. Kijk, in een ziekenhuis ben ik nooit zo’n held en denk al gauw bij mezelf: “Houd je koest, straks houden ze je nog”.
Uiteindelijk werd het wachten beloond, want er kwam een mooi, fris, jong meisje blij kijkend naar de wachtkamer. Toen werd er een hele groep van zo’n man of acht, tegelijk opgeroepen, waaronder ik. Allemaal mensen die iets aan been of voet hadden, dus de een kreupelde al meer dan de ander. Zo hobbelden wij gedwee achter dat aardige meisje aan. Het leek wel een processie met het meisje als engel voorop. Het bleek dat wij allen, kreupelen, voor een en dezelfde dokter, een orthopeed, bestemd waren, dus werden wij …… naar wachtkamer drie gebracht.
Dat zou zo erg niet zijn, als het niet zo was dat wachtkamer drie uitkeek op de zaal waar mensen behandeld werden, dus ik zag de ene vreselijke wond na de andere voorbijgaan. Aangezien ik geen held ben, kreeg ik het, bij het zien van al die ellende, steeds benauwder. Niet alleen dat je dat allemaal ziet, maar dat alles wordt dan ook nog eens vergezeld van gekreun, gehuil en geschreeuw. Eerlijk, waar, ik heb verscheidene keren op het punt gestaan snel op te staan en op de vlucht te slaan. Vanwege het feit dat ik toch keurig ben blijven zitten, mag ik wel een ware held genoemd worden.
Enfin, aan dit lijden kwam een einde toen ik uiteindelijk bij de dokter belandde. Deze sprak geen woord Engels en ik geen Portugees. Geen nood, ik ontblootte mijn voet en hield die onder zijn neus. De dokter keek en zei iets dat klonk als: “Ja, ja”. Vervolgens bracht hij mij naar…. wachtkamer vier. Na braaf daar maar weer gewacht te hebben, kwam er iemand die… bloed ging prikken en vervolgens werd er een foto van mijn voet gemaakt. Ik snapte er niet veel van, maar liet het wel uit mijn hoofd om commentaar te geven, ik kijk wel uit.
Na deze escapade moest ik weer terug naar wachtkamer drie en verscheen de dokter weer. En toen kwam het grote moment: “Nou”, zei de orthopeed, “de voet is niet gebroken, er is niets anders aan de hand, maar………………. het komt door je schoenen!” Kijk, je moet er heel wat voor doen, maar dan heb je ook een conclusie die klinkt als een klok! Vervolgens schreef de dokter een receptje voor een soort magnesiumpillen, die ik driemaal per dag gedurende tien dagen in moet nemen. De dokter zei ook nog dat ik natuurlijk niet kon lopen, maar toen ik meldde dat ik onderweg was naar Santiago de Compostela mocht ik het toch proberen. “Mooi zo”, dacht ik, “gauw wegwezen hier” en begon in ijltempo mijn sokken weer aan te trekken. Fout, fout, fout! Nee, nee, dat ging zomaar niet, ik moest eerst naar de behandelkamer!
Daar aangekomen werd ik op een brancard gelegd en er kwam een broeder die mijn voet rijkelijk met jodium insmeerde en er vervolgens een stuk of vijf pleisters op plakte.
En toen mocht ik dan toch eindelijk weg. Snel in de taxi terug naar het hotel. Ik was vanmiddag om één uur bij de eerste dokter en was om kwart over zes vanavond weer terug. Dus van de stad heb ik nog niets gezien. Het schijnt een leuke stad te zijn, maar wel veel klimmen.
Nou, morgen ben ik in ieder geval nog hier en dan kan ik nog iets van de stad zien.
Ik vind dat ik nu alles geprobeerd heb wat mijn voet betreft. Als het nu nog niet gaat, dan houdt het voor mij op. Het moet wel leuk blijven. Jammer, maar niets aan te doen.
Wat een heerlijke verhalen voor ons, maar voor jou iets minder, begrijp ik.
Die ziekenhuizen zijn echt een ramp, maar als je eigen leed niet zo heel erg is, ook wel vermakelijk. Leen en ik hebben het ook meegemaakt in Spanje en ja, je waant je echt in een Amerikaanse soap-serie.
Ik hoop, net als de anderen, dat de schoenmaker je schoenen weer draagbaar kan maken. En ik ben het met mijn zus eens: Je hebt je al bewezen, hoor.
Veel succes en ik hoop voor jou dat je weer verder kan lopen, want je verslagen zou ik heel erg missen.
Succes hoor!!
Wat een schitterend verhaal! Het lijkt echt een aflevering uit een ziekenhuis-soap! Triest voor jou, maar ik heb er echt van genoten! En hoe je dat allemaal verwoordt! Echt Theo, je had schrijver moeten worden!!!!!
Hopelijk gaat het goed met je voet, want terugkeren lijkt me voor jou op dit moment waardeloos!
Hoi Theo, soms valt het mee, maar soms kan het ook tegenvallen.
Veel sterkte met je voet en hopelijk gaan de scherpe kantjes er snel af, zodat je toch gewoon op je pad kunt blijven. Je doet er zelf genoeg voor, nu nog hopelijk een steuntje in de rug van Jacobus.
Groetjes uit een bewolkt en koel Brabant
Theo, als ik het niet zo vervelend (nog netjes gezegd) voor je vond, zou ik zeggen: Maak er een film van, want dit is niet normaal in onze Hollandse ogen.
Graag zou ik je goede raad geven, maar die weet ik ook niet. Weet wel, dat je je al bewezen hebt. Wat je ook besluit, je bent een kei. Al gun ik je het van harte dat je door die deur heen kan lopen.
STERKTE
Je hebt het altijd over afzien, want je bent een pelgrim.
Het begint er nu wel echt op te lijken.
Met als pleister op de wonden bij terugkomst een heerlijk hotel. Ben benieuwd morgen naar het verhaal van de schoenmaker.
Eén ding is zeker: je maakt weer allerlei bijzondere dingen mee, niet altijd leuk voor jou en ook niet voor Gery, want die zou je het liefst direct ophalen met die zere voeten.
Maar voor ons lezers is het wel weer vermaak, hoor!
Theo, ik hoop echt dat de schoenmaker er iets aan kan doen en je verder zonder pijn nog een aantal mooie wandeldagen mag beleven.
Groetjes