2013: Camino de Levante

Via Samos

Vanmorgen ben ik vertrokken na een goed ontbijt en na alles netjes betaald te hebben, althans, dat dacht ik. Ik had nog net genoeg geld in de beurs. Het was heel verschrikkelijk koud en ik heb juist mijn trui weggegooid om het gewicht van mijn rugzak te verminderen. “Heb ik toch niet meer nodig”, dacht ik blij. Het was zo bar koud, dat ik steeds mijn stok van hand moest wisselen, zodat ik dan een hand in mijn jaszak kon laten opwarmen. Als de zon dan eenmaal opkomt is het binnen een uur heerlijk warm, dus zo heel erg lang duurde de beproeving nou ook weer niet.
Na 3 km ongeveer ging mijn telefoon. Ik dacht dat het Gery was, maar het was de beheerster van de refugio waar ik vannacht geslapen heb. Ze begon een heel verhaal in het Spaans waar ik geen bal van begreep, behalve dat ze steeds vroeg waar ik was. “Waarom wilt u dat weten?”, vroeg ik en toen bleek dat ze vergeten was het eten op de rekening te zetten. Het was helemaal haar fout, maar misschien wilde ik het alsnog betalen? Als ik een paar minuten wachtte, zou ze met de auto van de bakker naar me toekomen. Ik heb braaf gewacht en inderdaad, na tien minuten kwam er met vervaarlijk hoge snelheid een bakkersauto aan gereden, die remde dat het gierde en waaruit de beheerster rolde. Duizend excuses en duizendmaal dank dat ik het eten nog wilde betalen. Met het bijeenrapen van al mijn kleingeld kon ik nog net ook het tientje van het eten betalen. Heerlijk land.
Het is nu constant afdalen en het was een heftige afdaling naar Triacastela. In Triacastela wist ik nog goed de weg en ook dat de beste bar aan het einde van het dorp is. Daar heb ik koffie gedronken en een tostada gegeten. Daar heb ik ook besloten de omweg te nemen naar Samos om het klooster te bekijken. Dat heb ik vorige keer niet gedaan, dus nu is het leuk een andere route te nemen. En ik heb zeker geen spijt van die omweg, want het is echt de moeite waard. Ik liep bijna 12 km helemaal alleen, niemand voor en achter me, door een kloof langs een riviertje met watervalletjes en een oude watermolen. Het was echt heel mooi.
Toen moest ik weer naar boven en heb een stukje met een Engelsman gelopen. Opeens zagen we toen in
het dal het klooster liggen, een mooi gezicht.

klooster-Samos-web

Toen zijn we weer de diepte ingegaan en in Samos vond ik tweehonderd meter na het klooster een hotel. Ik kreeg de allerlaatste kamer op de vierde verdieping onder de hanebalken. Het wemelt hier van de toeristen. Ik was net op tijd voor het eten en kon zo aan tafel schuiven. Ik heb lekker gegeten: vooraf heerlijke asperges en daarna een malse biefstuk. maar die was koud van binnen en die heb ik brutaal teruggestuurd. Ik kan merken dat ik hier gewend begin te raken, want dat zou ik aan het begin van mijn tocht niet gedaan hebben. In mijn beste Spaans heb ik uitgelegd waarom en…. het lukte. Ik kreeg een nieuwe, warme biefstuk en daarna kwam de ober wel zes keer vragen of de biefstuk nu goed was.
Na de douche en mijn wasje ben ik naar het klooster gegaan voor een rondleiding. De kaartjes werden verkocht door een jonge vrouw met een baby op haar buik in zo’n hangzak. Na twee minuten kon ik met de rondleiding mee en bevond me plotseling in een grote groep bejaarden. Die moesten overal fotootjes maken van de hele groep, dus dat schoot niet op. Maar de kaartverkoopster kwam, met de baby op haar buik, hard aangerend en maakte duizend excuses. Ze had me met de verkeerde groep meegestuurd. Ik moest natuurlijk niet met de bejaarden mee, maar met de groep pelgrims. Zie je nou wel, dat ik nog een jonge god ben? Ze pikte me er zo uit.
Ik werd trouwens direct gestraft voor mijn hoogmoed, want de gids van de pelgrimsgroep hield niet van treuzelen. We moesten op een holletje achter haar aan rennen.
Ik heb het nog steeds geweldig naar mijn zin. Laat ik het zo zeggen: de afwas lokt nog niet!

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 2 reacties

Klimmen, klimmen, klimmen

Om half acht ben ik vertrokken en toen moest ik klimmen van 600 meter naar 1360 meter. Het was erg steil, maar een wondermooie route. Het was vandaag heel rustig, ik heb af en toe uiteraard wel een pelgrim gezien en een praatje gemaakt, maar het viel erg mee met de drukte. Ik heb lekker gelopen.
In O Cebreiro ben ik de kerk ingelopen om het wonder te aanschouwen. Er schijnt een priester geweest te zijn die de mis las, maar in de kerk was alleen maar één boer, die omhoog was geklommen. De priester vond het maar niks en vond de boer eigenlijk een ezel omdat die helemaal naar boven was geklommen voor een beetje brood en een slokje wijn. Op dat moment veranderde de hostie in vlees en de wijn in bloed. Dus Dus God strafte meteen.

cebreiro-kelk-web

In de kerk zijn nu het betreffende schaaltje en de wijnkelk te zien. De kelk wordt ook wel de Gallische graal genoemd en er zijn bedevaarten naar toe. Er branden ook heel erg veel echte kaarsen en ik heb er ook een kaars opgestoken voor al mijn vrienden en familie.

Verder heb ik er ook een Gallisch huis bekeken Dat zijn heel lage huizen van stenen uit de bergen met een heel groot rieten dak, bijna tot op de grond. cebreiro-huis-web

Categorieën: 2013: Camino de Levante | Een reactie plaatsen

Al snel koffie

Het voordeel van de Camino Frances: je gaat om half zeven weg en om tien voor zeven kun je al koffie krijgen! Ton, bedankt voor je routebeschrijving met plaatsen en overnachtingen. Ik moet zeggen dat ik de route van vandaag wel goed herkende. Maar wat een verschil met zeven jaar geleden. Ik herinner me dat we toen op een autoweg liepen en iedere keer opzij moesten springen voor de auto’s. Nu ligt er een keurig wandelpad langs de weg. Alles is dus goed georganiseerd en geprofessionaliseerd. Je kunt ook alles krijgen onderweg wat je nodig mocht hebben. Het nadeel is toch wel de grote drukte. Onderweg overdag gaat het nog wel, maar op de Camino de Levante was het spannend omdat ik niet wist of er ergens wel slaapgelegenheid was, hier is het spannend of er nog wel ergens plaats voor je is. Daar moet je echt rekening mee houden, dus je kunt niet ergens laat aankomen. Dus Ton (andere), je hebt gelijk om richting Ourense te kiezen. Als ik dit van tevoren had geweten, had ik dat misschien ook wel gedaan. Hoewel? Vanwege het grote verschil is dit toch ook wel weer erg leuk. En hier heb je het Cruz de Ferro. Dat maakte toch weer veel indruk op mij. Het was lekker dat ik daar nu alleen was. Als je die berg stenen ziet, denk je onwillekeurig: “Dit is een berg vol emoties”.

Gisteravond om half tien kwam er nog een stel mensen aan. Zij hadden hun bagage allemaal in een winkelwagentje geladen. Bovenop zat een kat. Hij moest de kar duwen en zij moest overal gaan vragen of er nog plaats was. Het was een zot gezicht, maar ja, ieder zijn camino.
Gisteravond heb ik een Nederlander ontmoet, die ook Theo heet en precies even oud is als ik. Hij is op zijn zevende jaar geëmigreerd naar Australië, maar vertelde dat hij zich nog altijd meer thuis voelt in Europa dan in Australië. Hij spreekt ook nog perfect Nederlands. Zijn vrouw is een echte Australische, maar vindt Europa ook leuker. Een aantal jaren geleden is hij in zes jaar tijd met een zeilboot van Australië naar Amsterdam gevaren en is vervolgens anderhalf jaar met zijn boot hier blijven liggen. Hij heeft ook in Zaandam bij het eiland gelegen en zijn oudste zoon is in Zaandam op school geweest.

Toen ik vanmorgen vertrok, ben ik twee keer iemand voorbij gelopen, die aan de kant van de weg in de slaapzak lag te slapen. Ik weet niet of dit bij gebrek aan een albergue was of omdat ze ervoor gekozen hebben.
Het is nu prachtig weer geworden. Althans, dat vind ik, want vanmorgen passeerden mij twee Spanjaarden die er kennelijk heel anders over dachten: zij liepen diep weggedoken in een winterjack en met handschoenen aan. Ik liep daarentegen in korte broek en in T-shirt. Zeg nou zelf: bij 24 graden hoef je toch niet meer in je winterkleren te lopen?

Om één uur ben ik na 24 km gestopt in Vega de Valcarre en ik zit nu in een paradijselijke refugio, minstens vier sterren waard. Stel je voor: een woonhuis, waar op de eerste verdieping de eigenaar woont en waar beneden een slaapzaal voor maximaal twintig personen en een restaurant is. Stel je vervolgens voor dat er warme douches, een wasmachine en een droger zijn. Maar stel je vooral voor dat er een tuin is met een gazon, waar zonnestoelen en parasols zijn. En stel je dan ook even voor: Theo, die in zo’n stoel aan de oever van een kabbelend beekje aan het eind van de tuin zijn sigaartje zit te roken! Ik weet het, het is misschien pijnlijk voor jullie.
Straks keer ik weer terug tot aardse sferen en ga kijken of ik ergens onderbroeken kan kopen, want door mijn voorzichtige behandeling komen er overal gaten in. Dan ga ik vervolgens kijken wat ik uit mijn rugzak weg kan gooien. Maar nu eerst nog even genieten!

Ik heb tot mijn schrik net een bordje op de deur zien hangen, waarop staat dat het naar Santiago nog maar 170 km is. Kijk, dat had ik nu even niet hoeven te weten!

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 2 reacties

De mooiste credencial

Het was een heel erg mooie dag. Het weer was prachtig, vanmorgen zo’n 18 graden en vanmiddag 24 graden. Heerlijk weer om te wandelen dus. En dat heb ik 24 km lang gedaan. Onderweg viel de drukte eigenlijk best mee. Het eerste stuk liep ik zelfs helemaal alleen. Daarna waren er wel meer mensen, maar het was niet echt heel erg druk. Onderweg heb ik drie charmante dames ontmoet uit St. Franciso en San Diego. Die hebben mij koekjes gegeven, want ze hadden veel te veel koekjes gekocht en dat was te zwaar.
Ja, op deze camino ontmoet je wel weer veel mensen van allerlei soort en dat is ook wel weer erg leuk.

sinaasappels-web pers-web sap-web

Onderweg kwam ik langs een meneer en die had een tafeltje buiten staan met sinaasappels en bananen. Daar mocht je zoveel van nemen als je wilde. Er stond een persje bij, zodat je de sinaasappelen kon uitpersen en een glas vers sap maken. Wat het kostte? “Je geeft maar wat je kunt missen”. Geweldig toch? En het mooiste is dat hij in plaats van een stempel een mooie tekening maakte in mijn credencial. Het duurde een kwartiertje, maar nu heb ik de mooiste credencial van de camino!
Al valt onderweg de drukte wel mee, in de refugio’s is het gigantisch druk. Al mijn volgelingen die me zo graag in een refugio zien slapen in plaats van in een parador, kunnen nu tevreden zijn. Ik lig in de refugio van Cacabelos. De refugio is om de kerk heen gebouwd. Het zijn allemaal hokjes van niet meer dan een meter of twee in het vierkant. In die hokjes staan twee stapelbedden en omdat het zo druk is, ligt er tussen die twee stapelbedden nog een matras. Ik moet zuinig zijn met mijn mobiel, want iedereen wil uiteraard opladen en ik kom er gewoon niet tussen. Zo zie je maar weer: elk voordeel heeft zijn nadeel en omgekeerd.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | Een reactie plaatsen

Geen plaats in de herberg

Vanmorgen ben ik fris en monter om kwart over zeven vertrokken uit Astorga. Het is mij gisteren uiteindelijk toch gelukt een schijfje voor de camera te bemachtigen, dus er kan weer gefilmd worden. Het wordt wel wat eentonig om te vertellen, maar ik wandel, wandel, wandel. Ik wandel tezamen met enkele honderden pelgrims nu. Vanmorgen heb ik in twee uur tijd vaker “Buen camino” geroepen dan in de zes weken hiervoor. In het begin loopt natuurlijk iedereen bij elkaar, later dunt het wel meer uit.
Vorige keer heb ik in Rabanal geslapen, nu heb ik er een boccadillo gegeten en chocolademelk gedronken. De bedoeling was dat ik vandaag tot Foncebadon zou lopen. Toen ik daar aankwam, betrok net de lucht, het werd bewolkt en donker. Ik dacht: “Ja, wat moet ik hier eigenlijk de hele verdere middag zitten doen? Als ik nu doorloop naar het cruz de Ferro loop ik achter de hele meute aan en is het daar wellicht lekker rustig”. Zo gedacht, zo gedaan. De route naar boven is erg mooi en inderdaad was het erg rustig bij het cruz de Ferro. Dat was heel prettig en ik heb aan jullie allemaal gedacht. Ik was eerst helemaal alleen, later kwam er een Hollander op de fiets. We hebben een praatje gemaakt, foto’s van elkaar genomen, samen een reep chocola gegeten en een sigaartje gerookt. Daarna zijn we ieder weer onze eigen weg verder gegaan.

Cruz-de-Ferro-web

De eerste refugio die ik bij het afdalen zag was in Manjarin. Dat was helemaal niks, een ‘Peppie-en-Kokkie’-refugio. Allemaal borden en vlaggen aan de buitenkant en een of andere alternatieveling die de refugio beheert. Dus ik ben doorgelopen naar El Acebo. Het pad naar beneden was een moeilijk pad met veel losse stenen en zo, maar alles ging prima. De problemen begonnen pas in El Acebo zelf. Ik ging naar de eerste herberg: vol, ik ging naar de tweede: vol, ik ging naar de derde: vol. Dan maar naar een casa rural. Die is wel duurder, maar je moet toch wat. Ik ging naar de eerste casa: vol, ik ging naar de tweede: vol, ik ging naar de derde: vol, ik ging naar de vierde: vol! Toen waren alle overnachtingsplaatsen op. In de casa, waar ik het laatst was, zei de eigenaar: “Ik heb een collega in het volgende dorp en ik denk dat hij misschien wel plaats heeft, ik bel hem wel even. Meestal komt hij je dan hier ophalen”. Dat leek me wel wat. Er werd gebeld en gelukkig was er nog een kamer voor mij. Maar de mevrouw daar was er alleen en verwachtte nog gasten, dus kon me echt niet op komen halen. Dus zat er niets anders op dan nog maar eens 3,5 km naar beneden te lopen. Naast de route loopt de autoweg en die wordt volgens mij alleen maar gebruikt door fietsende pelgrims en busjes, waarin pelgrims vervoerd worden. Maar ik liep en liep.

Al met al heb ik vandaag vanaf vanmorgen kwart over zeven tot vanavond half zeven gelopen en de respectabele afstand van 42 km afgelegd! Gery vond het zielig voor me, maar dat was het niet. Het was toch een hele mooie dag voor me met mooi weer en maar even dreigende wolken, waar toch geen regen uit kwam.
En als beloning zit ik nu in Riego de Ambros in een schitterende kamer met een badkamer en…. een balkon om in de zon lekker mijn sigaartje te roken. Dat alles kost me maar € 20. Dus niemand hoeft medelijden met me te hebben.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 3 reacties

Camino Frances

Elke dag is het hier mooi weer tot de middag en na de middag betrekt de lucht en verdwijnt de zon. Maar goed, zolang het maar droog blijft mopper ik niet.
Vanmorgen waren we de sleutel van de albergue kwijt. Die moesten we in een bakje leggen. Ik heb dus aan iedereen gevraagd waar die sleutel gebleven was. Niemand had hem en toen bedachten we gezamenlijk dat de beheerster de sleutel had meegenomen. Dus trokken wij de deur achter ons dicht en vertrokken. Ik heb tegen Carlos gezegd dat hij gewoon door moet lopen, want hij loopt veel harder dan ik. Ik wil gewoon mijn eigen tempo lopen. Bovendien kletst hij je de hele dag de oren van je hoofd. Het is een aardige knul, dat wel, maar ik loop net zo lief alleen. Na 1,5 km zag ik al een bar, dus snel naar binnen voor de koffie. Dan kan ik meteen mijn medicijnen innemen, dus ik greep in mijn broekzak naar de medicijnen en wat haal ik tevoorschijn? Juist, de sleutel van de albergue. Dus na de koffie eerst maar weer 1,5 km terug om de sleutel af te leveren.
Het was vandaag een hele mooie route. het leek wel een beetje op de Veluwe: zandgrond, bossen met grote open stukken ertussen, erg mooi. Ik heb een hert gezien en een buizerd, maar beiden deden niet aan public relations voor de natuur, want ze stopten niet even om zich te laten filmen. De wegen waren goed begaanbaar, het waren zandwegen en dat loopt lekker. Bovendien zag ik af en toe in het zand een boodschap in grote letters van Carlos: “Theo, animo”. Wij zouden zeggen: “Houd er de moed maar in”.
Ongeveer 5 km voor Astorga klopte mijn gidsje niet meer, ik zag ook geen gele pijlen meer en ben daardoor 4 km omgelopen, dus ik heb er vandaag 28 km opzitten. Ik was weer van plan om het eerste het beste hotel te nemen, dat op mijn weg kwam en dat heb ik dus gedaan. Ik zit nu in een eenvoudig pensionnetje, maar er is niets op aan te merken en ik betaal nu € 20. Vanmiddag heb ik er gegeten voor € 9. Ja, ik kan ook wel eens zuinig zijn, hoor.
Na het eten ben ik op zoek gegaan naar een goede fotowinkel voor een schijfje in mijn camera, want het schijfje dat ik een paar dagen geleden heb aangeschaft, is volgens mij voor een mobiele telefoon. Ik wil niet het risico nemen dat ik niet meer kan filmen onderweg, dus toen ik zo gauw geen winkel zag, dacht ik: “Even naar de VVV”. Mooi mis, het is maandag en dan is de VVV gesloten, ook op tweede Pinksterdag. Lijkt me niet zo handig op een feestdag, maar ja.
Ik ben nu weer op de Camino Frances en ik ben meteen in een andere wereld. Alles is hier te koop: wandelstokken, petjes en weet ik wat al niet meer. Alle dingen waar ik me soms onderweg rot naar heb lopen zoeken, liggen hier in Astorga voor het grijpen.
Het bulkt hier echt van de pelgrims, je herkent ze van heinde en verre. In het pension stonden ze ook al op de deur te kloppen van de douche en ook dat herkende ik van zeven jaar geleden. Dat is typisch de camino Frances.

Astorga-web Astorga, bisschoppelijk paleis van Gaudi

Ik wilde ook even naar het bisschoppelijk paleis van Gaudi, want dat heb ik de vorige keer niet bekeken. Maar ja, het is maandag, ook dat is gesloten, ook al is het dan Pinksteren. Alle pelgrims lopen langs me heen om het paleis te gaan bekijken. Ja jammer dan, maandag is maandag en dicht is dicht. Heerlijk land.
Ik heb nu op één middag al meer pelgrims gezien dan in alle weken hiervoor. Ik zei tegen Gery dat ze ongeveer gelijk met mij uit St Jean pied de Port vertrokken waren, maar Gery zei dat dat niet kan, omdat dat 400 km korter is dan mijn route. “Nou ja”, zei ik, “die paar kilometers”. Daarna realiseerde ik me eigenlijk pas dat dat wel ongeveer 3 weken lopen is.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 1 reactie

Gezelschap

Het is de hele dag droog geweest, al was het wel erg koud.
Vanmorgen werd ik ingehaald door Carlos, een Spanjaard. Die is beginnen te wandelen in Tordesillas, de plaats waar ik een week geleden hopeloos ben verdwaald. Hij heeft vannacht in de albergue van Alija del Infantado geslapen en heeft me de hele dag gezelschap gehouden. Samen hebben we gemopperd op het feit dat we nergens koffie konden krijgen. We zijn zelfs van de route afgeweken, omdat we een dorp zagen en muziek hoorden. “Daar is vast wel iets open”, dachten wij en gingen op het geluid van de muziek af. Nou, daar was wel een bar geweest, maar die was nu verbouwd tot een soort jongerenhonk en de jongeren die daar rondhingen hadden duidelijk geen koffie gedronken. En nee, koffie hadden ze niet, we konden wel een whiskey krijgen. Dat hebben we maar niet gedaan, dus ook deze omweg was tevergeefs. Zo leden wij dus verder en tot half één vanmiddag moesten we de ontbering lijden zonder koffie te moeten lopen.
Vlak voor La Bañeze, de eindhalte vandaag, ben ik gestopt om een trui en jas aan te trekken, want ik had het koud. Carlos is doorgelopen en heeft kennelijk de pijlen gezien, die ik niet gezien heb, want ik kon nergens de albergue vinden. Ik heb het hier en daar gevraagd, maar niemand wist het en zelfs toen ik in de kerk ernaar vroeg, zei de pastoor dat er geen albergue was. Ik werd dus zogezegd door de kerk op een dwaalspoor gebracht, want ineens zag ik een café. “Eindelijk koffie”, dacht ik en snelde naar binnen. Daar heb ik eindelijk mijn koffie kunnen nuttigen met een paar madeleines erbij. Daarna heb ik naar de albergue gevraagd en de mevrouw van de bar is wel tweehonderd meter met me meegelopen om me de weg te wijzen. Dus ik werd dit keer door de kroeg de goede weg gewezen en niet door de kerk. Wat moet je hier nou van denken?
Ik zit nu in de albergue van la Bañeze, eerst samen met Carlos, maar net is ook een Sloveens echtpaar gearriveerd. Zij komen van de Camino Frances, maar zeggen dat ze de drukte zijn ontvlucht. Dus dat kan nog wat worden voor mij, die nu aan een stille tocht gewend is. Ik moest er vandaag al aan wennen dat Carlos de hele dag meeliep. Ik ga die drukte nu opzoeken, dus ik zal daar ook wel weer aan wennen.
De refugio is prima. Ik betaal € 4 en heb daarvoor warm water om mijn kleren te wassen, warme douches, het is er schoon, het wordt beheerd door twee vriendelijke dames en…… ik heb een ziekenhuisbed voor mij alleen. ziekenhuisbed-web Ik hoef vanavond dus niet in het stapelbed.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 1 reactie

Temperatuur van januari

Het was vandaag weer heel erg koud. Het werd niet warmer dan 12 graden en volgens de Spanjaarden is dit een temperatuur, die normaal in januari voorkomt. Vanmorgen ging het nog wel, toen was er geen wind en af en toe zelfs een klein zonnetje, maar vanmiddag was de zon weg en er woei een keiharde, fluitende wind. Dat maakt het meteen ijskoud. Ik heb ook een beetje regen gehad, maar dat was niet veel gelukkig.

alija-brug-web

Onderweg kwam ik over de rivier de Orbigo over een Romeinse brug van meer dan honderd meter lang. In de buurt van de brug was van alles geweest kennelijk: een speeltuin, een hotel, een restaurant, enz. Maar alles was nu dicht en overwoekerd, dus het heeft geen lang leven gehad.
Overal zie je tekenen van verval. Ik kwam in een dorp waar ze trottoirs hadden, waar de Scheveningse boulevard nog u tegen zou zeggen: prachtig breed, fraaie design lantaarnpalen, afvalputjes versierd met de Jacobsschelp, de stenen met mozaïeken versierd, overal prachtige bankjes. Maar ook hier was alles verwaarloosd en slecht onderhouden. Er is gewoon geen geld meer. Bovendien lopen de meeste dorpen leeg. Er is geen werk, dus de jongeren trekken naar de stad. Het is erg stil geworden in de dorpen.
Het was ook weer stil op de route, ik heb geen levende ziel gezien. Dat wordt nu wel een beetje saai moet ik zeggen. Moet je opletten, straks loop ik op de Camino Frances, ga ik natuurlijk zeuren dat het zo vreselijk druk is. Ik ben benieuwd hoe me dat gaat bevallen trouwens.
Ongeveer 2,5 km voor Alija del Infantado, de plaats van bestemming vandaag, zag ik een bordje met ‘albergue’, maar dat wees in de richting waar ik vandaan kwam. Ik had echt geen albergue gezien, dus ben doorgelopen tot het dorp. In het dorp bleek dat de albergue die daar was geweest, verplaatst was naar het sportterrein, 2,5 km terug. Ik had er weinig zin in weer terug te lopen, dus ben een bar in gegaan. Jawel, daar verhuurden ze kamers. Of ik een half uurtje kon wachten, want ze moesten nog schoongemaakt worden. Dat vond ik geen probleem, want het was pas twee uur, dus ik heb wat gegeten en gedronken. Toen was mijn kamer inderdaad klaar. Hij ziet er netjes uit, er is een tv, een badkamertje met douchegel en zeep. Tevreden liep ik naar beneden om te betalen en daarna was ik iets minder tevreden. Ik ben zo dom geweest niet meteen te vragen wat het kostte en nu bleek dat ik voor de kamer € 50 moet betalen. Daarvoor heb ik bijna een kamer in een parador. Dat noem ik afzetterij en ik werd er nijdig om, maar gelukkig schoot mij de kreet te binnen die Marnix ooit slaakte: “Pa, laat je belazeren, maar blijf lachen”.
Ook in dit dorp is niemand op straat, niet alleen door de kou, maar er wonen niet veel mensen. Er zijn wel geneeskrachtige bronnen, die tegen elke mogelijke ziekte schijnen te helpen, maar er is geen hotel in het centrum.

bodega-web alija-bodega-web

Wat wel leuk is, dat zijn de bodega’s: een soort kunstmatige grotten, die ze in een heuvel hebben gemaakt. Bovenop het heuveltje staat dan een schoorsteen voor luchtverversing. Oorspronkelijk werd hier de wijn in bewaard, altijd dezelfde temperatuur natuurlijk. Nu staan ze leeg, worden gebruikt als opslagruimte en sommige zijn ook in gebruik als feestruimte. Het is een leuk gezicht.
De lange afstanden per dag zijn nu een beetje over, vandaag heb ik ca 25 km gelopen, morgen en overmorgen is het ook zoiets. Korte stukjes lijken dat nu.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | Een reactie plaatsen

Geen sneeuw, wel hagel

Allereerst wil ik jullie hartelijk bedanken voor de commentaren. Als ik ze zelf niet kan lezen, leest Gery ze voor en ik geniet er erg van. Broer Cees heeft zijn zin, want het was heel erg slecht weer vandaag. Toen ik vanmorgen vertrok, was het niet meer dan 10 graden en eenmaal onderweg kreeg ik een paar gigantische hagelbuien over me heen. De hagelstenen op mijn poncho maakten een hels lawaai en ik had even het idee, dat ze gaten in mijn poncho zouden slaan. Dat viel gelukkig mee. Het is even droog geweest, maar al gauw barstte het noodweer weer los.
Suzanne, ik heb zelf geen sneeuw gehad, maar rondom me zien alle bergen wit en niet alleen aan de top. Spanje klaagt steen en been en elke avond op de tv gaat het over het bar slechte weer en zien we een pelgrim met zijn rugzak door de sneeuw zwoegen. Zo’n plaatje doet het wel natuurlijk.
Ik loop deze route van Zamora naar Astorga, omdat ik die nog niet eerder heb gelopen, maar eerlijk gezegd is dit niet het leukste stuk van de route. Erg saai en het grootste gedeelte gaat langs de autoweg. In mijn gids stond wel een andere route, die heb ik genomen en die was inderdaad een stuk mooier, maar net toen ik hoog over een spoorbrug liep, begon het alweer te hagelen. Het is daarna niet meer droog geweest. Onderweg heb ik me voorgenomen om de eerste de beste slaapgelegenheid te nemen in Benavente, waar ik langs kwam, want ik was doornat en koud. Of het nou een hotel, albergue of refugio was, het kon mij niet schelen. Laat nou ongeveer honderd meter voor de albergue een parador zijn.

parador-benavente-webde parador in Benavente

Wat je jezelf beloofd hebt, moet je doen, dus ik ben daar heen gegaan. Jacobus toonde begrip voor het feit dat ik me vanmorgen niet kon wassen en gisteravond en vanmorgen mijn tanden niet kon poetsen, omdat het hotel zo goor was, en stuurde mij rechtstreeks naar de parador. Voor het feit dat ik nu in een kamer zit met hd tv, een zithoek, een badkamer met twee wastafels en een bad heb, heb ik ook al een smoes verzonnen: Dit stukje van de route van Zamora naar Astorga mag ik me als toerist gedragen. Op de Camino Frances aangekomen, zal ik mij wel weer als pelgrim gedragen. Deze parador heeft ook een nadeel: het is in een burcht bovenop een berg, dus je moet eerst de hele berg opklimmen! Straks wandel ik naar beneden naar het stadje, want ik moet een nieuwe kaart voor mijn camera hebben, ik heb er al twee vol. Daar eet ik dan een eenvoudig hapje en dan moet ik daarna weer de berg opklauteren. Ik moet er dus echt wel iets voor doen om het een nachtje luxueus te hebben!
Djiet, ik hoop maandag aan te komen in Astorga. Ik schat dat het hier vandaan nog ongeveer 50 km is. Van Astorga naar Santiago de Compostela is dan nog ca 285 km. Van Santiago naar Fisterra is dan iets meer dan 100 km en dan ben ik echt uitgewandeld. Ja, dan begint het gewone leven weer, maar daar wil ik nu nog even niet aan denken, want ik heb het veel te goed naar mijn zin.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 5 reacties

Ach, ach, ach

Gisteravond heb ik zo genoten. Zoals ik al schreef, was er feest in het dorp. Ik bleek te laat te zijn voor de processie. Terwijl de bevolking devoot in de processie liep, lag ik schaamteloos te snurken op mijn binnenplaats. Maar ik zag dat er om acht uur een bijeenkomst in de kerk zou zijn. Geen flauw idee wat er dan te doen was, maar ik besloot daar eens heen te gaan. En daar heb ik geen spijt van gehad. Het was gewoon geweldig! De kerk zat propvol mensen en er bleek een zanger op te treden met echte Spaanse liederen. Daarbij werd hij op de piano begeleid door de pastoor. Hij zong liederen met van die geweldige uithalen en iedere keer als dat lukte, riep de menigte enthousiast: “Olé, olé”. Het is toch fantastisch dat ik dit allemaal weer meemaak, gewoon echt een feest in een dorp. Ik vond het prachtig!

Dat het niet altijd feest kan zijn, merkte ik vandaag. Nou ga ik even lekker klagen! Niet over vanmorgen, toen was het nog heerlijk weer en ik liep erg lekker, maar vanmiddag was de zon ineens weg en werd het gewoon koud met veel wind. Ik heb in hoog tempo 28 km gelopen en ben gestopt 3 km voorbij Granja de Moreruela. Volgens de gids zit ik hier in een goed hotel, maar … en nu komt de tweede klacht… het is een waardeloos hotel. Ik heb een kamer waar alleen een bed en een stoel staan, er is zelfs geen wastafel. Je wassen moet in een hok in de gang, maar daar is het zo smerig dat je er niet eens in wilt kijken. Verder is er een bad, maar daar zit geen stop bij en er is een douche, maar geen doucheslang.
Klacht drie: Het eten was ook al niet lekker: vieze stukken kip en vette patat.

Ik tel even op: koud, wind, geen wastafel, bad zonder stop, douche zonder slang, vieze kip, vette patat. Zie je nou wel dat het leven van een pelgrim ook diepe dalen kent? Morgen schijnt het de hele dag te gaan regenen, maar dat is pas morgen gelukkig. Dat zien we dan wel weer.

Voor degene die nu denkt dat ik het niet meer naar mijn zin heb: Ik kan je verzekeren dat dat niet waar is, ik vind het nog steeds heerlijk om te doen! Dit soort dingen horen er gewoon bij natuurlijk, maar ik had gewoon zin om lekker te klagen.
Gery vertelde me net dat het in Zaandam de hele dag heeft geregend en dat het daar ook niet echt warm is. Kijk, dat troost me weer een beetje, gedeelde smart is halve smart.

Ik moet nog even een stunt vertellen: Ik kreeg geen sleutel van mijn kamer, want die had ik niet nodig volgens de receptie. Als ik er per se een wilde, kon ik die krijgen, maar ik kon van binnen de deur met een knop dichtdoen. Dat kan in elk hotel natuurlijk, maar goed, ik ging mijn kamer uit, kwam terug… en kon mijn kamer dus niet meer in. Toch maar even beneden een sleutel halen.
Twee dames liepen met mij mee naar boven met een la vol met sleutels. Er werd gepast en gepast en gepast…. maar er was geen enkele sleutel die paste.
Vervolgens werd de ‘Spaanse methode’ toegepast: de kamer ernaast werd geopend, het raam ervan ging ook open, een van de dames trok haar rok omhoog en klom het raam uit op het dak, liep vervolgens over het dak naar mijn raam, klom daar weer naar binnen en maakte vervolgens van binnenuit mijn kamer open. Is het niet geweldig? Ik mag mijn kamer niet meer op slot doen nu, maar ach, wat geeft dat.
Deze pelgrim maakt elke dag wel iets mee, zoals jullie merken.

Categorieën: 2013: Camino de Levante | 5 reacties

Blog op WordPress.com.